Namen in het Oude Egypte
Namen werden met zorg gekozen om de persoonlijkheid van een persoon weer te geven, hun toewijding aan een bepaalde god of plaats, of om de tijd waarin zij leefden weer te geven. De eenvoudigste namen waren zelfstandige naamwoorden of bijvoeglijke naamwoorden, zoals Neferet (“mooie vrouw”), User (“sterk”), of Nedjem (“lief”). Andere namen hadden de vorm van uitspraken zoals Ptahhotep (“Ptah is tevreden”), Toetanchamon (“het levende beeld van Amun”), of Hatsjepsoet (“de voornaamste van de edele dames”). Sommige namen kwamen voor in de familie (Djau, een vizier uit de zesde dynastie, had ten minste vijf broers die zijn naam deelden).
Het was gebruikelijk om mensen met dezelfde naam van elkaar te onderscheiden met een epitheton, zoals Aa (“groot” of oudste), Hery-ib (degene in het midden), en Nedjes (“klein” of jongste). Op dezelfde manier vermeldden mensen vaak de naam van hun vader (het epitheton Ir-en betekende “van zijn lichaam”) of moeder (het epitheton Mes-en betekende “geboren uit”).
Nicknames en afkortingen waren ook gebruikelijk in het oude Egypte. “Meryamun’, ‘Merypath’, en ‘Meryneith’ werden allemaal afgekort tot ‘Mery’, terwijl ‘Nefertiti’ vaak werd afgekort tot Tiy. Bijnamen als Tahemet (“Queenie”) kwamen veel voor, terwijl andere (zoals “Kyky” dat aap betekent) zeer persoonlijk lijken te zijn geweest. De troepen van Ramesses noemden hem bij zijn bijnaam Sese, “de overwinnaar”.
De Egyptenaren geloofden dat als je de naam van iets wist, je er macht over had. Als je de naam van een gevaarlijk dier of een boze geest op aardewerk schreef en die verbrijzelde, doodde je symbolisch het kwaad. Overal in Egypte, vooral in de buurt van begraafplaatsen, zijn zogenoemde “executieteksten” gevonden. Volgens een mythe kregen alle Egyptenaren bij hun geboorte een geheime naam van de godin Renenutet, die nooit werd onthuld om hen te beschermen tegen kwaad.
Iemands naam kon onder bepaalde omstandigheden worden veranderd. Zo veranderde Seti (“man van Seth”) zijn naam in “man van Osiris” in zijn tempel voor die god om geen aanstoot te geven (Osiris was immers door Set vermoord). Een uittreksel uit een proces in het Nieuwe Rijk noemt de beklaagden Mesedsure (“Re haat hem”), Bim-em-Wase (“het kwaad in Thebe”), en Pa-neck (“de slang”). Het is duidelijk dat dit niet hun geboortenamen waren; hun namen werden verbasterd omdat zij beschuldigd werden van een verschrikkelijke misdaad, een poging tot moord op farao Ramesses III. De zoon van de koning was ook betrokken bij het complot en kreeg de nieuwe naam Pentware (“de voortvluchtige”), wat suggereert dat hij Egypte verliet om te voorkomen dat hij zou worden beschuldigd van poging tot vadermoord.
De farao’s van het Oude Egypte beperkten zich niet tot eenvoudige namen. De meeste farao’s zijn bij ons bekend onder hun geboortenaam, maar de koningslijsten gebruiken hun troonnaam. Zo was de geboortenaam van Ramesses de Grote Ra-messes Mery-Amun (“geboren uit Re, geliefd door Amun”), maar in de koningslijsten staat zijn troonnaam User-Maat-Re Setep-en-Re (“de gerechtigheid/waarheid van Re is machtig, Gekozen door Re”).
Tot aan de Vierde Dynastie, pharaohs only really used one name, but by the Middle Kingdom they had five including the Nebty (Two Ladies) name, the Golden Horus Name, a Prenomen and Nomen (written in the cartouche), and a birth name (written in a serekh).
- Names of the Pharaohs of Ancient Egypt
- Names of the pyramids of Ancient Egypt
Bibliography
- Allen, James P. (2010) Middle Egyptian
- Collier, Mark and Manley, Bill (1998) How To Read Egyptian Hieroglyphs
- Rice, Michael (1999) Who’s Who in Ancient Egypt
- Wilkinson, Richard H. (2003) The Complete Gods and Goddesses of Ancient Egypt