Annexatie en soevereiniteit

De moderne periode

In de laatste drie decennia van de 19e eeuw ontwikkelden de bevolking en de economie van Texas zich snel. De staat werd in 1870 opnieuw tot de Unie toegelaten onder een nieuwe grondwet. In 1875 waren de Comanches gedwongen in een reservaat in het huidige Oklahoma te gaan wonen. Met de komst van immigranten ontstonden er steden, verspreidde de landbouw zich over de centrale gebieden van de staat en begon de vee-industrie te bloeien op de vlakten van West-Texas. De aanleg van spoorwegen en de toename van de scheepvaart brachten nieuwe verbindingen met de rest van de wereld tot stand. De industrie, aangemoedigd door de jaren van de Burgeroorlog, bleef groeien. Tegen 1900 was de bevolking gegroeid tot meer dan drie miljoen.

Texas
Texas

Een kolonist uit West-Texas die een veld omploegt, ca. 1900.

Bibliotheek van het Congres, Washington, D.C.

De enorme oliestroom die in 1901 bij Spindletop (Beaumont) binnenstroomde, opende een nieuw economisch tijdperk voor de staat. Er werden oliemaatschappijen opgericht; oliemensen begonnen nieuwe afzettingen in de staat te zoeken en te vinden; en raffinage- en marketingactiviteiten zorgden voor nieuwe banen en inkomens voor Texas. Texas leed tijdens de Grote Depressie van de jaren dertig, maar profiteerde later van de enorme industriële expansie die tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvond.

Texas; petroleum
Texas; petroleum

Olieplatforms in Kilgore, Texas, 1939; foto door Russell Lee voor de Farm Security Administration.

Bibliotheek van het Congres, Washington, D.C.

Texas; Great Depression
Texas; Great Depression

Farmers attending a Farm Security Administration project meeting in Marshall, Texas, 1937.

Library of Congress, Washington, D.C.

Economic and population growth continued in the postwar era. Oil refining, chemicals, and petrochemicals continued to dominate, but electronics, aerospace components, and other high-technology items became increasingly important in the last quarter of the 20th century. The population of Texas increased fourfold between 1900 and 1980, when one-third of all Texans were either African American or Hispanic. In het midden van het tweede decennium van de 21e eeuw was de etnische samenstelling nog duidelijker veranderd: bijna 40 procent van de bevolking was Hispanic en 13 procent African American.

Sinds het midden van de 20e eeuw hebben Texanen een steeds belangrijkere rol gespeeld in de nationale politiek. Sam Rayburn, uit Bonham, was 17 jaar lang voorzitter van het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden, een ambtstermijn langer dan die van enig ander persoon. Lyndon B. Johnson, die eerder als Texaans congreslid had gediend, was eind jaren vijftig meerderheidsvoorzitter van de Senaat van de V.S., van 1961 tot 1963 vice-president van de Verenigde Staten en van 1963 tot 1969 president. In 1988 werd George H.W. Bush uit Houston, die van 1981 tot 1989 vice-president van de Verenigde Staten was geweest, tot president gekozen, en hij diende tot 1993. Zijn zoon George W. Bush diende twee termijnen als gouverneur van Texas en was president van de Verenigde Staten van 2001 tot 2009.

DeWitt C. ReddickRalph A. WoosterGregory Lewis McNamee