Geschiedenis van de Democratische Republiek Congo
De Onafhankelijke Congostaat
Koning Leopold II van de Belgen zette de verovering in gang van het enorme domein dat zijn persoonlijk leengoed zou worden. De aandacht van de koning werd op de regio gevestigd tijdens de verkenning van de Congo-rivier door de Britse ontdekkingsreiziger en journalist Henry Morton Stanley in 1874-77. In november 1878 richtte Leopold het Comité d’Études du Haut Congo op (later omgedoopt tot Association Internationale du Congo) om het Afrikaanse binnenland open te stellen voor de Europese handel langs de Congo-rivier. Tussen 1879 en 1882 vestigde Stanley onder de auspiciën van het comité stations in de Haut-Congo en startte hij onderhandelingen met de plaatselijke heersers. In 1884 had de Association Internationale du Congo verdragen gesloten met 450 onafhankelijke Afrikaanse entiteiten en zich op basis daarvan het recht toegeëigend om het hele grondgebied als een onafhankelijke staat te besturen.
Leopold’s thinly veiled colonial ambitions paved the way for the Berlin West Africa Conference (1884–85), which set the rules for colonial conquest and sanctioned his control of the Congo River basin area to be known as the Congo Free State (1885–1908). Gewapend met een privé-mandaat van de toenmalige internationale gemeenschap en onder het mom van de humanitaire missie van zijn African International Association om een einde te maken aan de slavernij en de Congolezen religie en de voordelen van het moderne leven te brengen, creëerde Leopold een dwingend instrument van koloniale hegemonie.
De naam Congo Vrijstaat wordt nauw geïdentificeerd met de buitengewone ontberingen en wreedheden die de Congolese massa’s te verduren kregen in naam van Leopolds “civilisatiemissie”. “Zonder de spoorweg,” zei Stanley, “is Congo geen stuiver waard.” Zonder dwangarbeid kon de spoorweg echter niet worden aangelegd, en de enorme concessies die aan Europese privé-ondernemingen waren gedaan, zouden niet rendabel worden, noch kon het Afrikaanse verzet in het oosten worden overwonnen zonder een massale rekrutering van inheemse troepen. De wrede logica van het inkomstenvereiste bracht Leopold ertoe zijn ontluikend administratief systeem om te vormen tot een machine die niet alleen een maximum aan natuurlijke rijkdommen uit het land moest halen, maar ook een maximum aan arbeidskrachten uit de bevolking. Om de arbeidskrachten te verkrijgen die nodig waren om Leopolds doelen te bereiken, gebruikten zijn agenten methoden zoals het kidnappen van de families van Congolese mannen, die gedwongen werden om aan vaak onrealistische werkquota’s te voldoen om de vrijlating van hun families te bewerkstelligen. Degenen die probeerden in opstand te komen, werden aangepakt door Leopolds privé-leger, de Force Publique – een groep Afrikaanse soldaten onder leiding van Europese officieren – die de dorpen platbrandden en de families van de opstandelingen afslachtten. De Force Publique stond ook bekend om het afhakken van de handen van de Congolezen, waaronder kinderen; de verminkingen dienden om de Congolezen nog meer tot onderwerping te terroriseren.
In het kielzog van hevige internationale kritiek, veroorzaakt door onthullingen van de Amerikaanse schrijver Mark Twain, de Engelse journalist E.D. Morel en verschillende missionarissen, stemde het Belgische Parlement in 1908 voor de annexatie van de Onafhankelijke Congostaat – waarmee het gebied in feite van Koning Leopold werd gekocht en wat ooit het persoonlijke bezit van de koning was, onder Belgisch bestuur werd geplaatst. De verwoestende impact van de Onafhankelijke Congostaat duurde echter veel langer dan zijn korte bestaan. De wijdverbreide sociale ontwrichting bemoeilijkte niet alleen de totstandkoming van een levensvatbaar bestuurssysteem, maar liet ook een erfenis na van anti-westerse sentimenten waarop latere generaties nationalisten konden inspelen.