Iblīs
Iblīs, in de Islam, de persoonlijke naam van de Duivel, mogelijk afgeleid van het Griekse diabolos. Iblīs, de tegenhanger van de joodse en christelijke Satan, wordt ook aangeduid als ʿAduw Allāh (“Vijand van God”), al-Aduw (“Vijand”), of, wanneer hij wordt afgebeeld als een verleider, al-Shayṭān (“Demon”).
Bij de schepping van de mens beval God al zijn engelen om in gehoorzaamheid voor Adam te buigen. Iblīs weigerde en beweerde dat hij een edeler wezen was, omdat hij uit vuur was geschapen, terwijl de mens slechts uit klei was voortgekomen. Voor deze uiting van hoogmoed en ongehoorzaamheid wierp God Iblīs uit de hemel. Zijn straf werd echter uitgesteld tot de Dag des Oordeels, wanneer hij en zijn schare het eeuwige vuur van de hel zullen moeten trotseren; tot die tijd is het hem toegestaan allen, behalve de ware gelovigen, tot het kwade te verleiden. Als zijn eerste demonische daad kwam Iblīs, in deze context al-Shayṭān genoemd, de Hof van Eden binnen en verleidde Eva om van de boom der onsterfelijkheid te eten, waardoor zowel Adam als Eva het paradijs verloren. Vermomd als de hātif, de mysterieuze stem uit de Arabische mythologie, verleidde Iblīs ook ʿAlī, de schoonzoon van Mohammed, waarbij hij tevergeefs probeerde hem ervan te weerhouden de rituele wassing van het dode lichaam van de Profeet uit te voeren.
Iblīs is lang een speculatief figuur geweest onder moslimgeleerden, die hebben geprobeerd de dubbelzinnige identificatie van Iblīs in de Qurʾān als ofwel engel ofwel djinnī te verklaren, een contradictio in terminis, aangezien engelen van licht (nūr) zijn geschapen en niet in staat zijn te zondigen, terwijl djinn van vuur (nār) zijn geschapen en wel kunnen zondigen. De overleveringen op dit punt zijn talrijk en tegenstrijdig: Iblīs was eenvoudigweg een djinn die zich ongepast onder de engelen in de hemel bevond; hij was een engel die naar de aarde was gezonden om de strijd aan te binden met de opstandige djinn die de aarde bewoonden voordat de mens was geschapen; of Iblīs was zelf een van de aardse djinn die door de engelen tijdens hun aanval gevangen werd genomen en naar de hemel werd gebracht. Zie ook shaitan.