Jannah

Jannah (Arabisch: جنّة), is de Islamitische opvatting van het paradijs. Het Arabische woord Jannah is een verkorte versie die eenvoudig “Tuin” betekent. Volgens de islamitische eschatologie zal men na de dood in het graf verblijven tot de vastgestelde opstanding op Yawm al-Qiyāmah. Moslims geloven dat de behandeling van het individu in het leven van het graf in overeenstemming zal zijn met zijn of haar daden in het wereldse leven. Jannah wordt vaak vergeleken met christelijke concepten van de hemel. Volgens het moslimgeloof zal alles waarnaar men in deze wereld verlangt, daar in het Paradijs zijn.

Het Paradijs zelf wordt algemeen beschreven in de Koran. Het hoogste niveau van het Paradijs is Firdaus (فردوس), waar de profeten, de martelaren en de meest waarheidslievende en vrome mensen zullen wonen. In tegenstelling tot Jannah worden de woorden Jahannam en Nār gebruikt om te verwijzen naar het concept van de hel.

Beschrijvingen van het paradijs

De beschrijvingen van het paradijs worden in belangrijke details vermeld in de Koran, hadiths en traditionele tafsir (exegese). Het paradijs wordt beschreven als omgeven door acht hoofdpoorten, waarbij elk niveau in het algemeen in honderd graden is verdeeld. Het hoogste niveau staat bekend als firdaws (soms Eden genoemd). Het zal het eerst worden betreden door Mohammed, dan door hen die in armoede leefden, en dan door de meest vromen. De binnenkomers zullen door engelen worden begroet met een groet van vrede of As-Salamu Alaykum.

Tuinen van eeuwigdurende gelukzaligheid: zij zullen daar binnengaan, evenals de rechtvaardigen onder hun vaders, hun echtgenoten en hun nakomelingen; en engelen zullen tot hen ingaan vanuit elke poort (met de groet):
“Vrede zij met u, omdat gij geduldig zijt gebleven! Hoe voortreffelijk is nu het laatste tehuis!”
-Quran, soera 13 (Ar-Ra’d), ayat 23-24

De islamitische teksten beschrijven het leven voor de onsterfelijke bewoners als: een gelukkig leven – zonder pijn, verdriet, angst of schaamte – waar elke wens wordt vervuld. De overleveringen vertellen dat de inwoners dezelfde leeftijd (33 jaar) zullen hebben, en van dezelfde stand/gelijk zijn. Hun leven is er een van gelukzaligheid, waaronder: het dragen van kostbare gewaden, armbanden, parfums terwijl ze deelnemen aan exquise banketten, geserveerd in onbetaalbare vaten door onsterfelijke jongeren, terwijl ze achterover leunen op banken ingelegd met goud of edelstenen. Andere voedingsmiddelen die worden genoemd zijn vlees, geparfumeerde wijn en heldere dranken die noch dronkenschap noch opwekkende ruzies met zich meebrengen. De bewoners zullen zich verheugen in het gezelschap van hun ouders, echtgenoten en kinderen (op voorwaarde dat zij tot het paradijs werden toegelaten) – converserend en herinneringen ophalend aan het verleden.

De woningen voor de bewoners zullen aangenaam zijn, met verheven tuinen, schaduwrijke valleien, fonteinen geparfumeerd met kamfer of gember; rivieren van water, melk, honing en wijn; heerlijke vruchten van alle seizoenen zonder doornen;

Een dag in het paradijs wordt beschouwd als gelijk aan duizend dagen op aarde. Paleizen zijn gemaakt van bakstenen van onder andere goud, zilver en parels. De overlevering vermeldt ook de aanwezigheid van paarden en kamelen van “verblindende witheid”, samen met andere wezens. Er worden grote bomen beschreven, bergen gemaakt van muskus, waartussen rivieren stromen in valleien van parel en robijn.

De namen van vier rivieren zijn Saihan (Syr Darya), Jaihan (Amu Darya), Furat (Eufraat) en Nil (Nijl). Salsabil is de naam van een bron die de bron is van de rivieren van Rahma (barmhartigheid) en Al-Kawthar (overvloed). Sidrat al-Muntaha is een lotusboom die het einde van de zevende hemel markeert, de grens waar geen schepping kan passeren.

Ondanks de goede woningen die aan de bewoners van het paradijs zijn gegeven, wordt de goedkeuring van God en de nabijheid van hem als groter beschouwd. Volgens de Koran zal God de uitverkorenen in de nabijheid van zijn troon (`arsh) brengen, een dag waarop “sommige gezichten zullen stralen bij het aanschouwen van hun Heer”. Het zien van God wordt beschouwd als de grootste van alle beloningen, die alle andere vreugden overtreft.

Voorwaarden om naar het paradijs te gaan

Volgens de Koran zijn de basiscriteria voor redding in het hiernamaals het geloof in één God (Tawhid), het Laatste Oordeel, goede daden, en in alle boodschappers van God, alsmede het geloof dat Mohammed de laatste profeet van God is.

Hoewel men goede daden moet verrichten en in God moet geloven, kan redding alleen worden bereikt door het oordeel van God.

Voorwaarden om naar het paradijs te gaan volgens de Koran:

Die vrijelijk besteden, hetzij in voorspoed, hetzij in tegenspoed; die hun woede bedwingen en de mensen vergeven – want Allah heeft degenen lief die goed doen –
En degenen die, nadat zij iets gedaan hebben waarvoor zij zich moeten schamen, of hun eigen ziel onrecht hebben aangedaan, Allah indachtig maken en om vergiffenis vragen voor hun zonden – en wie kan de zonden vergeven, behalve Allah?- En zij volharden niet in hetgeen zij plachten te doen; voor dezulken is er vergiffenis van hun Heer en tuinen, waar doorheen rivieren stromen, een eeuwig verblijf: Hoe goed is de beloning voor hen die werken!
-Qur’an, soera 3 (Al-i-Imran), ayat 134 – 136

Qur’anische namen van het Paradijs

  • Firdaws – De Hoogste Tuinen van het Paradijs (al-Kahf, Al-Mu’minoon)
  • Dār al-maqāmah — The Home (Fatir)
  • Dār al-salām — Home of Peace (Yunus)
  • Dār al-akhira — The Home in the Hereafter (al-Ankabut)
  • al-Jannah — This is the most commonly used term in the Qur’an and Hadith. (Al-Baqara, Al-i-Imran,Al-Ma’ida)
  • Jannat al-‘adn — Gardens of Everlasting Bliss (At-Tawba:72, Ar-Ra’d)
  • Jannat al-khuld — The Eternal Gardens (Al-Furqan)
  • Jannat al-ma’wá — Garden of Abode (An-Najm)
  • Jannat al-na’īm — The Gardens of Delight (Al-Ma’ida, Yunus, Al-Hajj)
  • Maq’ad al-ṣidq — Assembly of Truth (Al-Qamar)
  • al-Maqām al-amīn — The House of Security (Ad-Dukhan)

How many will enter heaven

A few hadith, bijvoorbeeld die verhaald door Sahl bin Sad, `Abd Allah ibn `Abbas, en Abu Hurairah, suggereren dat sommigen die geboren zijn voor de Islam, tijdens de “Periode van Onwetendheid”, maar die vervolgens in God geloofden in de Islamitische periode, in de hemel zouden worden toegelaten zonder een volledige afrekening van hun gedrag.

Deuren van Jannah

Volgens hadith, zijn er acht deuren van Jannah. Hun namen zijn als volgt:

  1. Baab us-Salaah: Voor hen die stipt waren in het gebed.
  2. Baab ul-Jihad: Voor hen die deelnamen aan de jihad.
  3. Baab us-Sadaqah: Voor degenen die vaker liefdadigheid gaven.
  4. Baab ur-Rayyan: Voor degenen die vastten (sawm).
  5. Baab ul-Hajj: Voor degenen die deelnamen aan de jaarlijkse pelgrimstocht.
  6. Baab ul-Kaazimeenal Ghaiz Wal ‘Aafina ‘Anin Naas: Voor hen die anderen vergaven en hun woede onthielden.
  7. Baab ul-Aiman: Voor hen die op grond van hun geloof gered zijn van afrekening en kastijding.
  8. Baab udh-Dhikr: For those who showed zeal in remembering God.
  1. Annemarie Schimmel. Islam and The Wonders of Creation: The Animal Kingdom. Al-Furqan Islamic Heritage Foundation, 2003. Page 46
  2. 2.0 2.1 2.2 “Jannah”, Encyclopaedia of Islam Online
  3. Qur’an 13:23–24
  4. Hughes, Patrick (1995). “EDEN”. A Dictionary of Islam. New Delhi, India: Asian Educational Services. ISBN 8120606728..
  5. Muhyiddin Ibn ‘Arabi (2004). Divine sayings (Mishkat al-Anwar). Oxford, UK: Anqa Publishing, 105, note 7. ISBN 0953451356.
  6. Moiz Amjad. “Will Christians enter Paradise or go to Hell?”. Renaissance – Monthly Islamic journal 11(6), June, 2001.
  7. Qur’an 3:134–136
  8. Qur’an 18:107
  9. Qur’an 23:11
  10. Qur’an 35:35
  11. Qur’an 10:25
  12. Qur’an 29:64
  13. Qur’an 2:35
  14. Qur’an 3:133
  15. Qur’an 5:72
  16. Qur’an 3:72
  17. Qur’an 13:23
  18. Qur’an 25:15
  19. Qur’an 53:15
  20. Qur’an 5:65
  21. Qur’an 10:9
  22. Qur’an 22:56
  23. Qur’an 54:55
  24. Qur’an 44:51
  25. Sahih al-Bukhari, 4:54:470, Sahih al-Bukhari, 7:71:605, Sahih al-Bukhari, 7:71:648, Sahih al-Bukhari, 7:72:702
  26. The Eight Doors of Jannah