Wat is Batik?
Het maken van blok-afdrukken. Met behulp van een drukblok dat in gesmolten was wordt gedompeld, legt de drukker de basis voor het patroon voordat de stof in de kleurstof kan worden gedrenkt. De drukblokken worden achter de kunstenaar aan de muur gehangen.
Batik is een techniek voor het decoreren van textiel, waarbij delen van het textiel die niet gekleurd moeten worden, met gesmolten was worden bedekt. De was voorkomt dat het textiel tijdens het versieren de kleurstof absorbeert.
Het woord batik is van Indonesische oorsprong, en is verwant aan een Maleis woord voor stip of punt, “titik” en het Javaanse woord “amba”, dat “schrijven” betekent.
De techniek
De techniek van het bedekken of “reserveren” van delen van een textiel met een of andere pasta of vloeibaar materiaal om zo een patroon te creëren is in veel verschillende delen van de wereld aangetroffen. Theorieën over de oorsprong van de techniek zijn onzeker. Zij is bekend uit India, Sri Lanka, China, Japan, Zuidoost-Azië, Turkestan en West-Afrika.
Sinds de 16e eeuw is de kunst van het batikken gedocumenteerd in de Maleise Archipel, en vooral op Java werd de kunst tot een zeer hoog peil ontwikkeld.
Toen de Javanen de canting uitvonden, een klein gebruiksvoorwerp om met was lijnen te trekken, slaagden zij erin de fijnste met de hand getekende textielen te maken, tulis genaamd (tulis vertaalt rechtstreeks naar schrijven).
In de 20e eeuw werd de uitvinding van het koperen blok, dop, door de Javanen ontwikkeld. Dit gereedschap betekende een revolutie voor de batikproductie, omdat het mogelijk werd ontwerpen van hoge kwaliteit en ingewikkelde patronen te maken, veel sneller dan men met de hand zou kunnen doen.
De oorsprong
De oorsprong van de batikproductie in Maleisië is niet gemakkelijk te achterhalen. Wel is zeker dat de Javanen de Maleise batikproductie zowel technisch als in de ontwikkeling van de ontwerpen hebben beïnvloed. In een vroeg stadium gebruikten de Maleisiërs houten blokken om batik-achtige stoffen te vervaardigen. Pas in de jaren twintig introduceerden Javaanse batikmakers aan de oostkust het gebruik van was- en koperblokken.
De produktie van met de hand getekende batik in Maleisië is van recente datum en is verwant aan de Javaanse batek tulis. De commerciële productie begon in de jaren 1960. Dit handwerk heeft zijn eigen esthetiek en vormgeving ontwikkeld, eigen aan Maleisië. De nieuwe Maleisische batik verschilt duidelijk van de Javaanse traditie van handbeschilderde batiks.
Het batikproces
Er zijn tegenwoordig twee hoofdtypen batik in Maleisië; handbeschilderd en blokdruk. Deze soorten verschillen in productietechniek, motief en esthetische expressie, en worden vaak ingedeeld op basis van het gereedschap dat is gebruikt. De schilder gebruikt de canting, een kleine koperen houder met een of meer pijpen van verschillende grootte. Het reservoir is bevestigd aan een handvat van hout of bamboe. De canting wordt gevuld met gesmolten was en gebruikt om de omtrekken van het patroon op de stof te tekenen.
Het drukken gebeurt met behulp van een metalen blok dat wordt gemaakt door stroken metaal aan elkaar te lassen. Vroeger werden hiervoor lege blikken gebruikt. Het blok wordt in gesmolten was gedompeld en tegen de stof gedrukt om het patroon te maken.
De was bestaat meestal uit bijenwas, paraffinewas, hars, vet en een synthetische was, gemengd in wisselende verhoudingen. Het mengen berust op individuele ervaring en vaardigheid. Elk bestanddeel heeft speciale kwaliteiten die het uitzicht van het afgewerkte textiel beïnvloeden. Bijenwas smelt bij een lage temperatuur, is soepel, hecht zich gemakkelijk aan het textieloppervlak en is gemakkelijk te verwijderen. Paraffinewas, zowel geel als wit, is bros en scheurt gemakkelijk zodat de kleurstof in het textiel dringt en een gemarmerd uiterlijk krijgt. Hars bindt de ingrediënten samen en zorgt ervoor dat de was beter aan het textiel hecht. Dierlijk of plantaardig vet maakt het wasmengsel soepeler. Vaak worden wasmengsels opnieuw gebruikt.
De prijs van elk ingrediënt kan ook van invloed zijn op het mengsel. Het mengsel dat voor blokdrukken wordt gebruikt, is meestal goedkoper dan dat voor handbeschilderde zijde.
Kleurstoffen
Kleurstoffen van plaatselijke planten en insecten werden gebruikt voor traditionele textielversiering. Een voorbeeld is het gebruik van bladeren van de indigoplant om diepblauwe kleurschakeringen te verkrijgen. Vandaag de dag is het gebruik van chemisch geproduceerde kleurstoffen gebruikelijk. In Maleisië wordt de voorkeur gegeven aan reactieve kleurstoffen omdat zij gemakkelijk zijn, heldere en briljante kleuren hebben en gemakkelijk hechten op textiel dat zowel cellulose- als zijdevezels bevat. De chemische formule van de kleurstof is bepalend voor de methode om de kleuren te fixeren. De kleur kan bijvoorbeeld worden gefixeerd met behulp van natriumsilicaat, of door het materiaal bloot te stellen aan de lucht.
Het kleurengamma varieert van traditionele combinaties waarin blauw en bruin overheersen, tot briljant rood, turkoois, blauw, roze, oranje en groen. Bij het handschilderen worden verschillende tinten verkregen door de kleur tijdens het schilderen te verdunnen met water.
Stoffen
Stoffen van verschillende kwaliteiten en structuren worden gebruikt bij de productie van batik. Dit kan katoen, viscose, rayon en zijde zijn. Zijde wordt meestal gebruikt om met de hand te beschilderen. Industrieel vervaardigd textiel moet worden gekookt of gewassen om de finish en andere resten te verwijderen voordat de was kan worden aangebracht en de kleur kan worden aangebracht. Om de kleur goed te laten hechten wordt de stof behandeld met zetmeel gemaakt van rijst of cassave. Voor het fijne werk wordt ook wat olie toegevoegd om een gladder oppervlak te verkrijgen dat het waxen gemakkelijker maakt. Tenslotte wordt de stof gestreken om plooien te verwijderen. Vroeger werden de stoffen glad gemaakt door er met een houten knuppel op te slaan.
Handgeschilderde batik
Handschilderen van batik in Maleisië borduurt voort op tradities van de Javaanse handgeschilderde batek tulis. In Java werd het patroon aan beide zijden overgetrokken voordat de stof in de verf werd gedrenkt.
In het huidige Maleisië verloopt het proces als volgt:
De voorbereide en uitgemeten stof wordt over een metalen of houten frame gespannen. Het patroon wordt overgetrokken met een zacht potlood.
De verkanting wordt voor 2/3 gevuld met vloeibare was, en het gereedschap wordt schuin tegen het doek gehouden. De kunstenaar moet uiterst nauwkeurig en voorzichtig te werk gaan om een vloeiende wasstroom te verkrijgen. Het penseel moet regelmatig in de waspot worden gedompeld om de optimale temperatuur te behouden.
Als de was te heet is, dringt hij te diep in de vezels en is hij moeilijk te verwijderen. Als het te koud is, zal het niet goed hechten.
Als het waxen aan één kant van de stof klaar is, laat men het drogen. Als de was niet goed in de stof is gedrongen, wordt de bewerking aan de andere kant herhaald. De volgende stap is het verven van de delen van de stof die niet met was zijn bedekt. De schilder gebruikt penselen van verschillende grootte, en grotere vlakken kunnen met een spons worden gekleurd. De kleur kan worden gevarieerd door water of meer verf toe te voegen. De kleur moet drogen voordat hij wordt gefixeerd. Tenslotte wordt de was verwijderd in heet water, en de stof wordt verschillende keren gespoeld om overtollige kleurstof en wasresten te verwijderen.
Blokdruk
De uitgemeten stof wordt op een gestoffeerde tafel gelegd. De drukker heeft de waspot aan zijn zijde. Het blok wordt in de pot gedompeld om met was te worden gevuld, en vervolgens wordt het tegen het doek aangedrukt. Dit proces wordt herhaald totdat het hele doek met waspatronen is gevuld. De drukker kan tussen verschillende blokken wisselen als dat voor het ontwerp nodig is. Als het wassen klaar is, wordt de doek in kleurstof gedrenkt. De kleur hecht zich aan de gedeelten die niet in de was zijn gezet. Van nu af aan zal de oorspronkelijke witte kleur alleen zichtbaar zijn wanneer de was van de doek is verwijderd.
Voor polychrome patronen gaat het proces van wassen en weken door totdat het gewenste aantal kleuren is verkregen. Meestal zal de drukker beginnen met de lichtere kleuren en eindigen met de donkere. Tenslotte worden de was en de overtollige kleur verwijderd door de stof te koken en te spoelen. De stof wordt dan te drogen gehangen.
Er kunnen plaatselijke variaties in het proces zijn. In plaats van van lichte naar donkere kleuren te gaan, kan men ook beginnen met het gehele stuk een donkere kleur te geven, meestal blauw of bruin. Daarna worden de contouren en delen van het patroon in was gedrukt, waarna de stof in een chemische oplossing wordt gedrenkt die de kleur verwijdert van de niet met was behandelde delen. Dan volgt de gebruikelijke procedure, gaande van lichtere naar donkerdere kleuren. Bij deze procedure worden de contouren dominanter.
Handschilderen en blokdrukken worden vaak gecombineerd, en deze methode is een gemakkelijkere manier om het textiel meer kleuren en vrijere patronen te geven. In het hedendaagse Maleisië wordt een aantal technieken gebruikt om batik-achtig textiel te produceren. Door bijvoorbeeld een laag was toe te voegen aan een gewone zeefdruk is het mogelijk om een gebarsten patroon te maken en het meer op echte batik te laten lijken. Het is vaak moeilijk te zien of een textiel echt batik is of niet. Een goed criterium voor echte batik is of de twee zijden van de stof gelijk zijn.