Ankylosing Spondylitis (Axiale Spondyloartritis)

Oorspronkelijke Editor – Thomas Rodeghero Top Contributors – Laura Ritchie, Kalyani Yajnanarayan, Mathieu Henrotte, Vanwymeersch Celine en Jack Rubotham

Definitie/Omschrijving

AnkylosingSpondylitis.png

Axiale spondyloartritis is een seronegatieve spondyloartritis van de wervelkolom en het bekken. De term axiale spondyloartritis wordt pas gebruikt sinds 2009, toen de Assessment of Spondyloarthritis International Society Axial Spondyloarthritis (ASAS) classificatiecriteria werd ontwikkeld. De ASAS-criteria maakten het voor het eerst mogelijk om axiale spondyloartritis eerder vast te stellen via magnetische resonantie beeldvorming (MRI).

Axiale spondyloartritis wordt gebruikt om patiënten te beschrijven die zowel niet-radiografische als radiografische axiale spondyloartritis hebben. Niet-radiografische axiale spondyloartritis is niet te zien op röntgenfoto’s, maar er zijn wel veranderingen op MRI. Radiografische axiale spondyloartritis wordt ook wel ankylosing spondylitis (AS) genoemd.

Axiale spondyloartritis tast voornamelijk de wervelkolom aan, waarbij ontstekingsveranderingen pijn, stijfheid en bewegingsverlies in de rug veroorzaken. Het veroorzaakt vaak veranderingen in de sacro-iliacale gewrichten, apophyseale gewrichten, costovertebrale gewrichten, en tussenwervelschijfgewrichten. Het veroorzaakt karakteristieke ontstekingspijn in de rug, met als gevolg structurele en functionele stoornissen en een vermindering van de levenskwaliteit. De aangetaste gewrichten worden geleidelijk stijf en gevoelig door botvorming ter hoogte van het gewrichtskapsel en het kraakbeen. De aandoening veroorzaakt een verminderd bewegingsbereik en in een gevorderd stadium kan de wervelkolom op bamboe gaan lijken, vandaar de alternatieve naam “bamboe wervelkolom”.

Hoewel axiale spondyloartritis niet vaak wordt herkend, kan het ook perifere gewrichtspijnen veroorzaken, met name in de heupen, knieën, enkels, en schouders en nek. De aandoening betreft synoviale en kraakbenige gewrichten, alsook aanhechtingsplaatsen van pezen en ligamenten. Vroegtijdige diagnose en behandeling helpen de pijn en stijfheid onder controle te houden en kunnen aanzienlijke misvorming verminderen of voorkomen.

Clinisch relevante anatomie

Pijn in AS kan worden veroorzaakt door sacroiliitis, enthesitis, en spondylitis. In eerste instantie zijn de sacro-iliacale gewrichten, gelegen in het lumbale deel van de rug, die de wervelkolom en het bekken verbinden, beschadigd. Vervolgens verplaatst de ontsteking zich naar de entheses, waar ligamenten en pezen in het bot overgaan. Uiteindelijk wordt de wervelkolom door deze ontsteking aangetast. De wervelkolom bestaat normaal gesproken uit 24 wervels, aan elkaar verbonden door ligamenten en gescheiden door tussenwervelschijven.
Patiënten bij wie AS is vastgesteld, vormen kalkafzettingen in de ligamenten tussen en rond de tussenwervelschijven. Een opeenhoping van de afzettingen leidt tot ossificatie, beginnend vanaf de wervelrand naar de annulus fibrosis en gekenmerkt door syndesmofyten. In vergevorderde gevallen kan de wervelkolom samensmelten als gevolg van de botvorming.

Epidemiologie /Etiologie

Ankylosing process.jpg

AS Treedt op bij 0,1 tot 1,4% van de bevolking. Er is een man-vrouwverhouding van 2:1 voor radiografische axiale spondyloartritis en van 1:1 voor niet-radiografische axiale spondyloartritis. Het begin van de symptomen treedt meestal op tussen 20-40 jaar. Bij minder dan 5% van de gevallen beginnen de symptomen boven de leeftijd van 45 jaar. AS komt meer voor in Europa (gemiddeld 23,8 per 10.000) en Azië (gemiddeld 16,7 per 10.000) dan in Latijns-Amerika (gemiddeld 10,2 per 10.000).

De etiologie van AS is niet volledig begrepen. Hoewel een sterk verband is vastgesteld van complexe interacties tussen genetische achtergrond en omgevingsfactoren. Studies hebben aangetoond dat factoren zoals genetische achtergrond, microbiële infectie, endocriene afwijkingen en immuunreactie verband houden met het optreden van AS. Bovendien is ook een direct verband vastgesteld tussen AS en het belangrijkste histocompatibiliteitsantigeen, het humaan leukocytenantigeen (HLA)-B27. De precieze rol van dit antigeen is onbekend, maar aangenomen wordt dat het als receptor fungeert voor een inciterend antigeen dat tot AS leidt. HLA-B27 komt voor bij 90-95% van de patiënten met ankylosing spondylitis, vergeleken met een incidentie van 6 tot 9% in de normale bevolking. Milieu- of bacteriële factoren kunnen ook een trigger zijn.

In eerste instantie is er een infiltratie van het subchondrale bot door granulatieweefsel dat kleine laesies veroorzaakt, die uiteindelijk leiden tot gewrichtserosie (het aangrenzende kraakbeen wordt vervormd waardoor een zeer onregelmatig oppervlak ontstaat). Deze laesies in de annulus ondergaan uiteindelijk ossificatie, wat leidt tot een fusie-effect van de ruggengraatsegmenten en de gelijkenis met bamboe. In de wervelkolom gebeurt dit op het kruispunt van de wervels en de annulaire vezels van de tussenwervelschijf.

Wanneer het synovium het aangetaste weefsel is, is er een infiltratie door macrofagen en lymfocyten. Dit wordt gevolgd door vervanging van het kraakbeen of fibreus weefsel door een littekenachtige fibroblastinvasie die snel ossificeert. De ontstekingsreactie in het bot grenzend aan het betrokken fibrokraakbeen, ligament of periost is vaak vrij ernstig. De wervelkolom kan lijken op een infectieuze discitis wanneer de wervelkolom in eerste instantie is betrokken, wat een extra bron van verwarring kan zijn voor de behandelend therapeut.

Karakteristieken/Klinische presentatie van inflammatoire rugpijn

Inflammatoire rugpijn moet worden overwogen als twee of meer van de volgende kenmerken aanwezig zijn. Bovendien wordt de aanwezigheid van vier of meer kenmerken als diagnostisch beschouwd.

Ankylosing spondylitis lumbale wervelkolom.jpg
  • Insidieus begin van rugpijn in de sacro-iliacale (SI) gewrichten en gluteale regio’s (presenteert zich als afwisselende bilpijn), die progressief de gehele wervelkolom omvat
  • Leeftijd van begin minder dan 45 jaar
  • Duur van meer dan 3 maanden
  • Stijfheid ’s morgens langer dan 30 minuten
  • Wakker worden in de tweede helft van de nacht door de pijn, maar vermindert bij het opstaan
  • Pijn en stijfheid nemen toe bij inactiviteit en verbeteren bij inspanning

Meer specifiek voor AS kunnen de volgende klinische kenmerken worden beschreven:

  • Betrokkenheid van perifere gewrichten, ogen, huid, en het hart- en darmstelsel
    • Oogaandoeningen komen bij ongeveer 25% van de patiënten voor in de vorm van iridocyclitis of conjunctivitis
    • Andere gewrichten dan die van het axiale skelet kunnen betrokken zijn met inflammatoire artritis en synovitis. The hips, shoulder and knees are commonly and most severely affected of the extremity joints
  • Complaints of intermittent breathing difficulties due to a reduction in chest expansion. This reduction in chest wall excursion, notably less than 2 cm, can be a characteristic of AS because chest wall excursion is an indicator of decreased axial skeleton mobility
  • Intermittent low-grade fever, fatigue, or weight loss can occur

Differential Diagnosis

Common disorders to consider as differential diagnoses with AS are:

  • Degenerative Disc Disease
  • Herniated Intervertebral Disc
  • Fractures and/or dislocation
  • Osteoarthritis
  • Spinal Stenosis
  • Spondylolisthesis, Spondylolysis, and Spondylosis
  • Reactive arthritis
  • Inflammatory bowel-gerelateerde artritis
  • Diffuse idiopathische skelethyperostose (DISH)
  • Reumatoïde artritis
  • Psoriatische artritis
  • Syndroom van Reiter (milder bij asymmetrische sacroiliitis)

Diagnostische procedures

De diagnose van AS wordt gewoonlijk gesteld door een combinatie van grondige subjectieve en lichamelijke onderzoeken, laboratoriumgegevens en beeldvormend onderzoek. Gangbare laboratoriumgegevens zijn onder meer bloedonderzoek naar de aanwezigheid van het HLA-B2-antigeen of stoffen die wijzen op een ontstekingsproces:

Criteria ter ondersteuning van de diagnose in de eerstelijnszorg

  • Perifere manifestaties, zoals dactylitis, enthesitis of artritis, vooral van de plantaire fascie of achillespees
  • Een familieanamnese van AS of verwante aandoeningen. Een eerstegraads of tweedegraads familielid met ankylosing spondylitis, psoriasis, uveïtis, reactieve artritis of inflammatoire darmziekte
  • Ontstekingsachtige rugpijnklachten
  • Psoriasis, inflammatoire darmziekte of een voorgeschiedenis van uveïtis

  • Verhoogd C-reactief proteïne (CRP), waarbij oorzaken zoals een ruggenmerginfectie of kanker zijn uitgesloten. Dit is ook een marker van ontsteking en wordt aangetroffen bij 50-70% van de mensen met AS. Patiënten met AS kunnen CRP-niveaus hebben die variëren van > 6 mg/L (licht verhoogd) tot 20 – 30 mg/L
  • Rugpijn die verbetert na 24 – 48 uur behandeling met niet-steroïde ontstekingsremmers
  • Positieve HLA-B27-test: HLA B27 is positief bij 80-90% van de AS-patiënten, meer bij de Kaukasische bevolking en Afro-Amerikanen. Het HLA-B27-antigeen is ook aanwezig bij andere ontstekingsaandoeningen van darmen of gewrichten
  • Sacroiliitis op röntgenfoto of MRI
  • Erytrocytenbezinkingssnelheid (ESR): Dit is een bloedtest op ontsteking, bij ongeveer een derde van de AS-patiënten is er een verhoogde ESR waarneembaar bij exacerbaties van de ziekte, maar ook andere aandoeningen kunnen een hoge ESR veroorzaken

Laboratoriumonderzoek is specifiek en vaak meer behulpzaam om andere diagnoses uit te sluiten dan om AS te bevestigen. In combinatie met andere klinische symptomen kan de diagnose vaak nauwkeuriger worden gesteld.

Opsporing van AS door medische beeldvorming

  • Röntgenfoto’s worden traditioneel beschouwd als de nuttigste beeldvormingsmodaliteit bij een vastgestelde ziekte, hoewel ze in de vroege stadia normaal kunnen zijn
    Spondy 1.png

    Röntgenfoto’s laten gebieden zien waar het bot door de aandoening is afgesleten. De wervels van de wervelkolom kunnen beginnen samen te smelten omdat de ligamenten ertussen verkalkt raken.

  • MRI-scan wordt ook gebruikt om op MRI ontstekingen te zien die wijzen op sacroiliitis. MRI van de SI-gewrichten is gevoeliger dan gewone röntgenfoto’s of CT-scans voor het aantonen van sacroiliitis. Sacroiliitis vertoont aanvankelijk een wazig beeld in het onderste deel van het gewricht, daarna treden benige erosies of sclerose op en verbreding of uiteindelijk fusie van het gewricht
  • Vertebrale lichaam squaring
  • Bamboo spine appearance
  • Interspinous ligament calcification can give dolger spine appearance
  • Hatchet deformity
  • Subchondrale erosies, sclerose en proliferatie aan de iliacale zijde van de SI-gewrichten
  • Breuk of fusie van de pubic symphysis

De gemodificeerde New York Classificatie Criteria (mNYCC) werden vroeger gebruikt om de diagnose axiale spondyloartritis te stellen. De mNYCC combineert klinische bevindingen met radiografisch onderzoek. De radiografische bevindingen worden gerangschikt op een schaal van 0 tot 4, waarbij 0 staat voor normale bevindingen en 4 voor volledige ankylose. Een definitieve diagnose wordt geacht te zijn gesteld bij de volgende radiografische combinaties:

  • Graad 3 of 4 bij bilaterale SI-gewrichten op röntgenfoto met ten minste één klinische bevinding
  • Graad 3 of 4 unilateraal (of graad 2 bilateraal) met twee klinische bevindingen

De patiënt moet ook aan ten minste een van de volgende klinische criteria voldoen:

  • Lage rugpijn en stijfheid gedurende ten minste 3 maanden, die verbetert bij inspanning maar niet wordt verlicht door res
  • Beperkte beweging van de lumbale wervelkolom in het sagittale (zijwaartse) en frontale (voorwaartse en achterwaartse) vlak
  • Verminderde expansie van de borstkas ten opzichte van de normale waarden, gecorrigeerd voor leeftijd en geslacht

Gradering

  • Een patiënt kan worden geclassificeerd als een patiënt met definitieve AS als aan ten minste 1 klinisch criterium plus het radiologische criterium wordt voldaan/p>
    • Een patiënt kan worden geclassificeerd als een patiënt met definitieve AS als aan ten minste 1 klinisch criterium radiologisch criterium wordt voldaan
    • De diagnose AS wordt waarschijnlijk gesteld als drie klinische criteria aanwezig zijn of als het radiologische criterium aanwezig is zonder tekenen of symptomen die aan de klinische criteria voldoen

    Ankylosing Spondylitis en Axiale Spondyloartritis

    De gemodificeerde New York criteria (1984) zijn enigszins specifiek, Ze bleken echter ongevoelig voor het vaststellen van vroege ziekte. Bovendien maakt het grote verschil in diagnose tussen intra- en interobserveerders de afhankelijkheid van röntgenfoto’s van de sacroiliacale gewrichten nog groter. Ontsteking van de sacroiliacale gewrichten kan op MRI worden vastgesteld bij patiënten met symptomen van AS, zelfs wanneer deze gewrichten op traditionele radiografie niet abnormaal lijken te zijn. Dezelfde MRI-technieken laten bij veel patiënten ook een ontsteking van de wervelkolom zien. De ontdekking van deze aandoeningen op MRI heeft geleid tot het ontstaan van de diagnose “axiale spondyloartritis” (zie definitie / beschrijving hierboven). Deze diagnose omvatte patiënten met duidelijke AS en patiënten met symptomen die lijken op die van AS en bevindingen van sacroiliitis op MRI, maar zonder gevorderde sacroiliitis op traditionele radiografie.

    In 2009 ontwikkelde de Assessment of SpondyloArthritis International Society (ASAS) classificatiecriteria voor axiale spondyloartritis die worden ondersteund door deze beeldvormings-, klinische, en laboratoriumcriteria. Bij toepassing van deze criteria wordt de diagnose gesteld bij personen die gedurende 3 of meer opeenvolgende maanden vóór het bereiken van de leeftijd van 45 jaar rugpijn hebben gehad, waarbij de aanwezigheid van sacroiliitis op MRI of gewone radiografie is bevestigd, en die ten minste één klinische of laboratoriumbevinding hebben die kenmerkend is voor spondyloartritis. Als alternatief zullen personen met deze voorgeschiedenis die een positief testresultaat hebben voor HLA-B27 en twee symptomen van spondyloartritis, zoals vastgesteld bij klinisch onderzoek of laboratoriumanalyse, ook voldoen aan de criteria voor een diagnose van axiale spondyloartritis.

    Samenvattend, zoals gesteld door de ASAS-criteria, bestaat de diagnose van axiale spondyloartritis uit twee subsets – niet radiografische axiale spondyloartritis en klassieke ankylosing spondylitis (dat is radiografische axiale spondyloartritis).

    Uitkomstmaten

    • Schober Test
    • Oswestry Disability Index (ODI)
    • Neck Disability Index (NDI)
    • Visual Analogue Scale
    • Patient Specific Functional Scale

    Evaluatieschalen

    • Bath Ankylosing Spondylitis Metrology Index (BASMI)
    • Revised Leeds Disability Questionnaire (RLDQ)
    • European Quality of Life (EuroQoL)
    • Bath AS Disease Activity Index (BASDAI; 0-100)
    • AMOR criteria for Spondyloarthritis
    • BASFI index ( Bath Ankylosing Spondylitis Functional Index)
    • BAS-G index ( Bath Ankylosing Spondylitis Global Index)

    Laboratory values, such as the CRP, are used to monitor the effectiveness of medication treatments.

    Examination

    A thorough physical examination, particularly of the musculoskeletal system, is needed. Klinische tekenen zijn soms minimaal in het beginstadium van de ziekte. Onderzoek van de sacro-iliacale gewrichten en de wervelkolom (inclusief de nek), meting van de expansie van de borstkas en het bewegingsbereik van de heup- en schoudergewrichten, en een zoektocht naar tekenen van enthesitis zijn van cruciaal belang bij het stellen van een vroege diagnose van AS.

    Video 1: Het doel van de Schobertest is de beweeglijkheid van de lendenwervelkolom te beoordelen, die abnormaal kan zijn, zelfs als dat voor de betrokkene niet duidelijk is.

    Video 2: De zijwaartse buigtest van de lendenwervelkolom is een andere test om de beweeglijkheid van de lendenwervelkolom te meten.

    Video 3: Wanneer ankylosing spondylitis de middenrugregio aantast, kan de normale uitzetting van de borstkas in het gedrang komen. Het doel van de borstkas expansietest is om de thoracale mobiliteit te beoordelen.

    Video 4: De tragus-naar-wand-test is een test om de cervicale mobiliteit te meten.

    Medische behandeling

    Eerste-lijns medicamenteuze behandeling : NSAID’s

    Non-steroïde ontstekingsremmers worden voornamelijk gebruikt voor patiënten met ankylosing spondylitis (AS) om de ontstekingsverschijnselen, zoals pijn en stijfheid van de wervelkolom en andere gewrichten, te verminderen. Het is belangrijk te onthouden dat NSAID’s de oorzaak van de ziekte niet veranderen en alleen de symptomen beïnvloeden. Veelgebruikte NSAID’s voor AS zijn tolmetine, sulindac, naproxen, diclofenac en indomethacine, dat het meest effectief is.

    Tweede-lijns behandelingen: Corticosteroïden en DMARD’s

    Wanneer patiënten NSAID’s niet verdragen, kunnen corticosteroïdinjecties worden voorgeschreven of disease modifying anti-rheumatic drugs (DMARD’s), waaronder methotrexaat en sulfasalazine. Corticosteroïden hebben echter geen evidence-based resultaten en van DMARD’s is alleen bewezen dat ze effectief zijn voor de behandeling van perifere gewrichtsaandoeningen.

    Biologische geneesmiddelen

    Tumor Necrosis Factor Inhibitors (anti-TNF- alpha therapie)

    Onderzoek heeft aangetoond dat patiënten met ankylosing spondylitis een overvloed aan pro-inflammatoir cytokine tumor necrosis factor (TNF) boodschapper RNA en eiwitten in de sacroiliacale gewrichten hebben. Het gebruik van anti-tumor necrosis factor therapieën heeft daarom bewezen positief te zijn. Etanercept en infliximab zijn beide gebruikt voor de behandeling van AS-patiënten met succesvolle resultaten.

    Bifosfonaten

    Bifosfonaten hebben goede resultaten op de botomzet, wat positief is omdat ankylosing spondylitis wordt gekenmerkt door botresorptie en -vorming. Neridronaat en pamidronaat zijn amino-bifosfonaten met vergelijkbare effecten als de TNF-remmer infliximab. Alle geneesmiddelen hebben bijwerkingen, dus patiënten met andere gezondheidsproblemen moeten nagaan of zij de aanbevolen geneesmiddelen kunnen innemen.

    Physiotherapie

    Physiotherapie is een essentieel onderdeel van de behandeling van AS. Het is gericht op het verlichten van pijn, het vergroten van de mobiliteit van de wervelkolom en de functionele capaciteit, het verminderen van ochtendstijfheid, het corrigeren van posturale misvormingen, het vergroten van de mobiliteit en het verbeteren van de psychosociale status van de patiënten. Volgens een Cochrane-review, uitgevoerd door Dagfinrud en collega’s, is een begeleid of individueel thuisoefenprogramma beter dan geen interventie. De belangrijkste aspecten van revalidatie zijn onderwijs, een programma van gepersonaliseerde oefeningen en een overzicht van fysieke activiteiten die thuis of in groepsverband kunnen worden uitgevoerd.

    Onderricht

    Volgens een studie van Sweeney en collega’s is onderwijs in zelfzorg thuis op lange termijn effectief gebleken. Studies hebben aangetoond hoe beperkte educatie en informatie kunnen leiden tot slechte therapietrouw bij revalidatie. Zelfzorg- en voorlichtingspakketten met onder meer voorlichtingsboekjes en -video’s, herinneringsstickers en progressiekaarten. Het falen of succes van oefenprogramma’s wordt bepaald door de naleving van het voorgeschreven programma, waarvoor motivatie, deelname en tijd nodig zijn. Dit kan worden gecontroleerd met behulp van patiëntendagboeken of registraties van de fysiotherapeut.

    Tabel van AS Exs.jpg

    Behandelingsfase

    Initiële/Acute fase

    De initiële fase van AS wordt gekenmerkt door ochtendstijfheid en pijn in de wervelkolom.

    Primair doel

    • Controle van de diffuse en intense pijn secundair aan gewrichtsstijfheid,
      • Herstel van proprioceptie, gewrichtsstabiliteit, restoring normal postural patterns and reduction of pain
    • Interventions for pain management along with pharmacological treatment prevents compensatory postures

    Secondary Objective

    • Maintain the elasticity of the pelvis and spine to enable good respiratory function

    Remission Phase

    The remission phase of AS is characterised by pain, restricted mobility of the spine +/- peripheral joints

    Primary Objective

    • Divided into short and long term goals.
      • Short term goals include the improvement of body function and reduction of pain,
      • Long-term goals include pain control, improvement in activities of daily living, general function and quality of life.

    Chronische fase

    De chronische fase van AS wordt gekenmerkt door vorming van diffuse ankylose, resulterend in totale rigiditeit van de wervelkolom, en het aannemen van een gebogen orthostatische houding.

    Primair doel

    • De patiënt in staat stellen zijn restfunctie te behouden om een zo groot mogelijke autonomie te garanderen.
      • Voorlichting over het belang van fysiotherapie en lichaamsbewustzijn is essentieel in deze fase van AS.
      • In-klinische sessies met manuele therapie is essentieel om de patiënt in staat te stellen zijn oefenprogramma thuis voort te zetten.

    Overwegingen voor fysiotherapeutische behandeling

    • Vermoeidheid is een veel voorkomende klacht bij reumatologische aandoeningen. Het kan onder controle worden gehouden door regelmatig micropauzes te nemen, niet te lang in dezelfde houding te zitten, lichaamsbeweging te behouden en een goede slaaphygiëne te hebben.
    • AS-patiënten kunnen last hebben van flare-ups van verhoogde ziekteactiviteit, die dagen tot weken kunnen duren. Tijdens de flare-up kan de patiënt baat hebben bij zachte rekoefeningen, het nemen van pauzes en medicatie.
    • Gewrichtsbeschermingsmanagement past de ergonomische principes toe op ADL-activiteiten om het functionele vermogen te behouden.
    • De therapietrouw van de patiënt kan worden bereikt door de belemmeringen voor het individu te bepalen, de oefenvoorkeur van de patiënt in het programma op te nemen, verschillende oefenvarianten te gebruiken om verveling te voorkomen en groepstherapie.
    • Voorlichting aan de patiënt over zijn aandoening en hoe hiermee om te gaan, naast het hebben van een patiënt-zorgverlener relatie zijn belangrijk voor het zelfmanagement van patiënten.
    • ADL activiteiten kunnen gemakkelijker worden gemaakt met behulp van hulpmiddelen en alternatieve technieken. Bijvoorbeeld het managen van schoenen; slip-on schoenen kunnen worden gebruikt of de patiënt kan zijn been optillen op een kruk of op de tegenovergestelde knie plaatsen. Autorijden kan moeilijk zijn door nekpijn en stijfheid, advies voor autorijden kan zijn om tijdens lange ritten pauzes te nemen en een klein kussen achter de rug of onder de bil te gebruiken om een betere houding te bevorderen.

    Clinical Bottom Line

    Axiale spondyloartritis is een chronische ontstekingsreumatische aandoening met onbekende etiologie. Aangetaste gewrichten worden progressief stijf en gevoelig door botvorming ter hoogte van het gewrichtskapsel en kraakbeen. Dit kan leiden tot structurele en functionele stoornissen en een vermindering van de levenskwaliteit. De regio’s die het meest door de ziekte worden getroffen zijn het axiale skelet en de sacro-iliacale gewrichten. Een combinatie van geneesmiddelen (zoals niet-steroïde anti-inflammatoire geneesmiddelen en biologische geneesmiddelen) en fysiotherapie wordt aanbevolen. De fysiotherapie bestaat voornamelijk uit bewegingsoefeningen en ademhalingsoefeningen en het werken aan houdingscorrecties.

    Resources

    To download the PDF click here Living with a Chronic Disease – The Story of Ankylosing Spondylitis

    Ankylosing spondylitis ppt.PNG
    Ankylosing Spondylitis

    This presentation, created by Kyle Martin, Robby Martin, Haley Metzner, and Stacey Potter; Texas State DPT Class.

    View the presentation

    1. 1.0 1.1 Dubreuil M, Deodhar AA. Axial spondyloarthritis classification criteria: the debate continues. Curr Opin Rheumatol. 2017; 29(4): 317-322.
    2. Martey C. Overview of Spondyloarthropathies Course. Physioplus 2020.
    3. 3.0 3.1 Sieper J, Poddubnyy D. Axial spondyloarthritis. Lancet. 2017;v390(10089):v73-84.
    4. Martey C. Overview of Spondyloarthropathies Course. Physioplus 2020.
    5. Wenker KJ, Quint JM. Ankylosing Spondylitis. . In: StatPearls . Treasure Island (FL): StatPearls Publishing; 2020 Jan-. Available from: https://www.ncbi.nlm.nih.gov/books/NBK470173/
    6. 6.0 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 Laura A, Haftel H. Shoulder, Knee, and Hip Pain as Initial Symptoms of Juvenile Ankylosing Spondylitis: A Case Report, Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy , 1998Feb ;27(2):167-172. Beschikbaar via https://www.jospt.org/doi/10.2519/jospt.1998.27.2.167
    7. 7.0 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 Giles L, Singer K. The clinical anatomy and management of back pain series, Volume 2 Clincal Anatomy and Management of Thoracic Spine Pain, Butterworth Heinemann, 2000: 61-66.
    8. 8.0 8.1 8.2 8.3 8.4 Mills K, Page G, Siwek R. A color atlas of low back pain. Londen: Wolfe Medical Publications, 1990.
    9. 9.0 9.1 9.2 9.3 9.4 9.5 9.6 9.7 Andersson G, McNeill T. Lumbar spine syndromes, evaluation and treatment. New York: Springer-Verlag Wien,1989:180-181.
    10. 10.00 10.01 10.02 10.03 10.04 10.05 10.06 10.07 10.08 10.09 10.10 10.11 10.12 10.13 10.14 10.15 10.16 10.17 10.18 10.19 10.20 10.21 Nava T. Fysiotherapeutische revalidatie bij patiënten met ankyloserende spondylitis. Beyond Rheumatol . 2019 Dec 20 ;1(2):37-6. Available from: http://beyond-rheumatology.org/index.php/br/article/view/6
    11. 11.0 11.1 11.2 11.3 Dean L, Jones G, MacDonald A, Downham C, Sturrock R, Macfarlane G. Global prevalence of ankylosing spondylitis. Rheumatology . 2014 Apr ; 53(4), 650-657. Beschikbaar via https://academic.oup.com/rheumatology/doi.org/10.1093/rheumatology/ket387
    12. 12,0 12,1 12,2 Watad A, Bridgewood C, Russell T, Marzo-Ortega H, Cuthbert R, McGonagle D. De vroege fasen van ankylosing spondylitis: opkomende inzichten uit klinische en basale wetenschap. Frontiers in Immunology. 2018 Nov 16;9:2668.
    13. 13.0 13.1 Alvarez I, López de Castro JA. HLA-B27 en immunogenetica van spondyloartropathieën. Curr Opin Rheumatol. 2000;12(4):248-253
    14. Braggings S. Back care, a clinical approach. Londen: Churchill livingstone, 2000: 49-50.
    15. 15.0 15.1 15.2 15.3 15.4 Taurog JD, Chhabra A, Colbert RA. Ankylosing spondylitis en axiale spondyloartritis. New England Journal of Medicine. 2016 Jun 30;374(26):2563-74.
    16. 16.0 16.1 Baaj A, Praveen V, Mummaneni S, Uribe R, Vaccaro S, Mark S. Handbook of spine surgery. New York:Thieme, 2010:180-182.
    17. 17.0 17.1 17.2 Andersson G, McNeill T. Lumbar spine syndromes, evaluation and treatment. New York: Springer-Verlag Wien,1989:180-181.
    18. Kataria R, Lawrence B. Spondyloarthropathies. Am Fam Physician , 2004 Jun ;69(12):2853-2860. Beschikbaar via https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/15222650/
    19. Goodman C, Snyder T. Differential Diagnosis for Physical Therapists: Screening voor Verwijzing. St. Louis, MO: Saunders Elsevier: 2007. 539
    20. 20.0 20.1 20.2 20.3 20.4 Baaj A, Praveen V, Mummaneni S, Uribe R, Vaccaro S, Mark S. Handbook of spine surgery. New York:Thieme, 2010:180-182.
    21. 21.00 21.01 21.02 21.03 21.04 21.05 21.06 21.07 21.08 21.09 21.10 21.11 21.12 Mandl P, Navarro-Compán V, Terslev L, Aegerter P, Van der Heijde D, D’Agostino M, Baraliakos X, Pedersen S, Jurik A, Naredo E, Schueller-Weidekamm C, Weber U, Wick M, Bakker P, Filippucci E, Conaghan P, Rudwaleit M, Schett G, Sieper J, Tarp S, Marzo-Ortega H, Østergaard, M. EULAR aanbevelingen voor het gebruik van beeldvorming bij de diagnose en behandeling van spondyloartritis in de klinische praktijk. Ann Rheum Dis , 2015 Apr ;74(7):1327-1339. Beschikbaar via https://ard.bmj.com/content/74/7/1327
    22. Slobodin G, Eshed I. Non-Radiographic Axial Spondyloarthritis. Isr Med Assoc J. 2015; 17(12): 770-6.
    23. 23,0 23,1 van der Linden S, Valkenburg HA, Cats A. Evaluatie van diagnostische criteria voor ankyloserende spondylitis. Arthritis Rheum. 1984; 27(4): 361-8.
    24. 24.0 24.1 24.2 24.3 24.4 Jordan C, Rhon D. Differential Diagnosis and Management of Ankylosing Spondylitis Masked as Adhesive Capsulitis: A Resident’s Case Problem, Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy, 2012;42:842-852.
    25. 25.0 25.1 Bullough G, Boachie-Adjei O. Atlas of spinal diseases. Hampshire:Gower Medical Publishing, 1987.
    26. bjchealthAU. Modified Schober’s Test. Available from: http://www.youtube.com/watch?v=B9RaFB5BwrQ
    27. bjchealthAU. Lumbar Side Flexion Test. Available from: http://www.youtube.com/watch?v=c-IeFZkPEoE
    28. bjchealthAU. Chest Expansion Test. Available from: http://www.youtube.com/watch?v=SumtVr5c1Qg
    29. Living with a Chronic Disease – The Story of Ankylosing Spondylitis