Het Boek Ezra
Het Boek Ezra
De laatste vier boeken van de Hebreeuwse canon zijn Ezra, Nehemia, en 1 en 2 Kronieken, in die volgorde. Ooit echter volgden Ezra en Nehemia op 1 en 2 Kronieken en werden zij over het algemeen beschouwd als het werk van één en dezelfde auteur, bekend als “de Kroniekschrijver”. De laatste jaren wordt de kwestie van het auteurschap van Ezra en Nehemia echter complexer geacht. Terwijl sommige geleerden nog steeds vasthouden aan de eenheid van auteurschap, spreken anderen liever van de invloed van een “Chronistische school” op de vorming van Ezra-Nehemia als één enkel boek. De behandeling van Ezra-Nehemia als één enkel boek door de vroegste redacteuren was ongetwijfeld te wijten aan het feit dat in de oudheid de twee boeken onder de ene naam, Ezra, werden geplaatst. Het gecombineerde werk Ezra-Nehemia is onze belangrijkste literaire bron voor de vorming van de Joodse geloofsgemeenschap in de provincie Juda na de Babylonische ballingschap. Dit staat bekend als de periode van de Restauratie, en de twee mannen die het meest verantwoordelijk waren voor de reorganisatie van het Joodse leven in deze tijd waren Ezra en Nehemia.
In de huidige staat van de Ezra-Nehemia tekst zijn er verscheidene dislocaties van grote gedeelten, zodat de chronologische of logische volgorde is verstoord. Het belangrijkste voorbeeld is Ezra’s openbare lezing van de wet in Neh 8; andere zullen in de voetnoten worden vermeld. Omdat argumenten ten gunste van de chronologische prioriteit van Nehemia aan Ezra niet doorslaggevend zijn, accepteren wij de volgorde in de tekst volgens welke Ezra’s activiteit voorafging aan die van Nehemia.
Wat bekend is over Ezra en zijn werk is bijna uitsluitend ontleend aan Ezr 7-10 (de “Ezra Memoires”) en Neh 8-9. Strikt genomen moet de term “Ezra Herinneringen” alleen worden gebruikt voor dat gedeelte waarin Ezra in de eerste persoon spreekt, d.w.z., Ezr 7:27-9:15. Vergelijk de “Nehemia Herinneringen” in Neh 1:1-7:72a; 11:1, 2; 12:27-43; 13:4-31. De auteur combineerde dit materiaal met andere bronnen die hem ter beschikking stonden. De persoonlijkheid van Ezra is niet zo bekend als die van Nehemia. Ben Sira, in zijn lofzang op de vaderen (Sir 44-49), laat de vermelding van Ezra achterwege, misschien om polemische redenen. De genealogie van Ezra (7:1-5) voert zijn priesterschap terug op Aäron, broer van Mozes. Dit was de gebruikelijke manier om de wettigheid van iemands priesterambt vast te stellen. Hij wordt ook een schriftgeleerde genoemd, goed onderlegd in de wet van Mozes (7:6), wat wijst op Ezra’s toewijding aan de studie van de Torah, die hij probeerde tot de basisregel van het leven in de herstelde gemeenschap te maken. Het was meer in religieuze en cultische hervormingen dan in politieke zaken dat Ezra zijn stempel drukte als een postexilicaal leider. De Joodse traditie heeft grote waardering voor hem. De apocriefe 2 Esdras, soms opgenomen als appendix in de Vulgaat, waar het bekend staat als 4 Esdras, transformeert hem in een profeet en ziener. De Talmoed beschouwt hem als een tweede Mozes, en beweert dat de Torah aan Israël zou zijn gegeven door Ezra als Mozes hem niet was voorgegaan.
Ezra wordt er soms van beschuldigd een legalist te zijn geweest die overdreven aandacht schonk aan de letter van de wet. Zijn werk moet echter worden gezien en beoordeeld binnen een specifieke historische context. Hij gaf zijn volk een samenhang en geestelijke eenheid die het uiteenvallen van de kleine Joodse gemeenschap in de provincie Juda hielpen voorkomen. Zonder de onverzettelijkheid van Ezra en van degenen die zijn ideaal hebben overgenomen, is het twijfelachtig of het jodendom zich in latere eeuwen zo doeltreffend tegen het hellenisme zou hebben verzet. Ezra zette de toon van de postexilische gemeenschap, en deze werd gekenmerkt door trouw aan de Torah, de authentieke manier van leven van het Jodendom. Het is in dit licht dat we het werk van Ezra tijdens de Restauratie het best kunnen beoordelen.
Het Boek Ezra is als volgt verdeeld:
I. De terugkeer uit de ballingschap (1:1-6:22)
II. The Work of Ezra (7:1–10:44)
The following list of the kings of Persia, with the dates of their reigns, will be useful for dating the events mentioned in Ezra-Nehemiah:
Cyrus | 539–530 B.C. |
Cambyses | 530–522 B.C. |
Darius I | 522–486 B.C. |
Xerxes I | 486–465 B.C. |
Artaxerxes I | 465–424 B.C. |
Darius II | 423–404 B.C. |
Artaxerxes II | 404–358 B.C. |
Artaxerxes III | 358–337 B.C. |
End of the Persian Empire (Defeat of Darius III) | 331 B.C. |