Waar is de wafel uitgevonden?

Jaawwwnnnn…is het al tijd om op te staan? Ja, inderdaad, dat is het. Maar maak je geen zorgen. Als je voeten de grond raken, ruikt je neus de geur van iets lekkers dat in de keuken staat te pruttelen.

Als je de lucht opsnuift, begint je buik te rommelen. U kent die geur. Het is de geur van heerlijk rond voedsel, bedekt met kuiltjes die binnenkort reservoirs van gesmolten boter en ahornsiroop zullen zijn. Dat is juist. We hebben het over wafels!

Zeker, pannenkoeken zijn ook lekker, maar er is gewoon iets met de knapperigheid van een wafel dat de smaakpapillen bevredigt zoals geen enkele andere ontbijttraktatie dat kan. Als je bedenkt hoe goed ze stroop en boter vasthouden, is het niet moeilijk te begrijpen waarom wafels zo populair zijn.

Hoewel boter en ahornsiroop beide traditionele en populaire toppings zijn, gaan veel mensen verder en genieten van hun wafels met een verscheidenheid aan andere toppings, waaronder aardbeien, bosbessen, chocoladestukjes en slagroom.

Wafels zijn er al heel lang. Culinaire historici denken dat wafels teruggaan tot het oude Griekenland, waar koks platte cakes roosterden tussen metalen platen die aan lange houten handvatten waren bevestigd.

De Grieken noemden deze cakes obelios, en ze waren niet zo zoet als de moderne wafels. Soortgelijke ongezuurde wafels, oublies genaamd, werden vele jaren later in het middeleeuwse Europa door de katholieke kerk gemaakt van graanbloem en water.

Eindelijk kwamen er ook andere ingrediënten, zoals kruiden, room, honing en boter in de recepten voor oubliebeslag. Er werden ook rijsmiddelen toegevoegd om de wafels dikker en deegachtiger te maken. De dikkere wafel werd al snel de wafel.

In de 15e eeuw begonnen Nederlandse wafelbakkers met het smeden van rechthoekige platen met een rasterpatroon. Hoewel niemand het zeker weet, denken deskundigen dat het wafelrooster dat we vandaag de dag kennen op natuurlijke wijze is ontstaan, als een manier om minder beslag over een groter oppervlak te laten garen.

De Nederlanders krijgen de eer om de wafel naar Amerika te brengen. Het zou echter nog even duren voordat wafelijzers gemeengoed werden in de Verenigde Staten. Het eerste patent op een wafelijzer werd in 1869 verleend aan Cornelius Swartwout uit Troy, New York.

Vandaag de dag eten veel mensen elke dag wafels zonder een wafelijzer te gebruiken. In plaats daarvan gebruiken ze een broodrooster. Dankzij Frank Dorsa en zijn Eggo-wafels (oorspronkelijk bekend als “froffles”) zijn diepvrieswafels al sinds de jaren vijftig een populaire ontbijttraktatie.