Andrea Bocelli

Andrea Bocelli wordt wel “de vierde tenor” genoemd; de blinde, in Toscane geboren zanger is uitgegroeid tot een van de populairste stemmen op het gebied van licht klassiek en cross-over zang en heeft ook zijn intrede gedaan in de wereld van de opera. Zijn deelname aan Pavarotti’s hitalbum Miserere uit 1992 en aan de wereldtournee van Zucchero Fornaciari in 1993 brachten hem internationale aandacht. Bocelli is het meest succesvol als popzanger en heeft duetten opgenomen met Celine Dion, Sarah Brightman en Eros Ramazzotti. Al Jarreau, die met Bocelli zong tijdens “The Night of Proms” in november 1995, prees Bocelli met deze woorden: “Ik heb de eer gehad om met de mooiste stem ter wereld te zingen.”

Bocelli groeide op op een boerderij in Lajatico, een plattelandsdorpje in Toscane. Hij begon op zesjarige leeftijd met pianolessen en voegde later fluit en saxofoon toe aan zijn talenten. Hij werd geboren met een slecht gezichtsvermogen en werd op 12-jarige leeftijd volledig blind na een voetbalongeluk. Ondanks zijn onmiskenbare muzikale talenten overwoog Bocelli pas een carrière in de muziek nadat hij rechten had gestudeerd aan de universiteit van Pisa en een doctorstitel in de rechten had behaald. Geïnspireerd door de muziek, studeerde hij bij de beroemde tenor Franco Corelli en voorzag in zijn levensonderhoud door op te treden in pianobars.

Bocelli’s eerste doorbraak als zanger kwam in 1992 toen Fornaciari auditie deed voor tenoren om een demo op te nemen van Miserere, dat hij had geschreven met Bono van de Ierse rockgroep U2. Bocelli slaagde voor de auditie en nam het liedje op als duet met Pavarotti. Na een tournee met Fornaciari in 1993 trad Bocelli op als gastster tijdens het Pavarotti International festival dat in september 1994 in Modena werd gehouden. Naast solo- en duetoptredens met Pavarotti zong Bocelli met Bryan Adams, Andreas Vollenweider, en Nancy Gustavsson. In november 1995 toerde Bocelli door Nederland, België, Duitsland, Spanje en Frankrijk op het programma van de “Night of Proms”, waar ook Al Jarreau, Bryan Ferry, Roger Hodgson van Supertramp, en John Miles optraden.

Op Bocelli’s eerste twee albums — Andrea Bocelli uit 1994 en Bocelli uit 1996 — liet hij zijn operazang horen. Zijn derde album, Viaggio Italiano (Italiaanse reis), bevatte beroemde aria’s en traditionele liederen uit Napels. Hoewel het album alleen in Italië werd uitgebracht, werden er meer dan 300.000 exemplaren van verkocht. Met zijn vierde album, Romanza, dat in 1997 uitkwam, richtte Bocelli zich op popmuziek. Het album bevatte de hit “Time to Say Goodbye”, opgenomen als duet met Sarah Brightman. Bocelli bleef zich richten op pop balladry met zijn vijfde album, Sogno, uitgebracht in 1999, met een duet met Celine Dion op de David Foster en Carole Bayer Sager-getekende tune, “The Prayer”; het verkocht meer dan tien miljoen exemplaren, kreeg een Golden Globe award en leidde ertoe dat Bocelli genomineerd werd voor een Grammy als beste nieuwe artiest.

In 2001 bracht Bocelli een ode aan zijn Toscaanse roots met Cieli di Toscana, terwijl de populaire Andrea in 2004 zijn internationale aanwezigheid levend hield. In 2006 keerde Bocelli terug met twee releases: Amore, dat piekte op nummer drie in de Billboard Top 200 chart (Bocelli’s hoogste chartpositie in Amerika), en het live cd/dvd-pakket Under the Desert Sky. Zijn 20e album, een verzameling Napolitaanse liefdesliedjes getiteld Incanto, kwam uit in 2008, gevolgd door een vakantiealbum, My Christmas, in 2009. In 2010 bracht hij Notte Illuminata uit en toerde hij rond. In 2011 maakte Bocelli zijn debuut in de Metropolitan Opera House in New York en trad hij op in Central Park met het New York Philharmonic en gasten als Tony Bennett, Celine Dion, Chris Botti, en Bryn Terfel.