Effecten van antibiotica op het immuunsysteem van zoogdieren
Studies over de immuuneffecten van antibiotica staan nog in de kinderschoenen. De meeste momenteel beschikbare gegevens vallen in de categorie anekdotisch – er zijn geen standaardtests voor de bepaling van immuunremming of -versterking. De meeste studies werden in vitro uitgevoerd; er wordt een minimale correlatie gelegd tussen het werkingsmechanisme en de intracellulaire penetratie van de testantibiotica, en de mechanismen van de waargenomen effecten zijn grotendeels niet onderzocht en verklaard. De waarnemingen zijn dus vaak tegenstrijdig en moeilijk te interpreteren. Niettemin is het duidelijk geworden dat bepaalde antibiotica inderdaad een krachtige immunomodulerende werking hebben. De klinische gevolgen van een dergelijke immunomodulatie zijn onbekend, aangezien er weinig studies zijn verricht bij patiënten die antibiotica krijgen en vrijwel geen studies het effect van antibiotica op het immuunsysteem hebben onderzocht van diegenen die het grootste risico lopen om een nadelig effect te ondervinden, namelijk de immuungecompromitteerde patiënt. Goed geplande studies over de werking van antimicrobiële stoffen, waarbij de snel groeiende kennis van het immuunsysteem die thans wordt gegenereerd wordt aangepast en gebruik wordt gemaakt van de vooruitgang in de technologie voor het onderzoek van de immune beïnvloeders, zijn dringend nodig. Met een beter begrip van de effecten van dergelijke agentia op zowel de gastheercellen als de doelcellen, is het denkbaar dat in de toekomst de antibioticatherapie zal bestaan uit regimes die niet alleen een optimale anti-infectieve therapie bieden, maar ook een optimale immunomodulerende ondersteuning.