knipoog

Uit Longman Dictionary of Contemporary Englishldoce_352_awinkwink1 /wɪŋk/ ●●○ werkwoord 1 Afbeelding van knipoog ZIN/GESTUUR een oog snel sluiten en openen om iets mee te delen of te laten zien dat iets een geheim of een grapje is Hij knipoogde ondeugend naar Erica. Hij knipoogde met een oog naar zijn metgezel.2 SCHIJNEN om te schijnen met een licht dat aan en uit knippert SYN knipperen een kerstboom met lichtjes die aan en uit knipperen → knipogen naar iets→ Zie WerkwoordentabelVoorbeelden uit het corpuswink- Ben grijnsde naar zijn vader en knipoogde.- Om een pols knipoogde een gouden Rolex naar haar.- “Het is zulk mooi weer dat ik erover denk om me morgen ziek te melden,” zei ze, knipogend naar mij.- Toen barstte Frank in één keer in gezang uit, lachte en knipoogde naar mij.- Bunsenbranders, petrischalen, retorten en reageerbuishouders knipoogden verleidelijk.- Twee markeringspalen met knipogende lichtjes verschenen aan de horizon, en de bus stuurde er tussendoor. – De hemel was gevuld met sterren, allemaal mysterieus knipogend.- Ze knipoogde, knipoogde met haar kauwgom terwijl haar vingers over de knoppen van de telmachine gingen. knipoogde naar- Ik zweer dat ze gewoon naar me knipoogde en glimlachte.knipoogde2 ●●○ zelfstandig naamwoord 1 SIGNAAM/GESTUUR een snelle actie van het sluiten en openen van één oog, meestal als een signaal aan iemand anders Hij gaf haar een knipoog. ‘Je ziet er moe uit,’ zei hij met een wetende knipoog.2 → geen oog dichtdoen/niet slapen met een knipoog → veertig knipogen, → een knipoog is zo goed als een knipoog, → iemand de knipoog gevenVoorbeelden uit het corpuswink- Een knipoog geven bij het typebad.- De dimensies van de tijd zijn verschrompeld tot een knipoog.- “Hoe gaat het met jullie meisjes?” Tom vroeg met een knipoog. “Maak je geen zorgen,” zei hij met een knipoog. “Ik zal niemand hierover vertellen.”- Meer dan dat – Jess zag de knik en de knipoog die werden uitgewisseld.- Mike schudde zijn hoofd in bespottelijke spijt; toen hij mijn blik ving, gaf hij me zijn knipoog.- Ze leunde over de auto en pakte Maura’s hand, zichzelf dwingend om haar dochter een kleine knipoog te geven.- Mitchell was geschokt toen hij zag dat de man hem met sluwe knipogen aanwees.- Geef me een knipoog als ik in de fout ga, wil je dat niet doen?gaf … een knipoog- Mike schudde zijn hoofd in bespottelijke spijt; mijn blik opvangend, gaf hij mij zijn knipoog.- Hij gaf haar een knipoog en joeg de kinderen naar boven naar hun kamers.- John gaf haar een knipoog en een duim omhoog teken.- Maar toen gaf Ken mij de knipoog.- Zij gaf mij een kleine knipoog, omdat ze natuurlijk hun telescopische lenzen vooral op mij richtten.Oorsprong knipoog1 Oud Engels wincian