13. Zij aan Zij – Het verhaal van Aquila en Priscilla

In het jaar 52 na Christus vaardigde de Romeinse keizer Claudius een edict uit waarbij alle Joden uit de stad Rome werden verbannen. Volgens de Romeinse geschiedschrijver Suetonius vervolgden zij hun christelijke buren en veroorzaakten zij grote onrust in de stad. Claudius gaf weinig om de reden van de onrust, en nog minder om wie de schuldigen waren. Hij wist dat het Joden waren, en dat was genoeg; dus werden alle Joden uit hun huizen verdreven en uit Rome verbannen, de onschuldigen samen met de schuldigen.

Dat was het moment waarop een Jood, Aquila genaamd, die naar Rome was geëmigreerd vanuit de provincie Pontus aan de Zwarte Zee, zijn bezittingen pakte, afscheid nam van zijn vrienden, en naar de stad Korinthe vertrok. Aan zijn zijde bevond zich zijn trouwe vrouw, Priscilla. Wij weten niet zeker of zij Joods of Romeins was, en wij weten ook niet zeker of zij in die tijd al dan niet beiden christen waren. Maar één ding weten we wel: ze waren samen. In feite waren ze altijd samen. De naam van de een komt nooit voor zonder de naam van de ander.

Zo verdienden ze hun brood samen. “Want van beroep waren zij tentenmakers” (Handelingen 18:3). Elke Joodse jongen in de tijd van het Nieuwe Testament leerde een of ander vak. Omdat tenten zo’n belangrijk deel uitmaakten van het Hebreeuwse leven, kozen de ouders van Aquila ervoor om hun zoon dit praktische middel te laten leren om in zijn levensonderhoud te voorzien. Hun tenten waren gemaakt van ruw geitenhaar, waarvan het knippen en naaien een grote vaardigheid vereiste. Aquila had zich die vaardigheid eigen gemaakt en leerde die later aan zijn vrouw, en zij hielp hem graag in zijn zaak.

Niet iedere man en vrouw kunnen op deze manier samenwerken. Het vergt een volwassen relatie om nauw samen te werken onder de druk die een baan soms met zich meebrengt. Maar dat is duidelijk het soort relatie dat Aquila en Priscilla hadden. Zij waren niet alleen maatjes en minnaars, zij moeten ook goede vrienden en metgezellen geweest zijn. Ze moesten bereid zijn om elkaar meer te geven dan ze probeerden te nemen. Ze moesten in staat zijn om suggesties even gemakkelijk te aanvaarden als ze aan te bieden. Ze genoten van het samenzijn en het samenwerken. Ze waren onafscheidelijk, en ze waren gelijken.

Dus toen ze in Korinthe aankwamen, struinden ze samen de markt af op zoek naar een kleine winkel in de open lucht om te huren, en gingen ze over tot het opzetten van hun tentenmakerij. De timing was duidelijk van God, want niet eerder hadden zij zich in hun winkel gevestigd, of een andere Joodse tentenmaker arriveerde in de stad, vers van een evangelisatie kruistocht in Athene, de apostel Paulus. Telkens als hij een nieuwe stad binnenkwam, struinde hij de markt af op zoek naar mogelijkheden om over Jezus te spreken, op zoek naar aanwijzingen van God voor zijn toekomstige bediening en, natuurlijk, op zoek naar werk om hem te onderhouden terwijl hij diende. Het was onvermijdelijk dat hij de tentenmakerij van Aquila en Priscilla zou binnenwandelen. De Schrift vertelt het verhaal als volgt: “Na deze dingen verliet hij Athene en ging naar Korinthe. En hij vond een zekere Jood, Aquila genaamd, een inwoner van Pontus, die pas uit Italië was gekomen met zijn vrouw Priscilla, omdat Claudius alle Joden had bevolen Rome te verlaten. Hij kwam tot hen, en omdat hij van hetzelfde vak was, bleef hij bij hen en zij werkten; want van beroep waren zij tentenmakers” (Handelingen 18:1-3).

Hun affiniteit voor elkaar was onmiddellijk, en een diepe en blijvende vriendschap was die dag geboren. Paulus kwam bij hen werken in hun winkel, en woonde zelfs bij hen in huis tijdens zijn verblijf in Korinthe. Als zij voorheen Christus niet hadden gekend, dan hadden zij Hem nu zeker ontmoet, want niemand kon tijd doorbrengen in de aanwezigheid van Paulus en niet besmet worden door zijn aanstekelijke en enthousiaste liefde voor zijn Heiland. Deze twee, die samen leefden, samen werkten en samen in ballingschap leefden, leerden samen Jezus Christus kennen en liefhebben, en dat maakte hun huwelijk compleet. Nu waren ze één in Christus, en Zijn liefde maakte een goed huwelijk nog beter. Dat is misschien precies wat uw huwelijk nodig heeft. Als een van u beiden nooit zijn geloof heeft gesteld in het offer dat Christus bracht voor uw zonden, kan uw huwelijk niet compleet zijn. Ware eenheid kan alleen in Christus gevonden worden.

Vanaf de dag dat Aquila en Priscilla de Heiland ontmoetten, groeiden zij samen in het Woord. Ongetwijfeld gingen zij elke sabbatdag met Paulus mee naar de synagoge, waar hij met de Joden en Grieken sprak en hen aanmoedigde hun vertrouwen op Christus te stellen voor hun verlossing (Handelingen 18:4). Niet iedereen ontving zijn getuigenis. Sommigen verzetten zich en lasterden. Daarom trok hij zich terug uit de synagoge en begon te onderwijzen in het huis van Titus Justus naast hem. En God zegende zijn bediening. Zelfs de overste van de synagoge leerde Christus kennen. “En hij bleef daar een jaar en zes maanden, onderrichtende het woord Gods onder hen” (Handelingen 18:11). Denk je eens in, achttien maanden van intensieve bijbelstudie onder de grootste bijbelleraar in de vroege kerk. Wat moeten Aquila en Priscilla gegroeid zijn!

En na afloop van de lessen gingen ze waarschijnlijk met z’n drieën naar huis en zaten tot in de vroege uurtjes te praten over de Heer en Zijn Woord.

Ze groeiden uit tot liefhebbers van Gods Woord. En hoewel ze lang en hard werkten om hun winkel te runnen, tenten te maken en te repareren, een huis te onderhouden en voor hun voorname gast te zorgen, vonden ze altijd tijd voor serieuze Bijbelstudie. Het samen delen van het Woord versterkte hun liefde voor elkaar en hun geest van saamhorigheid.

Dit is precies waar het in veel christelijke huwelijken aan ontbreekt. Echtgenoten en echtgenotes moeten samen het Woord openslaan. Dat is niet moeilijk om te doen in het huis van een voorganger. Als ik een boodschap aan het voorbereiden ben, praat ik er vaak met mijn vrouw over en vraag ik haar gedachten over de passage die ik aan het bestuderen ben. Als zij een les voorbereidt, kan het zijn dat ze mijn hulp vraagt om een bepaald vers te begrijpen, en dan merken we dat we samen het Woord delen. Maar bij u thuis kan het moeilijker zijn, vooral als u het nog nooit hebt gedaan. Het geven van een zondagsschoolles en het delen van de voorbereiding met elkaar kan een comfortabele manier zijn om te beginnen. Het lezen en bespreken van een bijbelgerichte devotiegids zou nuttig kunnen zijn. Samen een bijbelboek doorlezen zal God tot ons leven laten spreken. Hoe we er ook gebruik van maken, Gods Woord is een noodzakelijk ingrediënt voor het verrijken van onze relatie met elkaar.

De gebeurtenissen die volgen in het verslag van de Handelingen laten zien hoe grondig Aquila en Priscilla Gods Woord leerden kennen. Toen Paulus uit Korinthe naar Efeze vertrok, vergezelden zij hem, en hij liet hen daar achter toen hij naar zijn thuisgemeente in Antiochië vertrok (Handelingen 18:18-22). De verhuizing was voorzienig, want terwijl Paulus weg was “kwam een zekere Jood, Apollos genaamd, een Alexandrijn van geboorte, een welsprekend man, naar Efeze; en hij was machtig in de Schriften. Deze man was onderwezen in de weg des Heren; en vurig van geest, sprak en onderwees hij nauwkeurig de dingen aangaande Jezus, alleen bekend zijnde met den doop van Johannes; en hij begon vrijmoedig te spreken in de synagoge” (Handelingen 18:24-26).

Aquila en Priscilla gingen hem horen en waren diep onder de indruk van zijn oprechtheid, zijn liefde tot God, zijn kennis van de Oudtestamentische Schriften, en zijn briljante redenaarstalent. Hij zou machtig gebruikt kunnen worden in de dienst van Jezus Christus, maar zijn boodschap was gebrekkig. Alles wat hij wist buiten het Oude Testament was de boodschap van Johannes de Doper, die slechts vooruitkeek naar de komende Messias. “Maar toen Priscilla en Aquila hem hoorden, namen zij hem apart en legden hem de weg van God nauwkeuriger uit” (Handelingen 18:26). Zij herhaalden liefdevol en geduldig het leven en de bediening van Jezus Christus op aarde, Zijn offerdood aan het kruis van Golgotha voor de zonden van de wereld, Zijn zegevierende opstanding uit het graf en glorieuze hemelvaart, de noodzaak van persoonlijke verlossing van zonde door geloof in Zijn volbrachte werk, de komst van de Heilige Geest met Pinksteren, en de geboorte van het Lichaam van Christus, en andere grote nieuwtestamentische leerstellingen.

Aquila en Priscilla waren misschien geen volleerde sprekers in het openbaar, maar zij waren ijverige leerlingen van het Woord, en zij hielden ervan het met anderen te delen. Zij waren zelfs bereid de nodige tijd te investeren om een jongeman onder hun geestelijke hoede te nemen en in zijn leven de dingen van Christus uit te storten. Apollos had een scherp verstand en een snel begrip. Hij absorbeerde de waarheid die zij hem leerden en maakte die tot een deel van zijn leven en bediening. En als resultaat van deze ontmoeting met Aquila en Priscilla werd hij een effectieve dienaar van God, die sommigen van de Korinthiërs later op één lijn stelden met Petrus en Paulus (1 Kor. 1:12).

Sommigen van ons zullen nooit krachtige predikers worden, maar we kunnen trouwe studenten van het Woord zijn, en onze huizen kunnen openstaan voor mensen wier harten hongerig zijn om het Woord te horen. We kunnen het vreugdevolle voorrecht hebben om een jonge Apollos op te voeden die op een dag een brede en krachtige bediening voor Jezus Christus zal hebben.

Aquila en Priscilla hebben niet alleen samen hun brood verdiend en zijn samen gegroeid in het Woord, ze hebben ook samen de Heer gediend. We weten het uit wat we al gezien hebben, maar er is nog een facet van hun christelijke dienst dat genoemd moet worden. Toen Paulus Antiochië verliet op zijn derde zendingsreis, reisde hij over land door Klein-Azië en keerde terug naar Efeze, waar hij ongeveer drie jaar bleef om het Woord van God te onderwijzen (vgl. Handelingen 26:31). In die periode schreef hij zijn eerste brief aan de Korinthiërs en zei: “De gemeenten van Asia groeten u. Aquila en Prisca groeten u van harte in de Here, met de gemeente die in hun huis is” (1 Kor. 16:19).

Toen zij net begonnen waren in Korinthe was hun huis waarschijnlijk niet groot genoeg om alle christenen te herbergen, dus werd het huis van Titus Justus gebruikt. Maar nu lijkt het alsof God hen materieel gezegend had, en zij gebruikten hun middelen in Efeze tot Zijn eer. Hun huis was een ontmoetingsplaats voor de Efeze-gemeente.

En dat zou niet de laatste keer zijn dat hun huis dat doel diende. Toen Paulus Efeze verliet voor Griekenland, geloofden zij klaarblijkelijk dat God hen terug naar Rome zou leiden. Claudius was nu dood, dus de verhuizing leek veilig, en Rome had zeker een evangeliegetuige nodig. Dus vertrokken ze! Paulus schreef zijn brief aan de Romeinen vanuit Griekenland op die derde zendingsreis, en hij zei: “Groet Prisca en Aquila, mijn medearbeiders in Christus Jezus, die voor mijn leven hun eigen nek hebben geriskeerd, aan wie ik niet alleen dank, maar ook aan alle gemeenten der heidenen; groet ook de gemeente die in hun huis is” (Rom. 16:3-5). Zij waren nog maar nauwelijks in Rome aangekomen en er was al een kerkvergadering in hun huis. De kerken in de tijd van het Nieuwe Testament konden het zich niet veroorloven land te bezitten en gebouwen te bouwen, en het zou ook niet verstandig zijn geweest als zij dat hadden gekund, gezien de voortdurende druk en vervolging. Ze kwamen bijeen in huizen. En het huis van Aquila en Priscilla stond altijd open voor mensen die meer over Christus wilden leren, en voor christenen die wilden groeien in het Woord.

Hoewel wij kerkgebouwen hebben, is er geen vervanging voor het huis als centrum voor evangelisatie en geestelijke opvoeding in de gemeenschap. Sommige christenen houden evangelisatiediners, waar zij niet geredde vrienden uitnodigen om een uitmuntend persoonlijk getuigenis te horen. Veel toegewijde vrouwen gebruiken koffiebeker evangelisatie, waarbij ze hechte vriendschappen aangaan met hun buren en Christus met hen delen aan de keukentafel. Bijbelklassen thuis kunnen een effectief middel zijn om de verlorenen te bereiken of gelovigen te laten groeien in het Woord. Jongeren hebben veel profijt gehad van volwassenen die hun huis openstelden voor jeugdgroepen. De mogelijkheden om onze huizen te gebruiken om de Heer te dienen zijn onbeperkt. Dit zou een goede zaak kunnen zijn voor man en vrouw om samen over te praten en te bidden.

Er was echter één korte uitspraak in de groet in het boek Romeinen waar we niet licht overheen mogen gaan: “Die voor mijn leven hun eigen nek hebben geriskeerd, aan wie ik niet alleen dankzeg, maar ook aan alle gemeenten van de heidenen.” We weten niet waar Paulus op doelde, noch wanneer het gebeurde, maar ergens, op de een of andere manier, brachten Aquila en Priscilla samen hun eigen leven in gevaar om dat van Paulus te redden. En ook daarvoor mogen wij God danken. Onze kennis van de goddelijke waarheid zou onvolledig zijn zonder de brieven die God hem inspireerde te schrijven. Zijn twee vrienden waren bereid alles te geven in dienst van de Heiland, zelfs hun leven.

Aquila en Priscilla worden nog één keer genoemd in het Nieuwe Testament, in het laatste hoofdstuk van het laatste boek dat de apostel Paulus schreef. Het was zestien jaar geleden dat Paulus hen voor het eerst ontmoette in Korinthe, en nu zat hij voor de tweede keer in een Romeinse gevangenis. Zijn dood door toedoen van keizer Nero was aanstaande, en hij was bezig de laatste paragraaf van zijn lange en vruchtbare leven te schrijven. “Groet Prisca en Aquila, en het huisgezin van Onesiphorus” (2 Tim. 4:19). Hij denkt aan zijn dierbare vrienden die op dat moment in Efeze waren, waar Timoteüs diende, mogelijk nadat zij Rome hadden verlaten om te ontsnappen aan Nero’s laatste uitbarsting van vervolging tegen christenen. Het was slechts een korte en eenvoudige groet, met gebruikmaking van de kortere vorm van Priscilla’s naam die we in verscheidene andere passages hebben gezien. Maar Paulus wilde aan hen herinnerd worden in de laatste uren van zijn leven.

Er is echter een interessante opmerking te maken uit dat korte vers. Priscilla’s naam komt vóór die van Aquila. In feite komt haar naam in vier van de zes bijbelse verwijzingen naar hen als eerste voor. En dat is ongebruikelijk! De meeste verwijzingen naar man en vrouw in de Bijbel plaatsen de man eerst. Waarom deze verwisseling? Er zijn verschillende verklaringen geopperd, maar de meest redelijke lijkt te zijn dat Priscilla de meer begaafde van de twee was en vaak de meer prominente rol op zich nam. Toch lijkt het erop dat dit nooit hun liefde voor elkaar, hun begrip voor elkaar, of hun vermogen om samen te werken heeft aangetast.

Het gebeurt niet altijd zo. Sommige echtgenoten voelen zich bedreigd omdat hun vrouw meer weet of kan dan zij, en om zich niet in verlegenheid te brengen en hun gezicht te redden, worden ze soms geestelijke afhakers. Het is gemakkelijker voor hen om helemaal niet te verschijnen dan dat hun vrouwen hen overtreffen. Anderen worden aanmatigend en oorlogszuchtig in een poging hun gezagspositie te vestigen.

In sommige gevallen zijn de echtgenotes de schuldigen. Zij lijken iets te bewijzen te hebben, wedijveren met hun echtgenoten om de schijnwerpers, grijpen naar gezag en voorrang. Het is geen wonder dat hun echtgenoten zich bedreigd voelen. Gods orde van autoriteit in het huwelijk verandert nooit. Ook al is de vrouw intelligenter en vindingrijker dan haar man, God wil toch dat zij naar hem kijkt als haar leider. Dat is niet altijd gemakkelijk voor een zeer getalenteerde vrouw, maar Priscilla deed het. Ze was niet aan het wedijveren met Aquila. Ze gebruikte gewoon haar door God gegeven capaciteiten, als een helper van haar man, tot eer van God. Ik ben er zeker van dat Aquila God vele malen voor haar dankte en haar wijze raad bij vele gelegenheden aanvaardde. Zij was een van ’s werelds werkelijk bevrijde vrouwen, want er is geen vrijheid die meer vreugde en voldoening geeft dan de vrijheid van het gehoorzamen aan Gods Woord.

Laten we het er eens over hebben

1. Zoekt u naar mogelijkheden om Christus te delen waar u ook gaat, zoals Paulus deed? Worden degenen die tijd met u doorbrengen besmet met uw liefde voor Christus? Hoe kunt u dit aspect van uw leven verbeteren?

2. Welke geestelijke bijdrage levert u aan het leven van anderen? Wat zou u nog meer kunnen doen om Gods Woord met anderen te delen?

3. Hoe zou u uw huis effectiever kunnen gebruiken om de Heer te dienen?

4. Deelt u het Woord van God met elkaar? Bespreek welke vorm van gezamenlijke bijbelstudie u het beste lijkt, en sluit dan een verbond om die regelmatig samen te doen.

5. Voor echtgenoten: Stoort het u als uw vrouw u overtreft? Hoe wil God dat u zich op die momenten tegenover haar gedraagt?

6. Voor echtgenotes: Bedreigt u uw man door ernaar te streven uw superioriteit op bepaalde gebieden te bewijzen? Zoekt u lof bij anderen ten koste van hem? Hoe kunt u deze valkuilen vermijden?

7. Zijn er momenten waarop u het gevoel hebt dat uw echtgenoot u in het openbaar ondermijnt? Deel dit met elkaar en bespreek hoe dit kan worden vermeden.

8. Als u en uw partner zouden overwegen samen een bedrijf op te zetten, welke problemen zou u dan voorzien? Wat zou je nu kunnen doen om die problemen te voorkomen?

9. Hoe kunt u meer blijk geven van de gelijkheid die u in Christus deelt als man en vrouw?