The Myth of Fat Elvis

Oct 21, 2019 · 6 min read

History has been cruel to Elvis Presley. Last impressions are usually the enduring ones, and our last impression of Elvis is the “Fat Elvis” of the 1970s: a sweaty, blubbery shell of his former self, spaced out on drugs in his gaudy Elvis suit as he butchers his song catalog on a Las Vegas stage. This impression is accurate for the latter years of his life, but it is not a complete one.

The Elvis of the 1970s — especially the early 1970s — was an innovator onstage. Invigorated by his stunning 1968 TV special, Elvis had returned to live performing after a lengthy layoff, while he churned out horrible movies for most of the 1960s. He was hungry. Hij wilde de warmte en de sensatie voelen van een persoonlijk contact met een publiek. In Las Vegas vond hij waar hij naar op zoek was. Maar Elvis speelde niet alleen Las Vegas. Hij veranderde Las Vegas.

Tegen de tijd dat Elvis kwam, was Las Vegas aan het vechten voor relevantie bij het jongere publiek. De stad was te vierkant voor hedendaagse rocksterren. En te vierkant zijn voor rock en roll was een groot probleem in het post-Beatles tijdperk. Tuurlijk, Las Vegas zou altijd hard-core gokkers aantrekken. Maar de sterren van de oude garde, zoals Frank Sinatra, die de gokkers van essentieel entertainment voorzagen, waren aan het vervagen.

En toen kwam Elvis. Over juiste plaats en juiste tijd gesproken. Elvis redde Las Vegas als een vakantie bestemming en een epicentrum voor entertainment. Hij kwam ook niet zomaar uit de lucht vallen en speelde liedjes als een boerenkinkel, zoals veel mensen dachten dat hij was. Hij koos zelf zijn band tot en met zijn achtergrondzangeressen (waaronder Cissy Houston, Whitney’s moeder). Elvis zijnde Elvis, importeerde hij ook een orkest om het grote podium dat hij zijn thuis zou noemen op te vullen voor twee optredens gedurende weken aan een stuk in het International Hotel (wat het Las Vegas Hilton zou worden). Hij vertelde hen welk geluid hij wilde, arrangeerde de show zoals hij dat wilde, en repeteerde de band totdat ze net zo elektrisch klonken als hij zich voelde. Terwijl hij repeteerde, droeg hij gewichten om zijn enkels en polsen om zijn uithoudingsvermogen op te bouwen.

Elvis deed ook zijn huiswerk. Hij bestudeerde Tom Jones – inmiddels een dynamische ster van de Strip – en leerde een aantal trucs om Las Vegas voor zich te winnen, zoals zijn lichaam als een wapen gebruiken. In de jaren 50 had Elvis de wereld de kracht van het zwaaien met je heupen op het podium geleerd, maar het was een lange weg van de Louisiana Hayride naar Las Vegas, een podium waar hij eigenlijk was geflopt toen hij in 1956 in het New Frontier Hotel optrad. Hij had nog nooit avond aan avond opgetreden op zo’n groot podium als dat van de International.

Hij wilde zijn publiek ook niet meevoeren naar het verleden. Hij was nu in de dertig en naar rockmaatstaven van die tijd al aardig op leeftijd. Zijn muzikale instinct vertelde hem dat hij hedendaagse songs moest spelen om relevant te zijn – maar ze moesten klinken als Elvis songs. Hij was niet van plan om zichzelf voor gek te zetten zoals Frank Sinatra had gedaan op het einde van de jaren 60, door te proberen zijn stem aan te passen aan rock songs die hem nog meer wereldvreemd en een beetje wanhopig deden klinken. Hij koos wijselijk voor frisse songs die tijdloos klonken, zoals de moerasfunk van “Polk Salad Annie” en “Proud Mary”, maar ook voor songs die hij net in Memphis had opgenomen, zoals “Suspicious Minds” en “In the Ghetto” (die natuurlijk hits zouden worden).

In augustus 1969 ging hij het podium op en veranderde alles compleet – misschien niet op de schaal die hij ooit in de jaren vijftig had gedaan, maar groot genoeg om de toekomst van een stad vorm te geven. Niemand had ooit een rock-and-roll show naar Las Vegas gebracht zoals hij dat deed. En de critici hielden van wat ze zagen en hoorden.

Richard Goldstein, die in The New York Times schreef, zei dat het zien van Elvis “voelde alsof je in je gezicht werd geslagen met een emmer gesmolten ijs. Hij zag er zo tijdloos uit daarboven, zo constant.” Ellen Willis schreef in de New Yorker: “Presley kwam op en schudde onmiddellijk al mijn verwachtingen en vooringenomen categorieën door elkaar.” Hun reacties waren typisch. Elvis was een hit.

Elvis bleef nog vele jaren en in het begin van de jaren 70 verfijnde hij zijn act met meer podiumbewegingen (zoals karate chops) en songs. Maar hij speelde niet alleen Las Vegas. Hij oversteeg het. Frank Sinatra was een legende in Las Vegas, maar hij was voor de gokkers. Elvis was zo groot dat hij mensen aantrok die in de eerste plaats naar hem kwamen kijken. De entertainment industrie merkte het: in plaats van te toeren, kon een ster op één plaats blijven en optreden voor fans die naar de ster kwamen. En zo werd de moderne residentie geboren. Doorheen de jaren hebben artiesten zoals Elton John en Lady Gaga fortuinen verdiend met residenties. Elvis effende de weg voor hen. Hij opende de deur voor Paula Abdul, Aerosmith, Christina Aguilera, Boyz II Men, Mariah Carey, Cher, Foreigner, Billy Idol, Journey, the Righteous Brothers, David Lee Roth, Santana, Gwen Stefani, Sting, Shania Twain, en Keith Urban, die allemaal, samen met Lady Gaga, Las Vegas residenties adverteren op het moment van dit schrijven. Deze ouder wordende sterren, net als Elvis voor hen, zijn op zoek naar relevantie door het gebruik van Las Vegas residenties om een groot statement te maken over hun inmiddels welbekende en legendarische carrière. Ze mogen dan geen nieuwe muziek maken, maar ze kunnen putten uit hun diepe catalogus om de fans eraan te herinneren waarom ze er in de eerste plaats toe deden (in tegenstelling tot Elvis, die nieuwe muziek maakte tijdens zijn Las Vegas jaren). Daarnaast heeft Elvis waarschijnlijk ook de deur geopend voor enorm populaire shows zoals het Cirque du Soleil “Love” eerbetoon aan de Beatles, die attracties op zich zouden worden in plaats van een tweederangs alternatief voor het gokken.

Zoals Richard Zoglin, auteur van Elvis in Vegas, schreef in The New York Times, “Elvis bracht iets nieuws naar Las Vegas: geen intieme, Rat Pack-stijl nachtclub show, maar een groot rock-concert extravaganza. Hij liet zien dat rock ‘n’ roll (en country en R&B ook) kon werken op het grote Vegas podium. En hij bracht een nieuw soort publiek binnen: niet de Vegas stamgasten en high rollers, maar een breder, meer midden-Amerikaans publiek: vrouwelijke fans die als tieners om Elvis hadden geschreeuwd, families die van Elvis het middelpunt van hun zomervakantie maakten.”

Je kan een voorsmaakje krijgen van Elvis op zijn vroege jaren 70 piek door een videoclip te bekijken van “Polk Salad Annie.” Nog voor hij een noot zingt, beheerst hij het podium al. Eerst en vooral ziet hij eruit alsof hij de zaal bezit: mager, gebruind en zelfverzekerd, zijn slanke gestalte bijna een beetje te slank voor het witte pak met kwastjes dat hij draagt. Hij glimlacht en leidt het zuidelijk-gebakken deuntje in met een korte introductie die je meeneemt naar de landvelden van het Diepe Zuiden. En dan begint hij aan het lied, niet alleen met zijn smeulende stem maar ook met zijn lenige lichaam. Hij draait, schudt met zijn benen, slaat in de lucht, en beweegt zijn schouders als een zingende gyroscoop. Let goed op hem, vooral op zijn rechterarm. Hij doet meer dan dansen en hurken: hij gebruikt zijn lichaam om het tempo van zijn begeleidingsband te regelen. Hij leidt de show met zijn stem en zijn lichaam.

Tijdens de jaren 1970 nam hij ook meeslepende muziek op – het geweldige Back in Memphis in 1970, het uitstekende Elvis Country in 1971, en het zeer goede Promised Land and Good Times een paar jaar later. Zelfs een fatsoenlijk maar niet geweldig album als Moody Blue, uitgebracht in het jaar dat hij stierf, bevatte momenten van briljantheid. Gelukkig werden enkele van zijn live optredens uit deze periode ook opgenomen, waaronder Elvis in Person at the International Hotel, On Stage, en That’s the Way It Is.

Helaas zou de magie niet blijven duren. De druk van het wekenlang twee keer per dag optreden werd hem teveel. Hij nam pillen om wakker te blijven en in slaap te vallen (maar om eerlijk te zijn nam Elvis pillen die hem pijn deden omdat hij de dokters vertrouwde die ze voorschreven, zoals Amerikanen nog jaren en masse zouden doen). Hij at overmatig – slecht voedsel dat zijn gewicht deed toenemen. Zijn shows werden slordig. En je kent de rest van het verhaal. Maar hij verloor nooit zijn stem. Ongeacht hoe uit vorm hij raakte, zijn stem behield die kracht. En de kracht van die stem blijft me bij.

De mythe van Fat Elvis is niet dat hij zwaarlijvig werd – dat werd hij wel – maar dat zijn zelfingenomen gedrag hem definieerde. Elvis was tot het einde toe een complex persoon. In een tijd dat hij er zogenaamd niet meer toe deed, veranderde hij het gezicht van live entertainment voor de komende decennia.

Gerelateerd: “How Elvis Rediscovered Greatness,” dat zich richt op Elvis’ comeback voorafgaand aan zijn terugkeer naar Las Vegas.