Gene Krupa: de man die alles mogelijk maakte

Drummer Gene KrupaAls er iemand is die als de grondlegger van het moderne drumstel kan worden beschouwd, dan is het Gene Krupa wel. Krupa legitimeerde een verzameling instrumenten bekend als de “traps” in een tijd dat zowel het instrument als de spelers ervan nauwelijks werden getolereerd. Hij leidde een revolutie tegen deze heersende houding die de drumset op de muzikale kaart zette.

Gene bracht vele “primeurs” in het drummen. Hij was de eerste drummer die werd opgenomen met een basdrum. Hij was de eerste die de uitgebreide drumsolo populariseerde. En hij was de eerste jazzmuzikant die een matinee-idool werd en in meer dan twintig speelfilms te zien was. Maar terwijl Gene er als enige verantwoordelijk voor was dat de drums uit de achtergrond verdwenen en in het middelpunt van de belangstelling kwamen te staan, was hij net zo belangrijk voor zijn muzikale bijdrage aan de jazz, en zijn invloed strekt zich uit tot op de dag van vandaag.

Gene Krupa werd geboren op 15 januari 1909, en groeide op in Chicago’s South Side. Van 1915 tot 1929 was Chicago een belangrijk centrum van vernieuwende muziek, dat topinstrumentalisten aantrok in de opkomende stijl die bekend staat als jazz. Toen hij als loopjongen in een plaatselijke muziekwinkel werkte, raakte Gene ondergedompeld in de muziek en uiteindelijk viel zijn oog op de drums. Op dertienjarige leeftijd kreeg hij zijn eerste baantje als drummer en hij keek nooit meer om.

In 1935, na in verschillende bands in Chicago en New York gewerkt te hebben, werd Gene lid van wat al snel de populairste band van het land zou worden – het Benny Goodman Orchestra. Zijn opname van “Sing, Sing, Sing” met de Goodman band staat nog steeds te boek als een van de grote drumpartijen aller tijden.

Gene verliet de Goodman band in 1938 om zijn eigen big bands en kleine groepen te gaan leiden. In 1951 werd hij een sterspeler in Norman Granz’s beroemde Jazz At The Philharmonic tourneeshows, waar enkele van de beste musici uit die tijd optraden. In 1954 opende hij samen met Cozy Cole een drumschool in New York City. In twee jaar tijd had de school een gemiddelde van 135 tot 150 leerlingen per week, waarmee Gene’s invloed op de drumgemeenschap werd vergroot.
Na een hartaanval in 1960 richtte Gene zich op het leiden van trio’s en kwartetten. Hij ging in 1967 met pensioen, maar keerde drie jaar later terug op het podium. Een van zijn laatste en meest gedenkwaardige optredens was een reünieconcert met Benny Goodman, Teddy Wilson, en Lionel Hampton in Carnegie Hall in 1973, dat plaatsvond kort voor Gene’s dood aan leukemie op 16 oktober van dat jaar. Gene Krupa was onbetwistbaar de eerste drummer in de geschiedenis die een positie van wereldfaam bereikte. Als zodanig wordt hij nog steeds geëerd en gerespecteerd door drummers over de hele wereld.