Porifera: Levensgeschiedenis en ecologie

TYPISCHE SPONGE VOEDING
De stroming van water door sponzen levert voedsel en zuurstof, en zorgt voor de verwijdering van afvalstoffen. Deze stroming wordt actief opgewekt door het kloppen van flagellen. De beweging van het water door sommige sponzen wordt bevorderd door omgevingsstromingen die over verhoogde uitgespreide openingen gaan. Dit bewegende water creëert een gebied met lage druk boven de uitvloeiingsopeningen, waardoor het water uit de spons wordt gezogen. Sponzen zijn in staat de hoeveelheid water die door hun lichaam stroomt te regelen door verschillende openingen af te sluiten. De hoeveelheid water die door een spons stroomt kan enorm zijn, tot wel 20.000 maal zijn volume in een periode van 24 uur. Over het algemeen voeden sponzen zich door bacteriën te filteren uit het water dat door hen stroomt. Sommige sponzen vangen ongeveer 90 procent van alle bacteriën in het water dat ze filteren. Andere sponzen, met name de hexactinelliden, schijnen minder efficiënt te zijn in het vangen van bacteriën en zijn wellicht gespecialiseerd in het eten van kleinere stukjes organisch materiaal. Weer andere sponzen herbergen symbionten zoals groene algen, dinoflagellaten, orcyanobacteriën, waaraan zij ook voedingsstoffen ontlenen.
De CARNIVOROUS EXCEPTION
Sponzen van de familie Cladorhizidae zijn bijzonder ongewoon in die zin dat zij zich meestal voeden door hele dieren te vangen en te verteren. Dat klopt, deze sponzen zijn echt vleesetende sponzen! Zij vangen kleine schaaldieren met hun stekels die als klittenband werken wanneer zij in contact komen met het exoskelet van het schaaldier. De cellen migreren dan rond de hulpeloze prooi en de vertering vindt extracellulair plaats.