Mutualisme, parasitisme en commensalisme

In een ecosysteem moeten er interacties zijn tussen de verschillende soorten, zodat de organismen kunnen overleven en de cirkel van het leven kunnen voortzetten. Elk ecosysteem moet deze interacties hebben, anders kan het niet overleven. Deze interacties worden symbiose genoemd. Er zijn in totaal drie soorten biotische symbiose: Mutualisme, Parasitisme, en Commensalisme.

Mutualisme is de interactie tussen twee of meer organismen waarbij beide organismen van de interactie kunnen profiteren. Een voorbeeld van mutualisme is een Clownvis en een Zeeanemoon. De clownvis profiteert van de zeeanemoon door zich te verbergen in de giftige armen van de zeeanemoon en zo bescherming te bieden tegen roofdieren. De clownvis profiteert van de zeeanemoon door parasieten op te eten en voedingsstoffen te halen uit zijn uitwerpselen.

Parasitisme is de interactie tussen twee soorten waarbij slechts één soort profiteert van het andere organisme en de ander in ruil daarvoor schade lijdt. Degene die profiteert van het andere organisme wordt parasiet genoemd, terwijl het organisme dat wordt geschaad gastheer wordt genoemd. Voorbeelden van parasitisme zijn de Phronima en de Salps, een soort zoöplanyton. De Phronima is een parasiet en de Salps zijn de gastheren.

Ten slotte is er het commensalisme, een van de moeilijkere vormen van interactie. Er is sprake van commensalisme wanneer twee soorten op elkaar inwerken en de ene soort daarvan profiteert, maar het andere organisme noch schade ondervindt noch daarvan profiteert. Voorbeelden van commensalisme zijn zeepokken die op walvissen groeien.

Posted byi3christopherturi3christophertur,October 21, 2015 00:16