Eerwaarde Jesse L. Jackson

Prominente burgerrechtenactivist en politiek leider Eerwaarde Jesse Louis Jackson, Sr. werd geboren als Jesse Louis Burns op 8 oktober 1941 in Greenville, South Carolina als zoon van Helen Jackson en Noah Robinson. Zijn moeder hertrouwde later met Charles Henry Jackson, die Jackson en zijn broer Charles formeel adopteerde. Jackson behaalde zijn middelbare schooldiploma aan de Sterling High School in Greenville, en in 1959 kreeg hij een sportbeurs om naar de Universiteit van Illinois in Urbana-Champaign te gaan. Na zijn eerste jaar stapte Jackson over naar de North Carolina A&T University in Greensboro, North Carolina.
Op de North Carolina A&T, bleef Jackson uitblinken in sport. Hij was een ere-student en voorzitter van zijn studentenvereniging. Op 31 december 1962 trouwde Jackson in Greenville met zijn klasgenote, Jacqueline Lavinia Brown. Teruggekeerd naar North Carolina A&T, raakte hij betrokken bij de Civil Rights Movement en sloot zich aan bij de Greensboro afdeling van de Council on Racial Equality (CORE). In 1963 hielp Jackson bij het organiseren van verschillende sit-ins, waarbij plaatselijke restaurants en theaters in Greensboro werden gedesegregeerd. Jackson werd gekozen tot velddirecteur van CORE’s zuidoostelijke operaties, en voorzitter van de North Carolina Intercollegiate Council on Human Rights. In 1964 was hij ook afgevaardigde bij de Nationale Conventie van de Jonge Democraten. In datzelfde jaar studeerde Jackson af aan North Carolina A&T met een B.S. graad in sociologie. Daarna ontving hij een Rockefeller-beurs om zijn postdoctorale studie te beginnen aan het Chicago Theological Seminary in Chicago, Illinois.
In 1965 verliet Jackson het seminarie om zich aan te sluiten bij Dr. Martin Luther King, Jr. en de Southern Christian Leadership Conference (SCLC) om te marcheren in Selma, Alabama. In die tijd werd Jackson tot predikant gewijd, hoewel hij niet naar het seminarie was teruggekeerd. In 1966 benoemde Dr. King Jackson tot lid van het economische programma van de SCLC in Chicago, Operation Breadbasket. Het doel van Operation Breadbasket was het stimuleren van de economie van Afro-Amerikaanse bedrijfseigenaren en het scheppen van werkgelegenheid voor Afro-Amerikaanse arbeiders. Op 25 december 1971 werd Operation Breadbasket omgedoopt tot Operation PUSH – People United to Serve Humanity.
In het volgende decennium bleef Jackson betrokken bij de lokale, nationale en internationale politiek. In 1983 onderhandelde Jackson over de vrijlating van de Amerikaanse piloot Robert Goodman, een krijgsgevangene in Syrië. In 1984 en 1988 stelde Jackson zich kandidaat voor het presidentschap van de Verenigde Staten. Als Democratische kandidaat kreeg hij massale steun en overtrof hij de verwachtingen wat betreft het aantal ontvangen afgevaardigden. Jackson’s verkiezingscampagne droeg ook bij aan de registratie van twee miljoen nieuwe kiezers.
Jackson verhuisde in 1989 naar Washington, D.C. In die tijd creëerde de gemeenteraad van Washington twee posities van schaduwsenator om in het Amerikaanse Congres te lobbyen voor de status van Washington, D.C. Jackson won een van de senaatszetels, zijn eerste verkozen positie.
In 1991 kreeg Jackson opnieuw internationale bekendheid toen hij onderhandelde over de vrijlating van honderden buitenlanders in Koeweit onder het regime van Saddam Hoessein. In datzelfde jaar werd zijn beeltenis afgebeeld op een poststempel van de United States Post Office. Jackson is de tweede levende persoon die ooit zo’n eer te beurt viel. President Bill Clinton benoemde Jackson vervolgens in 1997 tot speciaal gezant voor de democratie in Kenia, waarna hij hem in maart 2000 de Presidential Medal of Freedom toekende. Jackson was van 1992 tot 2000 gastheer van het CNN televisieprogramma Both Sides With Jesse Jackson. Hij heeft talrijke columns geschreven en is (mede-)auteur van diverse boeken, waaronder Keep Hope Alive (1989) en It’s About The Money (1999).
Jackson en de Rainbow PUSH Coalition hebben in de loop der jaren talrijke evenementen georganiseerd die de aandacht vestigen op problemen waar alle Amerikanen mee te maken hebben, zoals economische vooruitgang, rechten van werknemers, arbeidsomstandigheden, kiezersregistratie, onderwijs en het opstellen van rassenprofielen. Hij ontving meer dan veertig eredoctoraten, ontving de NAACP Springarn Award, en stond in de top tien van meest gerespecteerde Amerikanen. In 2000 ontving Jackson een eredoctoraat van zijn vroegere school, Chicago Theological Seminary. Het seminarie erkende Jacksons ontelbare jaren van burgerdienst aan de Amerikaanse gemeenschap.
In 2003 richtte Jackson het Wall Street Project op. Dit project heeft tot doel de economische kansen en vooruitgang van Afro-Amerikanen te vergroten door bedrijven in Amerika te beïnvloeden om de economische groei en kansen bij minderheidsgemeenschappen en bedrijven te vergroten. In 2004 werd Jackson radiopresentator voor de nationaal gesyndiceerde talkshow Keep Hope Alive.
Jackson en zijn vrouw Jacqueline wonen momenteel in Chicago, Illinois en Washington, D.C. Ze hebben vijf kinderen, Santita Jackson, U.S. Congreslid Jesse Jackson, Jr., Jonathan Jackson, Yusef Jackson, en Jacqueline L. Jackson.