Mycotiserende infecties

Abstract

Mycotische infecties van het strottenhoofd zijn ongebruikelijk, en zijn allemaal voorbeelden van diepe mycosen. In tegenstelling tot oppervlakkige mycosen, waarbij de infecterende schimmels alleen aanwezig zijn in de opperhuid en zijn oppervlakkige aanhangsels (haar en nagels), of in de meer “uitwendige” mucosae (mond, vulva, vagina), hebben de diepe, of “systemische”, mycosen betrekking op schimmelinfecties van de lederhuid en diepere delen van het lichaam (Wolstenholme en Porter 1968). Veel mycosen van het strottenhoofd zijn geassocieerd met broncho-pulmonale infectie door de schimmel, op dezelfde manier als tuberculose van het strottenhoofd is gerelateerd aan pulmonale tuberculose. Een “primair complex” van mycotiserende infectie ontstaat door de vorming van een longlaesie die gepaard gaat met metastatische infectie door de schimmel naar de lymfeklieren in de lilarus. Overdracht van het organisme naar het strottenhoofd vindt plaats via de luchtwegen of de bloedbaan. In sommige gevallen, zoals bij candidose, verspreidt de laesie zich vaak naar het strottenhoofd via de bovenste lucht- en voedselwegen. In een zeer gering aantal gevallen van larynx mycose is de laesie primair en wordt in geen enkel ander orgaan aangetroffen.