Eens zijn met, eens zijn over, eens zijn met, of eens zijn dat?

200 Veelvoorkomende Fouten Cursus
Een plaats waar ik veel studenten fouten zie maken is in het gebruik van het werkwoord eens zijn. Specifiek, welk voorzetsel moet je erachter gebruiken. Ben je het ergens mee eens, ben je het ergens mee eens of ben je het ergens mee eens?

We gebruiken eigenlijk ALLES in het Engels – maar in verschillende situaties. Dus vandaag leer je 5 manieren om het werkwoord agree correct te gebruiken, met voorbeeldzinnen om je de juiste manier te laten zien.

Agree with

We zijn het eens met een persoon als we dezelfde mening hebben als die persoon.

Als iemand zegt “Ik denk dat het belangrijk is om het milieu te beschermen” en je deelt die mening, kun je zeggen “Ik ben het met je eens.” Je kunt ook gewoon zeggen: “Ik ben het met je eens.” Hier zijn nog een paar voorbeelden van het eens zijn met iemand anders:

  • Mijn lerares zegt dat lezen heel belangrijk is, en ik ben het met haar eens.
  • Ik ben het niet eens met mijn familieleden als het over politiek gaat.

We kunnen het ook eens of oneens zijn met een uitspraak, een besluit, een artikel, een mening, een idee, of een andere vorm van communicatie of standpunt:

  • Dit is een goed onderbouwd boek, en ik ben het eens met de meeste punten die erin staan.
  • Mijn ouders steunen die politicus omdat ze het eens zijn met haar standpunt over de economie.

Overeenstemming over

We zijn het eens over of over een onderwerp of plan. Hier zijn enkele voorbeelden:

  • Iedereen in het team is het eens over een datum voor de vergadering.
  • Mijn man en ik zijn het eens over de beste manier om onze kinderen op te voeden.
  • De studenten moeten het eens worden over hoe ze het project gaan doen.
  • We kunnen vrienden zijn, ook al zijn we het niet over alles eens.

Let op het verschil – we zijn het eens over/over een onderwerp; we zijn het eens met iemands mening/uitspraak over een onderwerp.

Kijk eens naar deze twee voorbeelden – stel dat ik vegetariër ben en mijn zus niet.

  • Mijn zus en ik zijn het niet eens over de ethiek van het eten van vlees.
  • Ik ben het niet eens met de mening van mijn zus over het eten van vlees.

Ben het ermee eens dat

Ben het ermee eens dat wordt gevolgd door het ding waarover we het eens zijn.

Het verschil met het vorige voorbeeld is dat eens zijn over/over wordt gevolgd door een zelfstandig naamwoord of een vraagwoord (eens zijn over politiek, eens zijn over waar het feest wordt gehouden), terwijl eens zijn dat wordt gevolgd door een onderwerp + werkwoord, of de -ING vorm van het werkwoord:

  • Hij was het ermee eens dat het een geweldige film was.
  • I agree that saving 10% of your salary is a good idea.
  • She agrees that we should clean the house more often.
  • Doctors agree that washing your hands helps keep you healthy.

Agree to

We agree to do an action – so agree to is followed by a verb – and this means you promise to do the action:

  • I agreed to give them a ride home from work.
  • We all agreed to meet up at 8:00.
  • He’s so lazy; he never agrees to help out.
  • I lent her money and she agreed to pay me back tomorrow.

We can also agree to the terms of a contract; this means we consent to it, we accept it:

  • Hey, I never agreed to this price increase!

What to say after “agree”:

So let’s review:

  • Agree with a person: Everyone agrees with me
  • Agree with a statement/idea/opinion: I agree with his perspective.
  • Agree on/about a topic: We zijn het eens over de beste manier van handelen.
  • Zijn het erover eens dat iets waar/goed is: Ze zijn het erover eens dat een verontschuldiging nodig is.
  • Komen overeen iets te doen: Ze stemde ermee in me te helpen studeren voor het proefwerk.

Zeg niet “ik ben het eens”

Een laatste tip: zeg nooit “ik ben het eens” – dat is onjuist.

Zeg altijd “ik ben het eens” en gebruik vervolgens een van de woorden die je in deze les hebt geleerd – eens met, eens over/over, eens dat, eens met.

Het is heel makkelijk om deze kleine foutjes te maken als je Engels leert, en het is moeilijk om je eigen fouten te ontdekken en te verbeteren!

Als docent zie ik veel van dezelfde fouten vaak door leerlingen worden gemaakt – en daarom heb ik de cursus 200 veelgemaakte fouten in het Engels gemaakt.

In deze cursus leer je de meest gemaakte fouten in grammatica, woordenschat, spelling en uitspraak – zodat je ze kunt herkennen en voorkomen.

Fix your English errors FAST!

Learn more about this course