Monitoring van premature kinderen in autostoeltjes: implementatie van het beleid van de American Academy of Pediatrics in een academisch ziekenhuis

Doelstellingen: In 1990 gaf de American Academy of Pediatrics (AAP) Committee on Injury and Poison Prevention een beleidsverklaring uit waarin werd aanbevolen dat alle zuigelingen die met minder dan 37 weken zwangerschap werden geboren, voor ontslag in hun autostoeltje zouden worden gecontroleerd om zuigelingen te identificeren die het risico liepen op apneu als gevolg van het gebruik van het autostoeltje. Het doel van dit rapport is een samenvatting te geven van de ervaringen van een ziekenhuis in de gemeenschap met het implementeren van deze aanbeveling, inclusief: educatie van gezondheidswerkers over het probleem en de aanpak ervan, ontwikkeling van een effectief ziekenhuisbeleid en procedure voor het testen van risico-zuigelingen, het overwinnen van logistieke moeilijkheden voor verplegend personeel dat het beleid implementeert, het overwinnen van aansprakelijkheidszorgen, en een samenvatting van de klinische resultaten die we gedurende een periode van 15 maanden hebben waargenomen.

Methoden: MetroWest Medical Center, Framingham Union Campus is een gemeenschapsziekenhuis met een Level II Neonatale Unit met ongeveer 2200 bevallingen per jaar. De procedures en het beleid van het ziekenhuis werden ontwikkeld om het AAP-beleid voor veilig vervoer van premature kinderen te implementeren. Bijgevolg werden zuigelingen die bij de geboorte minder dan 37 weken zwanger waren, gedurende een observatieperiode van 90 minuten gecontroleerd op zuurstofsaturatie, apneu of bradycardie in het autostoeltje waarin ze van de kinderkamer naar huis zouden gaan.

Resultaten: Beleid en procedures voor het monitoren van autostoeltjes werden met succes ingevoerd gedurende een periode van 15 maanden. Zestien van de 87 (18,4%) gecontroleerde baby’s met een zwangerschapsduur van 26 tot 36 weken hadden abnormale resultaten. Bovendien werd een pasgeborene met een zwangerschapsduur van 37 weken, die werd gecontroleerd vanwege schemerigheid tijdens de voeding, apneu en bradycardie in het autostoeltje.

Conclusies: Een autostoelbewakingsprogramma kan effectief worden opgenomen in een niveau II-gemeenschapsziekenhuisontslagplan, op voorwaarde dat het juiste medische stafbeleid, verpleegkundige procedures en administratieve ondersteuning om te gaan met de logistiek van het programma is vastgesteld. Onze resultaten komen overeen met eerdere rapporten dat te vroeg geboren baby’s risico lopen op desaturatie in een autostoeltje. Bovendien hebben we aangetoond dat een voldragen pasgeborene ook risico loopt als andere aanwijzingen van desaturatie (bv. schemerigheid tijdens voedingen) worden waargenomen.