Immuunglobuline

Wat is immuunglobuline?

Het immuunsysteem helpt het lichaam te beschermen tegen ziektekiemen. De bestrijding van infecties hangt voor een deel af van het vermogen van het lichaam om immunoglobulinen (antilichamen) aan te maken. Wanneer het immuunsysteem niet genoeg antilichamen kan produceren, kan immuunglobuline nodig zijn om het immuunsysteem te helpen versterken. Het wordt in een ader (IV) of vlak onder de huid (sub-Q) toegediend.

Immuunglobuline wordt gemaakt van bloedplasma (het vloeibare deel van het bloed). Er zijn honderden donoren nodig om één dosis te maken, dus doneren voor uw kind is niet mogelijk. Wanneer het wordt gemaakt, worden vele stappen ondernomen om eventuele schadelijke virussen te verwijderen.

Een infuusdosis beschermt uw kind 3 tot 4 weken. Hoe vaak uw kind het nodig heeft, hangt af van zijn of haar toestand. Eén sub-Q-dosis beschermt uw kind ongeveer 1 week.

Wat gebeurt er tijdens het infuus?

Een verdovende crème zoals EMLA® of ELA-Max® kan worden gebruikt om het ongemak van de naald te verlichten. (Zie het voorlichtingsblad “Verdovende crème”.)

De verpleegkundigen zullen uw kind nauwlettend in de gaten houden. Soms kan er tijdens het infuus een reactie optreden (koorts, hoofdpijn of lichaamspijn, huiduitslag, netelroos, ademhalingsproblemen). Meestal gaat dit over als de infusiesnelheid wordt vertraagd. Soms worden voor of tijdens het infuus medicijnen gegeven om reacties te voorkomen of te verminderen. Ernstige reacties komen zelden voor.

Hoe moet ik voor mijn kind zorgen na het infuus?

Bijwerkingen zoals lichte griepachtige verschijnselen, hoofdpijn, misselijkheid (maagklachten) en braken (overgeven) zijn mogelijk gedurende enkele dagen na een infuus. Hiervoor kunnen medicijnen worden gegeven. Als uw kind pijn of koorts heeft, geef dan acetaminofen of ibuprofen zoals voorgeschreven.

Het is niet nodig om het dieet of de activiteiten van uw kind te veranderen nadat het immuunglobuline heeft gekregen. Goede voeding en rust zijn echter altijd belangrijk voor kinderen met immuunproblemen. Eating proteins such as meat or chicken and foods high in zinc are especially helpful to the immune system.

Try to avoid others who have respiratory infections (colds), stomach flu, or other infections.

Make an appointment to see your child’s doctor as directed. If needed, call the clinic to schedule any future infusions.

When should I call the clinic?

  • leg aches, backaches, muscle spasms
  • headache
  • nausea, vomiting
  • rash
  • small blood blisters
  • flushing (red, warm face)
  • fever or chills
  • very tired
  • dizziness
  • wheezing
  • trouble breathing – call 911

What else do I need to know?

Be sure to keep up your child’s immunizations, including a yearly influenza vaccine. Tell the primary doctor or nurse practitioner your child received immune globulin. It will affect live vaccines.

Questions?

This is not specific to your child, but provides general information. Als u vragen heeft, kunt u het consultatiebureau bellen. Voor meer informatie over immuunglobuline verwijzen wij u naar het Handboek voor patiënten en gezinnen van de Immune Deficiency Foundation op www.primaryimmune.org.