Heren hebben grotere skeletomvang en botmassa dan vrouwen, ondanks vergelijkbare lichaamsgrootte

Geslachtsverschillen in fracturen kunnen verband houden met lichaamsgrootte, botgrootte, geometrie of dichtheid. Wij onderzochten dit bij 18-jarige mannen (n = 36) en vrouwen (n = 36) gematcht voor lengte en gewicht. Ondanks vergelijkbare lichaamsgrootte hebben mannen een grotere BMC en BMD aan de heup en distale tibia en een grotere tibiale corticale dikte. Dit kan leiden tot een grotere integriteit van het skelet bij mannen.

Inleiding: Geslachtsverschillen in fracturen kunnen verband houden met lichaamsgrootte, botgrootte, geometrie, of dichtheid. Wij hebben dit onderzocht bij mannen (n = 36) en vrouwen (n = 36; gemiddelde leeftijd = 18 jaar) die qua lengte en gewicht aan elkaar zijn gekoppeld.

Materialen en methoden: BMC, botoppervlak (BA), en BMD werden gemeten in de wervelkolom en heup met DXA. De distale tibia werd gemeten met pQCT.

Resultaten en conclusies: Mannen hadden een hogere vetvrije massa (92%) vergeleken met vrouwen (79%). Er werden geen sekseverschillen waargenomen voor wervel BMC of wervelhoogte, hoewel mannen een grotere breedte en dus BA aan de wervelkolom hadden. Mannen hadden een grotere BMC en BA aan de femurhals en het totale femur (p < 0.02). Geometrische variabelen van de heup, waaronder halsdiameter en lengte van de nek-as, waren ook groter bij mannen (p < 0,02). Er was een groter dwarsdoorsnedemoment van inertie, veiligheidsfactor, en valindex bij mannen (alle p < 0.02). Mannen hadden een grotere tibiale BMC, volumetrische BMD, en corticale oppervlakte en dikte in vergelijking met vrouwen (p < 0.01), met zowel een grotere periosteale omtrek (p = 0.011) als een kleinere endosteale omtrek (p = 0.058). Statistische controle voor vetvrije massa verminderde de verschillen tussen mannen en vrouwen, maar mannen hadden nog steeds 8% hogere heup BMD (p = 0,24) en 5,3% hogere totale tibiale BMD (p = 0,05). Een subset van mannen en vrouwen werden gematched (n = 14 paren) voor totale heup BMD. Mannen in deze subgroep hadden nog steeds een grotere BMC en BMD aan de totale heup (p < 0.05) dan vrouwen, ondanks een vergelijkbare BA. Samenvattend hebben mannen, ondanks een vergelijkbare lichaamsgrootte, een grotere BMC en BMD aan de heup en distale tibia dan vrouwen, maar niet aan de wervelkolom. Verschillen in BMC en BMD waren gerelateerd aan een grotere corticale dikte in de tibia. Wij concluderen dat verschillen in botmassa en geometrie een grotere integriteit van het skelet geven bij mannen, wat kan bijdragen aan de lagere incidentie van stress- en osteoporotische fracturen bij mannen.