Recente vooruitgangPronatie en supinatie van de hand: Anatomie en biomechanicaPronatie-supinatie van de hand: Anatomie en biomechanica
De correcte werking van de hand berust op zijn vermogen om de handpalm naar boven (supinatie) of naar beneden (pronatie) te roteren en te richten wanneer de proefpersoon staat met de elleboog gebogen in een hoek van 90°. De rotatie van de hand wordt mogelijk gemaakt door de rotatie van de onderarm, die op haar beurt wordt voltooid door de rotatie van het gehele bovenste lidmaat bij de schouder. Het is dus mogelijk twee mechanismen te onderscheiden die tot handrotatie leiden: een vaste ulna-rotatie en een mobiele ulna-rotatie. In dit artikel geven wij een overzicht van de belangrijkste evolutionaire stappen van de menselijke soort die geleid hebben tot de ontwikkeling van een specifieke anatomie van de onderarm die pronatie-supinatie mogelijk maakt. Vervolgens wordt geanalyseerd hoe de drie onderarmgewrichten (proximale, middelste en distale radioulnar) in combinatie met de karakteristieke geometrieën van de twee onderarmbeenderen de rotatie van de onderarm om één enkele as mogelijk maken. Tenslotte beschrijven we de neuromusculaire anatomie die deze complexe rotatiebewegingen aanstuurt. De anatomische en biomechanische aspecten die in dit artikel worden ontwikkeld, worden beschouwd in het licht van hun klinische toepassingen.