Captain of industry
Sommige 19e-eeuwse industriëlen die “captains of industry” werden genoemd, overlappen met die welke “robber barons” worden genoemd. Hiertoe behoren mensen als Cornelius Vanderbilt, Andrew Carnegie, Andrew Mellon, Henry Ford, Leland Stanford en John D. Rockefeller. De term werd bedacht door Thomas Carlyle in zijn boek uit 1843, Past and Present.
De onderwijsafdeling van de National Endowment for the Humanities heeft een lesplan voor scholen opgesteld met de vraag of “roofridder” of “captain of industry” de betere terminologie is. De les stelt dat het probeert leerlingen te helpen “een onderscheid te maken tussen roofridders en captains of industry. De leerlingen zullen enkele van de minder eerbare daden ontdekken, maar ook de gewiekste zakelijke zetten en de zeer liefdadige daden van de grote industriëlen en financiers. Er wordt wel beweerd dat ons land alleen maar de grootste industriële macht ter wereld kon worden omdat deze mensen grote hoeveelheden kapitaal konden vergaren. Sommige van de daden van deze mannen, die alleen konden plaatsvinden in een periode van economische laissez faire, leidden tot slechte omstandigheden voor de arbeiders, maar hebben uiteindelijk misschien ook onze huidige levensstandaard mogelijk gemaakt.”