Bijbel 101: Een korte inleiding tot de Pentateuch

De boeken van Mozes, ook bekend als de Pentateuch of de Torah, zijn de eerste vijf boeken van het Oude Testament: Genesis, Exodus, Leviticus, Numeri en Deuteronomium. Deze teksten zijn zowel in de Joodse als in de Christelijke traditie heilig en nemen in het Oude Testament een vooraanstaande plaats in vanwege hun leerstellingen en verhalen, en vanwege de personages die erin voorkomen. De Torah heeft ook bijgedragen aan de vormgeving van moraliteit, religieuze observantie, cultuur en kunst door de eeuwen heen en in verschillende rijken. Elk boek van de Torah heeft unieke kenmerken en levert een eigen bijdrage aan dit eerste deel van de Bijbel.

Het eerste boek, Genesis, ontleent zijn naam aan het Griekse woord voor generatie of oorsprong. In het Hebreeuws heet het bĕrēʾšît, wat “in den beginne” betekent – de eerste woorden van het boek. De eerste 11 hoofdstukken zijn gericht op het onderwijzen van de waarheid over de mens en de wereld zoals die door God geschapen is. Zij beschrijven ook de intrede van de zonde in de wereld en de gevolgen daarvan voor de mens, zijn verhouding tot God en zijn verhouding tot elkaar. In hoofdstuk 12 begint de “heilsgeschiedenis” pas echt, als God Abraham roept om naar een land te gaan dat hij niet kent. Abraham antwoordt in geloof, en God belooft Abraham tot een groot volk te maken en in hem alle volken van de aarde te zegenen. De rest van Genesis gaat door het verhaal van Abraham, dan zijn zoon Izaäk, gevolgd door Izaäk’s twee zonen, Jakob en Esau. Het verhaal van Jozef en zijn broers sluit het boek Genesis af. In deze gedenkwaardige sage redt Jozef Egypte en de omliggende landen van de hongersnood en redt daarmee zijn familie in Kanaän van de hongerdood en de ondergang. De hele familie verhuist naar Egypte en blijft daar wonen.

Het boek Exodus gaat generaties later verder. De farao van Egypte kent Jozef en zijn verhaal niet, ook al zijn de Hebreeërs inmiddels talrijk. Uit angst voor een opstand verlaagt de farao hen tot slavenarbeid. Mozes wordt dan door God gezonden om met de farao te spreken en ervoor te zorgen dat het volk uit de slavernij wordt bevrijd. Hun bevrijding vindt plaats na een dramatisch duel van 10 plagen, dat kan worden opgevat als goddelijke oorlogsvoering. De God van Abraham, Isaäk en Jakob gaat de strijd aan met de goden van de Egyptenaren, voorgesteld door verschillende natuurelementen en dieren. Een voor een verslaat de Heer de goden van Egypte. Tenslotte stuurt Farao het volk weg, maar verandert dan van gedachten en veroorzaakt het beroemde tafereel van de oversteek van de Rode Zee. Het water opende zich op wonderbaarlijke wijze, waardoor de Hebreeërs konden passeren, maar stortte vervolgens in op de Egyptische strijdkrachten, die daardoor volledig werden verwoest en vernietigd.

In hun nieuw gevonden vrijheid gaan de nakomelingen van Abraham, onder leiding van Mozes, naar de berg Sinaï, waar het verbond tussen God en de Israëlieten formeel werd opgericht. Van dit verbond hebben we nog de Tien Geboden en het fundament van de moraal. De rest van het boek Exodus bevat details over het verbond, de bouw van de tabernakel en de Ark van het Verbond. Er is ook een episode die de afvalligheid van de Israëlieten van het verbond beschrijft, waar Mozes voor het volk bemiddelt en God hun band met hem herstelt.

Het boek Leviticus staat in het centrum van de Torah. Dit benadrukt het belang ervan – het midden van een afdeling of van een boek is een teken van de waarde ervan. Dit is logisch, omdat Leviticus de wetten van het offeren uitlegt, samen met het onderscheid tussen wat profaan en wat heilig is. “Profaan” betekent niet “slecht” – het betekent alleen dat zo’n voorwerp niet Gods aanwezigheid en heiligheid kan bemiddelen. Leviticus biedt het kader voor het volk om het verbond na te leven, met al zijn gepaste offers, om werkelijk Gods heilige volk te worden.

Het boek Numeri beschrijft de reis van het Hebreeuwse volk in de woestijn, als zij van de berg Sinaï naar de rand van het land Kanaän trekken, en dan nog eens 40 jaar door de woestijn moeten trekken. Deze tijd van zuivering is vaak geïnterpreteerd als een analogie van het geestelijke leven. Ieder mens moet door het leven gaan als een voorbereiding en een loutering, een reis van geloof, hoop en liefde.

Het laatste boek van de Pentateuch is Deuteronomium, een naam die “tweede wet” betekent, en het presenteert een reeks verhandelingen die door Mozes aan het volk van Israël worden gegeven op de vlakten van Moab. Op dit punt hebben zij de 40-jarige reis volbracht en maken zij zich op om het land Kanaän binnen te trekken. Mozes bereidt het volk voor door hun geschiedenis tot op dit moment in herinnering te brengen; hij herinnert hen ook aan hun verplichtingen en Gods zegeningen over hen. Hij waarschuwt hen ook voor de gevolgen van ontrouw. Zo sluit de Pentateuch af met een gevoel van voorbode: God is altijd trouw … maar zullen de mensen dat ook zijn?

Zuster Anna Marie McGuan, R.S.M., is Directeur Christelijke Vorming in het Bisdom van Knoxville. Lees hier meer uit de Bijbel 101 serie.