Breast Cancer Hormone Receptor Status

Borstkankercellen die tijdens een biopsie of operatie worden weggenomen, worden getest om te zien of ze bepaalde eiwitten hebben die oestrogeen- of progesteronreceptoren zijn. Wanneer de hormonen oestrogeen en progesteron zich aan deze receptoren hechten, bevorderen zij de groei van de kanker. Kankers worden hormoonreceptor-positief of hormoonreceptor-negatief genoemd op basis van het al dan niet aanwezig zijn van deze receptoren (eiwitten). Weten wat de hormoonreceptorstatus is, is belangrijk voor het bepalen van de behandelingsopties. Vraag uw arts naar uw hormoonreceptorstatus en wat dit voor u betekent.

Wat zijn oestrogeen- en progesteronreceptoren?

Receptoren zijn eiwitten in of op cellen die zich kunnen hechten aan bepaalde stoffen in het bloed. Normale borstcellen en sommige borstkankercellen hebben receptoren die zich hechten aan de hormonen oestrogeen en progesteron, en zijn van deze hormonen afhankelijk om te groeien.

Borstkankercellen kunnen een, beide of geen van deze receptoren hebben.

  • ER-positief: Borstkankers die oestrogeenreceptoren hebben, worden ER-positieve (of ER+) kankers genoemd.
  • PR-positief: Borstkankers met progesteronreceptoren worden PR-positieve (of PR+) kankers genoemd.
  • Hormoonreceptor-positief: Als de kankercel een of beide van de bovenstaande receptoren heeft, kan de term hormoonreceptor-positieve (ook wel hormoon-positieve of HR+) borstkanker worden gebruikt.
  • Hormoonreceptor-negatief: Als de kankercel noch de oestrogeen-, noch de progesteronreceptor heeft, wordt het hormoonreceptornegatief genoemd (ook wel hormoonnegatief of HR- genoemd).

Het voorkomen dat de hormonen oestrogeen en progesteron zich aan de receptoren hechten, kan helpen voorkomen dat de kanker groeit en zich uitbreidt. Er zijn geneesmiddelen die hiervoor kunnen worden gebruikt.

Waarom is het belangrijk de hormoonreceptorstatus te kennen?

Weten wat de hormoonreceptorstatus van uw kanker is, helpt artsen bij het beslissen hoe de kanker moet worden behandeld. Als uw kanker een of beide hormoonreceptoren heeft, kunnen geneesmiddelen voor hormoontherapie worden gebruikt om het oestrogeenniveau te verlagen of te voorkomen dat oestrogeen op de borstkankercellen inwerkt. Dit soort behandeling is nuttig voor hormoonreceptor-positieve borstkankers, maar werkt niet bij tumoren die hormoonreceptor-negatief zijn (zowel ER- als PR-negatief).

Alle invasieve borstkankers moeten worden getest op beide hormoonreceptoren, hetzij in het biopsiemonster of wanneer de tumor met een operatie wordt verwijderd. Ongeveer 2 van de 3 borstkankers hebben ten minste één van deze receptoren. Dit percentage is hoger bij oudere vrouwen dan bij jongere vrouwen. DCIS moet ook op hormoonreceptoren worden gecontroleerd.

Wat betekenen de resultaten van de hormoonreceptortest?

Een test, immunohistochemie (IHC) genaamd, wordt meestal gebruikt om te achterhalen of kankercellen oestrogeen- en progesteronreceptoren hebben. De testresultaten helpen u en uw kankerzorgteam bij het nemen van de beste beslissingen over de behandeling.

De testresultaten geven u uw hormoonreceptorstatus. Een tumor is hormoonreceptor-positief als ten minste 1% van de geteste cellen oestrogeen- en/of progesteronreceptoren heeft.

Hormoonreceptor-positieve (of hormoon-positieve) borstkankercellen hebben ofwel oestrogeenreceptoren (ER), ofwel progesteronreceptoren (PR), ofwel beide. Deze borstkankers kunnen worden behandeld met geneesmiddelen voor hormoontherapie die de oestrogeenspiegel verlagen of de oestrogeenreceptoren blokkeren. Hormoonreceptor-positieve kankers hebben de neiging langzamer te groeien dan kankers die hormoonreceptor-negatief zijn. Vrouwen met hormoonreceptor-positieve kankers hebben meestal betere vooruitzichten op de korte termijn, maar deze kankers kunnen soms vele jaren na de behandeling terugkomen.

Hormoonreceptor-negatieve (of hormoonnegatieve) borstkankers hebben geen oestrogeen- of progesteronreceptoren. Behandeling met hormoontherapiemiddelen is bij deze vormen van kanker niet zinvol. Deze kankers hebben de neiging sneller te groeien dan hormoonreceptor-positieve kankers. Als ze na behandeling terugkomen, is dat vaak in de eerste paar jaar. Hormoonreceptor-negatieve kankers komen vaker voor bij vrouwen die nog niet in de menopauze zijn

Triple-negatieve borstkankercellen hebben geen oestrogeen- of progesteronreceptoren en maken ook niet te veel van het eiwit HER2 aan. Deze vormen van kanker komen vaker voor bij vrouwen jonger dan 40 jaar, met een Afro-Amerikaanse achtergrond of met een mutatie in het BRCA 1-gen. Triple-negatieve borstkankers groeien en verspreiden zich sneller dan de meeste andere soorten borstkanker. Omdat de kankercellen geen hormoonreceptoren hebben, is hormoontherapie niet nuttig bij de behandeling van deze kankers. En omdat ze niet te veel HER2 hebben, helpen medicijnen die HER2 aanpakken ook niet. Chemotherapie kan nog wel nuttig zijn. Zie Triple-negatieve borstkanker voor meer informatie.

Drievoudig-positieve vormen van kanker zijn ER-positief, PR-positief en HER2-positief. Deze vormen van kanker kunnen worden behandeld met hormoonmedicijnen en met medicijnen die HER2 aanpakken.