De Nobelprijs Het Nobelprijs Logo
De toespraak van Linus Pauling bij het Nobel-banket in Stockholm, 10 december 1954
Uwe Majesteiten, Koninklijke Hoogheden, Excellenties, Dames en Heren:
Het is een grote eer om tot Nobelprijswinnaar te worden gekozen; niet alleen een grote eer, maar ook een groot genoegen, en sprekend niet alleen voor mijzelf, maar ook voor mijn vrouw en onze kinderen, dank ik u allen.
Ik heb gemerkt dat het altijd een groot genoegen is om naar Zweden te komen. Ik voel mij thuis in Zweden: ook al is het landschap om ons heen besneeuwd, in plaats van de groene (of soms bruine) heuvels van Zuid-Californië, toch voel ik, uitgaande van het Zweedse volk, de stralen van sympathie, van het homologe karakter, zo sterk dat ik mijzelf bijna als een Zweed ga beschouwen.
Ik herinner mij mijn eerste nauwe band met Zweden. In de periode 1923-1925 leerde ik Dr. Albert Björkeson goed kennen, die als jonge natuurkundige twee jaar onderzoek deed in de Norman Bridge Laboratories van het California Institute of Technology. Ik werkte met hem samen aan een wetenschappelijk werkstuk, en door hem leerde ik iets over uw prachtige land.
Toen, in 1947, hadden mijn vrouw en ik het voorrecht hier, in de prachtige stad Stockholm, een bezoek te brengen en zelfs deel te nemen aan een banket dat voor het Internationale Congres voor Cytologie, in deze zaal werd gehouden. En vorig jaar, in 1953, waren we blij weer naar Zweden te kunnen komen – en ik had het genoegen en de eer in het Concertgebouw te mogen spreken over een wetenschappelijk onderwerp waarin ik zeer geïnteresseerd ben – de stochastische methode (dat wil zeggen, hoe men goede gissingen kan maken – het woord komt van het Griekse stocastikoV, de waarheid door gissingen te achterhalen) en de structuur van proteïnen. Sinds deze eerdere bezoeken hebben mijn vrouw en ik gehoopt het Concertgebouw en dit prachtige stadhuis, een prachtig voorbeeld van de beste moderne architectuur, nog eens te kunnen zien, en wij danken u voor het voorrecht hier bij deze gelegenheid aanwezig te mogen zijn.
Ik hoop dat men mij niet minder Amerikaans burger zal vinden als ik zeg dat ik mijzelf vanaf nu als een ere-Zwede zal beschouwen.