Verwissel stro niet met hooi (of hooi met stro…) en hoe zit het met “Straw Bale Gardening”?

V. Mike weet veel, en ik hou van de show (ik luister op KSFC; 91.9 FM), maar in een recent programma verwees hij naar hooi en stro alsof ze verwisselbaar waren. Stro is een stengel, meestal een afvalproduct van tarwe, dat wordt gebruikt als strooisel voor de dieren op het erf. Hooi – meestal luzerne of een grassoort – wordt gebruikt als veevoer.

    —Mary Beth in Spokane (Washington)

A. Ik kan me heel wat keren herinneren dat ik de verschillen tussen hooi en stro heb uitgelegd, maar nooit wanneer ik ze met elkaar heb verward. En gelukkig, ik denk dat ik ook deze keer onschuldig ben, hoewel ik misschien iets duidelijker taal had kunnen gebruiken. Mary Beth verwijst naar een telefoontje dat enkele weken geleden in de show werd uitgezonden over ‘strobalen tuinieren’. Ik legde uit dat een van mijn (vele) bezwaren tegen deze methode was dat het oorspronkelijke materiaal vrijwel zeker bespoten was met veel chemische pesticiden en herbiciden. Maar ik voegde eraan toe dat als je een biologische boer kende die hooi in balen verwerkte, zijn stro vrij zou zijn van chemicaliën.

Wacht eens even, heb ik de twee termen nu weer door elkaar gehaald?

Nope. Maar het is een dunne lijn. Stro en hooi beginnen hun leven op dezelfde manier – als akkergewas. Het woord “hooi” verwijst naar de hele geoogste plant, inclusief de zaadhoofden. Het meeste hooi wordt geteeld om te worden gebruikt als veevoer, en is over het algemeen, zoals Mary Beth correct opmerkt, timothee, rogge, alfalfa of een gespecialiseerd gras. Maar graangewassen als tarwe, haver en gerst worden soms ook geteeld voor diervoeder en menselijke consumptie.

Als de planten intact worden gelaten en gebundeld, is het hooi. Maar als de zaadhoofden worden verwijderd, blijft er stro over, een holle buis die veel toepassingen kent, zoals strooisel voor dieren op boerderijen en mulch in tuinen. En als het hooi biologisch is geteeld – bijvoorbeeld om gecertificeerde biologische dieren te voeden – is het stro dat van dat hooi is gemaakt, vrij van chemicaliën.

Met andere woorden, je moet eerst biologisch hooi (of graan) hebben voordat je biologisch stro kunt krijgen.

Maar het belangrijkste punt in elk gesprek over deze onderwerpen is om mensen te waarschuwen dat ze moeten oppassen dat ze GEEN hooi krijgen als ze ‘strobalen’ kopen. Stro en hooi zijn vaak identiek verpakt, en veel tuincentra – en zelfs boeren die hun extra balen langs de kant van de weg verkopen – gebruiken de term “stro”, ongeacht of de baal in kwestie stro of hooi is. En als je hooi – met al die zaadkoppen intact – als mulch voor de tuin gebruikt, zullen de zaden ontkiemen en word je een onbedoelde graanboer.

…Wat mij ooit is overkomen. Ik had nog niet geleerd dat je de balen visueel moet inspecteren op zaadkoppen, en pakte een partij hooi die was bestempeld als ‘stro’. De planten die opdoken een paar weken nadat ik het als mulch had verspreid, leerden me twee belangrijke lessen….

Eén ervan was dat je nooit moet vertrouwen op bewegwijzering. De andere was dat tarwe scherp is. Geen goede plant om in woede met blote handen vast te pakken. Maar genoeg oude oorlogsverhalen; laten we verder gaan met ‘strobalen tuinieren’ zelf.

V. Het is altijd een strijd om onze kleigrond te bewerken. Ik las een artikel over hoe dit probleem zou kunnen worden opgelost door strobalen te gebruiken in plaats van zakken mest, veenmos, enz. te moeten sjouwen om mijn tomaten, paprika’s en komkommers te laten groeien; maar mijn man is het daar niet mee eens. Wat is uw mening?

    —Eileen in Langhorne, PA

A. Ik denk dat het gewoon weer een van die ’trends’ is die tuinschrijvers oppikken als ze wanhopig op zoek zijn naar iets ‘nieuws’ om over te schrijven, en die ze niet aan een kritische blik onderwerpen. Maar ik ben opgevoed door een rechercheur in moordzaken, en ik ben altijd op zoek naar het gat in de logica. En in dit geval had ik er meteen al vijf.

  1. De balen zijn vrijwel zeker geteeld met pesticiden – inclusief afschuwelijke ‘systemische’ chemicaliën die door de plant zelf worden opgenomen. Ik kweek alleen biologisch, dus ik ben al weg voor we beginnen.
  2. De balen houden vocht niet goed vast; in een droog jaar zou je ze elke dag water moeten geven – misschien wel meerdere keren per dag.
  3. Maar omdat stro zo dicht opeengepakt zit, verzamelen de kernen en bodems veel vocht dat ze niet kwijt kunnen en de neiging hebben om te gaan schimmelen – vooral in een nat jaar.
  4. Je moet elk jaar nieuwe balen kopen, wat verre van duurzaam is.
  5. Het systeem is levenloos; ontworpen om grond en compost te vermijden ten gunste van chemisch beladen stro en nare kunstmest.

En dat laatste is emotioneel gezien misschien wel mijn grootste probleem. Mijn benadering van tuinieren – gesmeed in het vuur van grootheden als J.I. en Bob Rodale, Sir Albert Howard, Eliot Coleman, John Jeavons, Mel Bartholomew en vele anderen – is dat een GEZONDE BODEM de basis is voor al het tuinieren. Het antwoord op kleigrond is niet om te telen in met pesticiden beladen strobalen (die overigens erg zwaar zijn, dus de sjouwfactor wordt er niet minder om).

Verhoogde bedden en echte containers zijn een veel minder giftig en veel duurzamer antwoord op kleigrond; vul ze met een mooie mix van potgrond, gezeefde zwarte bovengrond, perliet en compost. (GEEN mest of veenmos; dat zijn verre van de beste bodemverbeteraars.) Dan ben je weg van de klei en kweek je in een medium dat niet is voorbesmet met chemicaliën, dat goed draineert in natte jaren, langer meegaat tussen waterbeurten in droge jaren, en niet elk jaar hoeft te worden vervangen.

En een die je op een natuurlijke manier kunt voeden met compost, wormuitwerpselen en ander organisch materiaal in plaats van zoute chemische meststoffen.