Johannes Vermeer – Biografie en Erfenis
Biografie van Johannes Vermeer
Kinderjaren
Johannes Vermeer werd in oktober 1632 geboren in Delft, een handelsstad uit de lagere middenklasse. Zijn vader Reijnier Jansz was een hardwerkende lakenwever die later herbergier en kunsthandelaar werd. Zijn moeder Digna Baltus zou een ongeletterde huisvrouw zijn geweest, omdat zij op haar huwelijksakte alleen een “x” in plaats van haar naam kon zetten.
Ondanks de populariteit van de schilder tijdens zijn leven, schijnt criminaliteit Vermeer in de aderen te hebben gezeten. In 1625, nog voor de geboorte van de schilder, werd zijn vader veroordeeld en vrijgesproken van de doodslag op een soldaat na een vechtpartij in een herberg. Er is gesuggereerd dat de vrijspraak werd verleend vanwege de bekendheid tussen de aanvaller en de meester-schilder van het Sint-Lucasgilde. De grootvader van moederszijde van de schilder werd ook gearresteerd en gevangen gezet wegens valsemunterij. Het is niet verwonderlijk dat drama’s en affaires met de wet Vermeer zijn hele volwassen leven zouden blijven achtervolgen.
Onderwijs en vroege opleiding
Geschat wordt dat de tiener Vermeer in het midden van de jaren 1640 als leerling-schilder werd ingeschreven bij zijn vader, die bereid was het hoge honorarium te betalen om zijn zoon een veelbelovende toekomst te verzekeren. Door gebrek aan empirisch bewijs is het onmogelijk te zeggen bij wie Vermeer in de leer ging, maar een aantal historici suggereert dat Rembrandts sterleerling Carel Fabritius zijn vroege opleiding verzorgde. Anderen denken dat zijn leermeester de in Delft geboren en in het Sint-Lucasgilde opgegroeide schilder Pieter van Groenwegen was.
In 1653 trouwde Vermeer met Catherina Bolnes, de dochter van een gegoede katholieke familie in Delft. Hoewel beide ouders zich verzetten tegen het huwelijk vanwege hun tegengestelde christelijke overtuigingen, ging het huwelijk toch door nadat Vermeer zich had bekeerd tot het katholicisme. Misschien om zijn toewijding aan zijn nieuw gevonden religie en schoonfamilie te bewijzen, schilderde Vermeer Christus in het huis van Martha en Maria (1654-55), zijn enige bekende weergave van een bijbels verhaal. Door zijn huwelijk met Catherina klom Vermeer aanzienlijk op de sociale ladder, en men denkt dat hij daarna zelfs het contact met zijn familie beperkte toen hij in het huis van zijn geduchte schoonmoeder woonde.
In hetzelfde jaar als zijn huwelijk trad Vermeer in de voetsporen van zijn vader en schreef zich in als meester-schilder bij het Sint-Lucasgilde, wat hem een schat aan mogelijkheden, opdrachtgevers en connecties bood om zijn carrière vooruit te helpen. Zijn vroege werk toont de invloed van meesters als Rembrandt, de Italiaanse Caravaggio, maar ook van Utrechtse Caravaggisti als Gerrit van Honthorst en Dirck van Baburnen.
Verouderde periode
In 1662 werd Vermeer hoofd van het Sint-Lucasgilde, wat betekende dat hij in nauw contact stond met tal van Delftse mecenassen, kunstenaars en verzamelaars. De nieuwe positie vestigde hem als een gerespecteerd schilder in zijn eigen recht, hoewel de weinige schilderijen die bestaan ertoe hebben geleid dat veel geleerden hebben berekend dat de kunstenaar slechts een stuk of drie schilderijen per jaar produceerde.
Op een dag in 1663, terwijl Vermeer het huis niet uit was, kwam de afwezige en agressieve broer van zijn vrouw, Willem, terug en viel de hoogzwangere Catherina fysiek aan, waarbij hij dreigde haar te steken met een puntige metalen stok. De moeder en het ongeboren kind werden van de aanval gered toen het dienstmeisje van de Vermeers zich tussen de broers en zussen plaatste. Volgens gerechtelijke verslagen schreeuwde Willem “she-devil” en “old popish swine” naar Catherina en haar moeder Maria, voordat hij werd meegenomen en opgesloten tot het einde van zijn leven. Interessant is dat deze traumatische, gewelddadige episode niet doorgedrongen is in Vermeer’s kunst. Integendeel, de kalme idylle die Vermeer in verf wist vast te leggen, weerspiegelt een wereld waarin hij zelf misschien wel had willen leven.
De rijkdom van de familie van zijn vrouw stelde Vermeer in staat om voor zijn eigen plezier te schilderen, en niet om zijn gezin te onderhouden, zoals het geval was bij de meeste andere schilders, en hij nam nooit leerlingen of stagiaires in dienst. De schilder stond er ook om bekend dure pigmenten te hebben gebruikt, zoals lapis lazuli voor de rok van Het melkmeisje en diep karmijn voor de jurk van Het meisje met het wijnglas. Hoewel sommigen hebben gesuggereerd dat Vermeer’s langdurige beschermheer Pieter van Ruijven deze exclusieve ingrediënten zou hebben gekocht en aan de kunstenaar zou hebben geleverd, is het misschien niet verwonderlijk dat de schilder rond deze tijd aan zijn eigen neerwaartse schuldenberg begon.
Late periode en dood
In de Nederlandse geschiedenis werd het jaar 1672 “Het jaar van de ramp” genoemd, vanwege de invasie van de Nederlandse Republiek door het Franse, Duitse en Britse leger. Dit leidde tot een dramatische economische ineenstorting van het eens zo welvarende middenklasse land. De kunstmarkt stortte in en Vermeer kon zichzelf, zijn vrouw, haar moeder en zijn elf kinderen nauwelijks onderhouden. Hij maakte steeds meer schulden, leende duizenden guldens en werd zelfs betrapt toen hij het geld van zijn schoonmoeder in eigen zak stak.
Vermeer stierf op 16 december 1675, nadat hij in een vlaag van waanzin en depressie was geraakt. In het proces-verbaal verklaart zijn vrouw: “…gedurende den verwoestenden oorlog met Frankrijk heeft hij niet alleen niets van zijn kunst kunnen verkoopen, maar is ook, tot zijn groot nadeel, blijven zitten met de schilderijen van andere meesters, die hij verhandelde. Als gevolg daarvan en door de grote last van zijn kinderen die geen eigen middelen hadden, verviel hij in zo’n verval en decadentie, die hij zich zo eigen had gemaakt, dat hij, alsof hij in een roes was geraakt, in anderhalve dag van gezond naar dood ging.”
De erfenis van Johannes Vermeer
Door de zeer plaatselijke bekendheid tijdens zijn leven, leek Vermeer uit de kunstwereld te verdwijnen tot de 19e eeuw, toen Franse kunstenaars in de trant van Édouard Manet; hun ogen begonnen te richten op het echte en pretentieloze. Omdat Vermeer zo bedreven was in het vastleggen van momenten van gewone schoonheid, werd hij van grote invloed op deze kunstenaars, die het werk van de meester nieuw leven inbliezen. Ondanks het feit dat slechts 34 (3 andere zijn betwiste Vermeers) van zijn werken bewaard zijn gebleven, wordt Vermeer vandaag de dag beschouwd als een van de grootste kunstenaars van de Nederlandse Gouden Eeuw.
In de twintigste eeuw raakte de surrealist Salvador Dali in de ban van Vermeers werk en produceerde zijn eigen variaties, waaronder Het spook van Vermeer van Delft dat als tafel gebruikt kan worden in 1934, en ook De kantwerkster (naar Vermeer) in 1955.
Andere kunstenaars, zoals de Deense schilder Vilhelm Hammershøi, bewerkten Vermeers kalme huiselijke interieurs voor hun eigen negentiende- en twintigste-eeuwse onderwerpen. Hammershøi heeft Vermeers Brieflezende vrouw in het blauw gemoderniseerd door het beeld om te keren en het kleurenpalet te verzachten, zodat het lijkt alsof het publiek naar een vroege foto van een huiselijk, Deens interieur kijkt.
Onder zijn vele verheven schilderijen wordt Meisje met de parel beschouwd als de “Mona Lisa van het Noorden”. Het verbluffende realisme en de emotionele dubbelzinnigheid ervan inspireren al decennia lang kunstenaars, romanschrijvers en filmmakers. Onlangs nog heeft de anonieme Britse graffitikunstenaar Banksy het schilderij geherinterpreteerd en gereproduceerd op een gebouw in Bristol, Verenigd Koninkrijk, met gebruikmaking van een inbraakalarm in plaats van de iconische parel.