Een korte geschiedenis van bijbelvertalingen | Wycliffe Bijbelvertalers

Er is nauwelijks een eeuw in het christelijke tijdperk waarin niet ergens een of andere bijbelvertaling plaatsvond. Dat is opmerkelijk.

Het lijkt er werkelijk op dat Bijbelvertaling altijd een integraal onderdeel is geweest van Gods zending. Nergens is dit meer opvallend dan in de vroege Syrische kerk. Verbazingwekkend genoeg werd de kerk die Saulus in Handelingen 9 wilde vervolgen, een centrum voor zending. De eerste vertaling van de Schriften in het christelijke tijdperk was in het Syrisch rond 170 na Christus, zoals gesproken in Damascus!

Bijbelvertalingen verspreidden zich vervolgens van Syrië in de eeuwen daarna naar Armenië, Georgië, Samarkand en verder. De Septuagint was in dit stadium bijna altijd de brontekst voor het Oude Testament. Dit was een vertaling uit het Hebreeuws in het Grieks, voltooid rond 130 v.C., voor Grieks sprekende Joden. Het was wat Paulus gebruikte bij het citeren van het Oude Testament. U weet wat ze zeggen: ‘Als het goed genoeg was voor Paulus, is het goed genoeg voor…’

De Schriften beschikbaar maken voor gewone mensen

Een man die niet overtuigd was door dit argument was Hiëronymus. Rond 382 na Christus gaf de Paus zijn secretaris, Hiëronymus, de opdracht een nieuwe vertaling in het Latijn te maken, omdat de op de Septuagint gebaseerde versies, laten we zeggen, nogal rommelig waren. Hiëronymus begon aan deze taak met gemelde huiver, maar ook met grote ernst. Hij leerde Hebreeuws en kreeg, dankzij het werk van Origenes, toegang tot Schriftteksten in zowel Hebreeuws als Grieks. De aan hem toegeschreven opmerking dat “onwetendheid van de Schrift onwetendheid van Christus is”, onthult iets van zijn passie.

De vertaling die hieruit voortkwam, gemaakt in het Latijn van het volk, is bij ons bekend als de Vulgaat. We realiseren ons nauwelijks hoeveel van Jerome’s sleuteltermen we in het Engels hebben overgenomen. Woorden als Schrift, verlossing, rechtvaardiging en wedergeboorte vonden hun weg naar het Engels via hun Latijnse vorm in de Vulgaat.

John Wycliffe

Vertalingen in de Middeleeuwen

Je zou kunnen denken dat er in de ‘Donkere Middeleeuwen’ niet veel bijbelvertalers aan het werk zijn geweest. Het was zeker de tijd waarin de islamitische expansie ervoor zorgde dat de kerk in een gesloten modus ging en naar binnen keek. En toch was dit de tijd van Cyrillus en Methodius, missionarissen en bijbelvertalers voor de Slaven. Er was ook een indrukwekkende activiteit in het vertalen van passages uit de Schrift in het Arabisch in Sevilla, Bagdad en Damascus. We weten ook dat Bede het Evangelie van Johannes in het Oud-Engels vertaalde. Peter Waldo deed soortgelijke dingen in Frankrijk.

John Wycliffe ontpopte zich in het Engeland van de 14e eeuw als een vooraanstaand tegenstander van privileges en macht in de Kerk. Tegen het einde van zijn leven gaf hij uiting aan zijn overtuigingen door de Schriften vanuit de Vulgaat te vertalen in het Middel-Engels voor het gewone volk. Na zijn dood werd Wycliffe geëxcommuniceerd, zijn lichaam opgegraven en verbrand. Maar in tegenstelling tot degenen vóór hem, had Wycliffe een effect dat in heel Europa doorwerkte: Jan Hus en anderen in Praag produceerden Schriften in het Hongaars en Boheems. Hus werd tot ketter verklaard en prompt op de brandstapel gezet.

Nieuwe bronnen

Twee gebeurtenissen in de 15e eeuw veranderden de loop van het Bijbelvertalen als weinig anders. Gutenbergs ontwikkeling van de drukpers is bekend, maar de val van Constantinopel in 1453 wordt vaak over het hoofd gezien. De kennis van en toegang tot de Griekse en Hebreeuwse teksten was in de Westerse Kerk opgedroogd. Het was de Oosterse Kerk die deze oude kennis had bewaard, dus toen Constantinopel viel, vluchtten geleerden naar het westen, hun Griekse en Hebreeuwse teksten vasthoudend. Zij kwamen terecht in Parijs, Londen en Rotterdam. Het was Erasmus van Rotterdam die in 1516 een editie van de Griekse tekst van het Nieuwe Testament produceerde.

Een Wycliffe Bijbel

Het drukken van Bijbels schiep geheel nieuwe distributiemogelijkheden en het beschikbaar hebben van de Griekse tekst betekende dat er veel nauwkeuriger vertaald kon worden. Combineer deze twee factoren met het groeiende verlangen van mensen als Wycliffe om zelf de Schriften te lezen en je ziet hoe het Bijbelvertaalgebeuren was veranderd. Tegen 1600 waren er gedrukte versies van de hele Bijbel verschenen in 15 Europese talen.

Baanbrekend werk

William Tyndale

William Tyndale’s vertaling van de Bijbel in het Engels in de jaren 1530 springt eruit voor Engelstaligen. Hij bedacht zo veel uitdrukkingen die krachtig communiceerden. Zijn gebruik van de boogschuttersterm voor het missen van het doel, ’to sin’, was meesterlijk. Zo ook zijn ingenieuze uitvinding ‘at-one-ment’. Veel andere uitdrukkingen, zoals ‘land der levenden’, ‘de scheiding der wegen’, ‘mijn oogappel’, zijn zo vertrouwd dat we hun bijbelse oorsprong vergeten. De King James Version, gepubliceerd in 1611, behield veel van Tyndale’s baanbrekende werk.

Het tempo van bijbelvertalen nam in de volgende 200 jaar af, maar door de groei van zending rond de kusten van Afrika en India, kwam het in het eerste deel van de 19e eeuw weer op gang. Henry Martyn stierf uitgeput in Armenië op de leeftijd van 31 jaar, maar niet voordat hij het Nieuwe Testament in drie talen had vertaald! William Carey’s zending vanuit Serampore in India zag werk in 40 talen. Tegen 1880 was de Yoruba-sprekende Anglicaanse bisschop Samuel Ajayi Crowther de eerste Afrikaanse vertaler in de moedertaal geworden. Dit alles werd echter tot stilstand gebracht toen de koloniale opvattingen de overhand kregen: Europese talen waren voldoende’. Een nieuw duister tijdperk brak aan!

Hoopvolle tekenen

In de 20e eeuw kwamen er steeds hoopvollere tekenen, toen de aderlating van 1914-18 achter de rug was. SIL, opgericht in 1934 door Cameron Townsend, en de Wycliffe organisaties die volgden stonden aan de basis van een groeiende focus op bevolkingsgroepen die het evangelie nog niet hadden gehoord.

Dit was de eeuw waarin nieuwe technologieën opnieuw een enorme impact hadden op Bijbelvertaalwerk: de computer, mobiele telefoon en internet revolutioneerden zowel de methode, het tempo en de kwaliteit van het vertalen als de distributie.

Vrouwen begonnen het voortouw te nemen in Bijbelvertaling. Pandita Ramabai, een Indiase bekeerlinge uit een hoge kaste, is een opmerkelijk voorbeeld. Toen ze 24 was, was ze straatarm: een verarmde, weesweduwe. Zij leerde Grieks en Hebreeuws om de Schriften in het Marathi te vertalen en voltooide haar vertaling vlak voor haar dood in 1922. Het derde SIL trainingskamp, gehouden in 1936, zag Florrie Hansen (later Cowan) en Eunice Pike vertrekken om samen in Mexico te gaan werken – zonder echtgenoten!

Tegen het einde van de eeuw ontstonden er Bijbelvertaalorganisaties in het ene land na het andere. Wat een incidentele vlaag van vertaalactiviteit was geweest, was een wereldwijde beweging geworden!

Nepalese Bijbel op een tablet

Het doorlopende verhaal

Heden ten dage is de hele Bijbel vertaald in bijna 700 verschillende talen, en met meer dan 2.500 actieve vertaalprojecten in uitvoering is de Bijbelvertaalbeweging sterker dan ooit.

Hoewel deze beweging niet onomstreden is. Zowel regeringen als kerken blijven pleiten voor de toereikendheid en doelmatigheid van slechts een paar wereldtalen ten koste van de rest, en de vertaalagenda heeft de neiging de wensen te weerspiegelen van degenen met financiële macht in plaats van die met lokaal inzicht.

Maar de les van de geschiedenis is dat de Bijbelvertaalbeweging niet gemakkelijk uit te doven is. Als, zoals wijlen de in Gambia geboren historicus Dr Lamin Sanneh suggereerde, Christus zelf de grootste daad van vertaling is – God vertaald in de mensheid – kunnen we er zeker van zijn dat het Bijbelvertaalverhaal nog niet voorbij is!

David Morgan

David Morgan heeft 16 jaar in verschillende functies in Centraal Afrika gewerkt; daarna heeft hij 12 jaar aan het hoofd gestaan van Wycliffe’s trainingsprogramma in het Verenigd Koninkrijk en nu werkt hij in een managementfunctie ter ondersteuning van Bijbelvertaling in Eurazië. Hij geeft jaarlijks een presentatie over Bijbelvertaalgeschiedenis aan de School voor Taal en Schrift.