Peptidehormoon
Peptidehormonen of eiwithormonen zijn hormonen waarvan de moleculen respectievelijk uit peptiden of eiwitten bestaan. De laatste hebben een langere aminozuurketen dan de eerste. Deze hormonen hebben een effect op het endocriene systeem van dieren, waaronder de mens. De meeste hormonen kunnen worden ingedeeld in hormonen op basis van aminozuren (amine, peptide of eiwit) of steroïdhormonen. De eerste zijn oplosbaar in water en werken via tweede boodschappers op het oppervlak van de doelcellen; de laatste zijn oplosbaar in lipiden en bewegen zich door de plasmamembranen van de doelcellen (zowel cytoplasmatisch als nucleair) om in hun kernen te werken.
Zoals alle peptiden en eiwitten worden peptidehormonen en eiwithormonen in cellen gesynthetiseerd uit aminozuren op basis van mRNA-transcripten, die worden gesynthetiseerd uit DNA-sjablonen in de celkern. Preprohormonen, voorlopers van peptidehormonen, worden vervolgens in verschillende fasen verwerkt, meestal in het endoplasmatisch reticulum, waarbij onder meer de N-terminale signaalsequentie wordt verwijderd en soms glycosylering plaatsvindt, hetgeen resulteert in prohormonen. De prohormonen worden vervolgens verpakt in membraangebonden secreetblaasjes, die door middel van exocytose uit de cel kunnen worden afgescheiden als reactie op specifieke stimuli (b.v. een verhoging van de Ca2+- en cAMP-concentratie in het cytoplasma).
Deze prohormonen bevatten vaak overbodige aminozuurresiduen die nodig waren om het hormoonmolecuul in zijn actieve configuratie te vouwen, maar die geen functie meer hebben als het hormoon eenmaal is gevouwen. Specifieke endopeptidasen in de cel splitsen het prohormoon vlak voordat het in de bloedbaan terechtkomt, waardoor de rijpe hormoonvorm van het molecuul ontstaat. Volgroeide peptide hormonen reizen dan door het bloed naar alle lichaamscellen, waar zij een wisselwerking aangaan met specifieke receptoren op de oppervlakken van hun doelcellen.
Sommige neurotransmitters worden op soortgelijke wijze als peptide hormonen uitgescheiden en vrijgemaakt, en sommige “neuropeptiden” kunnen als neurotransmitters in het zenuwstelsel worden gebruikt, naast dat zij als hormonen werken wanneer zij in het bloed worden vrijgemaakt.
Wanneer een peptidehormoon bindt aan een receptor op het celoppervlak, verschijnt een tweede boodschapper in het cytoplasma, die signaaltransductie op gang brengt die leidt tot de cellulaire reacties.
Sommige peptide/eiwithormonen (angiotensine II, basic fibroblast growth factor-2, parathyroid hormone-related protein) staan ook in wisselwerking met intracellulaire receptoren die zich in het cytoplasma of de celkern bevinden door middel van een intracrien mechanisme.