Milieukunde
Milieukunde, interdisciplinair academisch vakgebied dat gebruik maakt van ecologie, geologie, meteorologie, biologie, scheikunde, ingenieurswetenschappen en natuurkunde om milieuproblemen en de invloed van de mens op het milieu te bestuderen. Milieukunde is een kwantitatieve discipline met zowel toegepaste als theoretische aspecten en is van invloed geweest op het beleid van regeringen over de hele wereld. Milieukunde wordt los gezien van milieustudies, waarin de nadruk ligt op de relatie van de mens met het milieu en de sociale en politieke dimensies daarvan. Terwijl een onderzoeker in milieustudies zich bijvoorbeeld zou kunnen richten op de economische en politieke dimensies van internationale protocollen inzake klimaatverandering, zou een milieuwetenschapper proberen de klimaatverandering te begrijpen door de effecten ervan met modellen te kwantificeren en de middelen ter beperking ervan te evalueren.
Hoewel de studie van het milieu zo oud is als elke menselijke inspanning, heeft het moderne gebied van de milieuwetenschap zich ontwikkeld uit het groeiende publieke bewustzijn en de groeiende bezorgdheid over milieuproblemen in de jaren ’60 en ’70. De publicatie van boeken als “Silent Spring” (1962) van Rachel Carson en “The Population Bomb” (1968) van Paul R. Ehrlich, samen met de nucleaire proliferatie en de groeiende bezorgdheid over het vrijkomen van toxines en chemicaliën door de mens, deden het publiek beseffen dat het noodzakelijk was de effecten van menselijk handelen op het milieu te bestuderen. Het ontluikende gebied van de milieuwetenschap nam de taak op zich om de effecten te kwantificeren van rampen zoals het ongeluk met Three Mile Island in 1979 of het effect van atmosferische zwaveldioxide en andere emissies op zure regen. Milieuwetenschappers analyseren een grote verscheidenheid aan milieuproblemen en mogelijke oplossingen, waaronder alternatieve energiesystemen, beheersing van verontreiniging en beheer van natuurlijke hulpbronnen, en kunnen werkzaam zijn bij de overheid, het bedrijfsleven, universiteiten of non-profitorganisaties.