Tien spinnen die verrassend mooi zijn
1. Wespspin (Argiope bruennichi)
De felgele strepen op het achterlijf van deze spin lokken insecten naar haar web, mogelijk door de kleuren van bepaalde bloemen na te bootsen. De strepen op de poten zijn echter onzichtbaar voor insecten. Dit kan helpen om de spin te camoufleren voor zijn slachtoffers.
2. Noordelijke Juwelenspin (Gasteracantha fornicata)
Deze bosbewoners hebben een ingewikkeld patroon, een sterk reflecterend rug-“schild”. Op een of andere manier trekt dit insecten aan. De spinnen richten hun schild op de donkere bosbodem tijdens het jagen, zodat het kan zijn dat insecten ze verwarren met heldere openingen in de bomen, en onverwachts aanvliegen.
3. Noordelijke Gouden Orbwever (Nephila pilipes, voorheen N. maculata)
Gewoond in warme gebieden van Azië, Afrika en Australazië, behoren de vrouwtjes van deze soort tot de grootste spinnen op aarde: hun spanwijdte kan oplopen tot 20 cm. Hun lichaam is een visueel lokmiddel. Uit een in 2002 gepubliceerde studie blijkt dat de buikspinnen van de noordelijke gouden orb wevers veel ultraviolet licht weerkaatsen, waar insecten bijzonder gevoelig voor zijn. De insecten kunnen de spinnen verwarren met bloemen, die ook veel UV weerkaatsen.
4. Bruine jagerspin (Heteropoda venatoria)
Ook bekend als de reuzekrabspin, heeft dit schepsel een onderscheidend jachtgereedschap. Hij heeft een witte streep, of “snor”, onder zijn ogen. De streep is zo reflecterend dat hij zelfs ’s nachts helder genoeg is om motten naar de spin te lokken. Motten vormen het grootste deel van haar dieet, maar ze heeft zich ook tegoed gedaan aan vleermuizen en schorpioenen.
5. Orchideeënspin (Leucauge magnifica)
Deze spookachtig uitziende soort lokt insecten van twee kanten naar haar web. Zijn zilverkleurige rug en geelgestreepte buik zijn beide krachtige lokmiddelen, en de laatste is vooral ’s nachts effectief. De kleur van de spin kan een voedselbron imiteren waar de insecten op vertrouwen.
6. Krabspin (Thomisus spp.)
Er zijn veel soorten krabspinnen, maar die van het geslacht Thomisus zijn uniek. Veel Thomisus-soorten nestelen zich op bloemen en azen op de bestuivende insecten die ze bezoeken. Sommige soorten kunnen hun lichaamskleur aanpassen aan de bloem waar ze op zitten. Dit lijkt een eenvoudige camouflage, maar het is eigenlijk een lokmiddel. De lichamen van deze spinnen reflecteren ultraviolet licht, waardoor hun gastheerbloemen helderder lijken en aantrekkelijker voor insecten.
7. Braziliaanse krabspin (Epicadus heterogaster)
Een andere soort krabspin brengt plant-imitatie naar een hoger niveau. Deze in het oog springende soort komt voor in witte, gele, paarse en bruine variëteiten, die elk zijn geëvolueerd om op verschillende bloemen te lijken. Deze vermomming kan de spinnen helpen om bijen en andere bestuivers te lokken, terwijl ze ook veilig blijven voor roofdieren.
8. Webversierders (diverse geslachten)
Spinnen gebruiken meer dan alleen hun lichaam om prooien aan te trekken. Veel soorten, zoals de Cyclosa insulana op de foto, spinnen ingewikkelde patronen in hun web. Deze versieringen, of “stabilimenta”, kunnen een lokmiddel zijn voor vliegende insecten. Ze weerkaatsen ultraviolet licht, wat een prooi kan aantrekken, net als de reeds besproken UV-reflecterende spinnen.
9. Pauwspin (Maratus spp.)
Het zijn geen lokmiddelen voor de jacht, maar de paringsdemonstraties van pauwspinnen zijn spectaculair. Tijdens de balts trekken de mannetjes vrouwtjes aan door met hun iriserende buik te zwaaien en te trillen. Hun vergrote centrale ogen zijn uitgerust met telelenzen, en hun kleurenvisie is veel beter dan de onze – dus vanuit het perspectief van een vrouwelijke pauwspin moeten deze uitingen er nog oogverblindender uitzien.
10. Bolaspinnen (diverse geslachten)
Bolaspinnen hebben een van de meest verfijnde lokmiddelen in het dierenrijk. Ze spinnen geen web, maar vangen insecten door een enkele lijn van zijde met een kleverige druppel aan het eind te laten slingeren. Eén soort, Mastophora hutchinsoni, heeft ook een onzichtbaar geheim wapen. s Nachts laten ze chemische stoffen vrij die de seksferomonen van vrouwelijke motten nabootsen. Mannelijke motten die te nieuwsgierig worden, komen aan een kleverig einde. De spinnen bootsen eigenlijk de feromonen van twee soorten motten na, en veranderen de chemische mix die ze vrijlaten afhankelijk van welke actief is.