De Horai, Griekse godinnen van de seizoenen
Privacy & Cookies
Deze site maakt gebruik van cookies. Door verder te gaan, gaat u akkoord met het gebruik ervan. Lees meer, inclusief hoe u cookies kunt beheren.
Horae Serenae. Sir. E. J. Poynter.
In de Griekse mythologie de godinnen van de uren, seizoenen en de orde van de natuur, dochters van Zeus en Themis zij vertegenwoordigen rechtvaardigheid en ordelijkheid in de natuur, en bewaakten de poorten van Olympus als dienstmaagden van Hera. Hun namen waren Dike of “Gerechtigheid”, Eirene of “Vrede”, en Eunomia of “Goede Orde”. Volgens Hesiod bestonden de Horae uit Acme als ‘Tijd en Orde’, Eunomia was ‘Gerechtigheid’, en Eirene was ‘Vrede’. Daarnaast waren de eerste generatie van de Horae Thallo of Thalette, Auxo of Auxesia, en Carpo. Volgens Pausanias werden zij Eunomia of ‘Goede Orde’ genoemd, Dike of ‘Gerechtigheid’, en Eirene voor ‘Vrede’.
Statbeeld van Eirene.
De eerste generatie van de Horae, gelatiniseerd als Horae, waren de godinnen van de seizoenen en de natuur. Auxo betekende ‘vermeerderaar’ als in plantengroei en dus de godin van de groei en werd vereerd naast Hegemone in Athene als een van hun twee Charites. Thallo, ‘diegene die bloesems brengt’, was de godin van de lente, knoppen en bloesems, en werd de beschermster van de jeugd. Carpo of Carpho en ook Xarpo, werd vertaald als ‘hij die voedsel brengt’ en ook als ‘rijping’. Karpos betekent in het Grieks ‘gewas’ of ‘vrucht’. Carpo was verantwoordelijk voor de herfst, de rijping en de oogst. Zij was ook een begeleidster van Persephone, Aphrodite en Hera, en werd geassocieerd met Dionysus, Pan en Apollo. Ze werd ook geassocieerd met de Gratiën of Liefdadigheden en Demeter de ‘brenger van de seizoenen’, en in verband gebracht met de geboorte, de opvoeding en het huwelijk van goden en helden.
Standbeeld van Dike.
De Horae werden beschouwd als weldadige godinnen van het weer en schenkers van het lente- en herfstseizoen. De tweede generatie werd vooral in Athene en Argos vereerd, namelijk Eunomia, Eirene en Dike, en waren de wet- en ordegodinnen. Een derde generatie van de Horae werd door andere antieke auteurs erkend. Zij waren Pherusa of Pherousa, de godin van de landerijen, plus Euporie of Euporia, de godin van de overvloed, en Orthosie, de godin van de voorspoed. De Argive Horae waren Damia en Auxesia en werden verondersteld zomer en winter te zijn. De seizoensgebonden Horae werden vaak afgebeeld als mooie jonge vrouwen omringd door vegetatie en bloemen en andere vruchtbaarheidssymbolen.