Vermindering van vetvlekken
Alle lichaamsvormen zijn verschillend, wat betekent dat mensen op verschillende plaatsen vet dragen. Bovendien suggereert onderzoek dat variatie in zowel algemene adipositas als regionale vetverdeling in hoge mate genetisch bepaald is. Sommige plaatsen op het lichaam zijn metabolisch actiever dan andere, en die gebieden zullen sneller gewicht verliezen dan gebieden die metabolisch niet zo actief zijn. Bij veel mensen is buikvet metabolisch actiever en kan het gemakkelijker worden verminderd dan vet in de lagere delen van het lichaam. De vermindering van deze metabolisch actieve plaatsen is niet te wijten aan een toename van de samentrekkingen van de buikspieren. Tijdens het sporten worden vetzuren gemobiliseerd als gevolg van de aanwezigheid van hormonen en enzymen. Deze creëren een negatieve energiebalans in het lichaam. Het vetgehalte wordt over het hele lichaam verlaagd. Oefening van bepaalde spieren kan geen signaal zijn voor een specifieke afgifte van vetzuren voor de specifieke vetophopingen boven die spieren die worden geactiveerd.
Spiergroei vs vetafname in menselijk lichaamEdit
In een gerandomiseerde controlestudie probeerden wetenschappers een verband vast te stellen tussen skeletspieromvang en omliggend vet op een specifiek lichaamsdeel bij blootstelling aan krachttraining. Zij vergeleken het spier- en vetgehalte van de dominante en niet-dominante onderarm van toptennissers. De methode die in deze studie werd gebruikt om de hoeveelheid onderhuids vet tussen de armen van de tennisspelers te onderzoeken, was een huidplooimeter. (Er zijn een groot aantal tests die kunnen helpen het lichaamsvetpercentage te bepalen). Na het meten van de twee armen ontdekten zij dat de omtrek van de dominante armen groter was omdat deze spieren meer werden gebruikt dan de niet-dominante armspieren. De huidplooimeting toonde echter geen verschil aan in de hoeveelheid onderhuids vet op beide armen. Dit bewees dat de spieren aan de dominante armen groeiden door hypertrofie van de spieren, maar dat de hoeveelheid vet rondom de spieren aan de dominante armen niet verminderde door deze toename. Er was geen bewijs dat er een spot reduction plaatsvond.
Buikspieroefeningen vs buikvetEdit
In een ander gerandomiseerd onderzoek verdeelden wetenschappers 24 sedentaire volwassenen, in de leeftijd van 18-40 jaar, in een oefengroep en een controlegroep. De oefengroep voegde 7 buikspieroefeningen, 2 sets van 10 herhalingen elk, 5 dagen per week, gedurende 6 weken, toe aan hun dagelijkse routines. De wetenschappers ontdekten dat aan het einde van de 6 weken, door het vergelijken van een verscheidenheid aan uithoudingstesten, lichaamssamenstellingstesten en antropometrische gegevens, het onderhuidse vet rond de buikstreek niet was gekrompen. Het spieruithoudingsvermogen van de kernregio was echter wel verbeterd bij een vergelijking van het aantal sit-ups voor en na tussen de oefengroep na de studie en de controlegroep. Hoewel dus een toename van de spierontwikkeling van een bepaalde lichaamsregio plaatsvond, werd het vet rond de spieren er niet door verwijderd. Nogmaals, er was geen bewijs dat er een vlekvermindering plaatsvond.