Wat is het verschil tussen fijne motoriek en grove motoriek?
Fijne motorische vaardigheden zijn kleine bewegingen, zoals grijpen, en grove motorische vaardigheden zijn grotere bewegingen, zoals kruipen. Ze ontwikkelen zich van bovenaf, met controle over het hoofd en gaan dan verder naar beneden. Ontdek hoe buiktijd en zelfvoeding uw baby helpen bij de ontwikkeling van motorische vaardigheden.
Wat zijn fijne en grove motorische vaardigheden?
Een motorische vaardigheid is een handeling waarbij de spieren worden gebruikt.
Fijne motoriek zijn kleine bewegingen waarbij de kleine spieren van de vingers, tenen, polsen, lippen en tong worden gebruikt. Enkele van de fijne motorische vaardigheden die uw baby onder de knie zal krijgen zijn: zuigen op de vingers, voorwerpen vastpakken, dingen in de mond stoppen, voorwerpen van de ene hand in de andere leggen, dingen oprapen en laten vallen, en zwaaien. Andere fijne motorische vaardigheden die later aan bod kunnen komen zijn het oppakken van kleine voorwerpen, het aantrekken van kleren, het omslaan van bladzijden en het gebruik van een krijtje of potlood.
Grote motorische vaardigheden zijn de grotere bewegingen waarbij de grote spieren in de armen, benen, romp en voeten worden gebruikt. Enkele van de grove motorische vaardigheden die uw baby onder de knie zal krijgen zijn omrollen, rechtop zitten, kruipen, staan en kruipen. Andere grove motorische vaardigheden die later aan bod kunnen komen, zijn lopen, traplopen, hurken, rennen, springen en tegen een bal schoppen.
Hoe ontwikkelen motorische vaardigheden zich?
Wanneer uw baby pasgeboren is, zijn zijn hersenen nog niet volgroeid genoeg om zijn bewegingen te controleren. In plaats daarvan heeft hij primitieve reflexen, zoals zijn hoofd opzij draaien als je over zijn wang aait (wroetreflex) en zijn hand om je vinger krullen als je die in zijn handpalm legt (grijpreflex). Naarmate uw baby ouder wordt, verdwijnen veel van de reflexen en ontwikkelt zich de vrijwillige motoriek.
De ontwikkeling van motorische vaardigheden begint bij het hoofd en beweegt zich dan naar beneden, naar het lichaam. Je pasgeborene leert dus eerst zijn mond, gezicht, lippen en tong te controleren, en de rest volgt na verloop van tijd.
Halscontrole komt voor de schouders, en schouders voor de rug. Uw baby beheerst zijn armen eerder dan zijn handen, en de handen eerder dan de vingers.
De grove motoriek ontwikkelt zich in elk gebied eerder dan de fijne motoriek. Uw baby kan dus eerst zijn armpjes bij elkaar brengen voordat hij leert hoe hij een speeltje van hand tot hand moet doorgeven.
Uw baby kan alleen dingen zelf doen als hij de grove en de fijne motoriek samen gebruikt. Hij zal hier geleidelijk aan beter in worden naarmate hij ouder wordt.
Zo zal uw kind bijvoorbeeld tegen de tijd dat het twee jaar oud is, een vormsorteerspeeltje kunnen gebruiken. Ze zal haar grove motoriek gebruiken om haar lichaam stil genoeg te houden om de vormen stevig vast te pakken. Ze zal dan de fijne motoriek gebruiken om elke vorm zo te draaien dat hij in de juiste gleuf past.
Hoe kan ik mijn kind helpen met de grove en fijne motoriek?
Een aantal dingen die u al vroeg kunt doen om deze vaardigheden te bevorderen zijn:
- Verander de richting waarin u uw kind in de wieg legt elke dag. Dit stimuleert uw baby om zijn hoofd in verschillende richtingen te draaien en versterkt beide kanten van zijn nek. Het helpt ook plagiocephalie (een platte plek op de achterkant van het hoofd) te voorkomen.
- Oefen elke dag met buikliggen. Door tijd op hun buik door te brengen, leren baby’s hun hoofd op te tillen, zich op te drukken, om te rollen, rechtop te zitten en te kruipen. Probeer een paar minuten per dag te krijgen, te beginnen bij de geboorte.
- Speel spelletjes die je baby een beetje uitdagen. Als hij bijvoorbeeld zonder steun kan zitten, leg dan zijn favoriete speeltje net buiten zijn bereik. Dit betekent dat hij moet balanceren als hij naar zijn speeltje grijpt.
- Als uw baby klaar is om te gaan kruipen, leg haar speeltjes dan op de grond, bijvoorbeeld op een bank. Dit moedigt uw baby aan om omhoog te kijken, haar hoofdje op te tillen en op handen en knieën te gaan staan om haar speeltje te zoeken. Als uw baby eenmaal kruipt, kunt u hindernisbanen maken die hem verleiden om door tunnels te gaan en over kussens te klimmen.
- Om de fijne motoriek te oefenen, kunt u uw baby toestaan om zichzelf te voeden als hij eenmaal vast voedsel heeft gegeten. Leg graanproducten of grote stukken zacht voedsel voor haar neer, zodat ze kan oefenen om ze vast te pakken en naar haar mond te brengen. Uiteindelijk zal ze leren het voedsel tussen duim en wijsvinger te pakken.
Wat zijn signalen dat mijn baby zijn motorische vaardigheden niet ontwikkelt?
Dit zijn enkele waarschuwingssignalen dat uw baby zijn motorische vaardigheden niet ontwikkelt zoals verwacht. De arts van uw baby zal bij zijn bezoek aan de arts naar deze rode vlaggen kijken. Here’s what to watch for:
- Your baby doesn’t turn her head to both sides
- He feels stiff
- Her head has a flat spot
- He keeps one or both hands clenched in a fist
By 12 months your baby should be able to:
- Sit unsupported and pull herself up to stand
- Grasp toys and let them go
- Bring toys to her mouth and bang them together
- Clap hands
- Feed herself finger foods
- Move around on the floor
- Put objects into a large container
- Hold a bottle by himself
Learn more
How to encourage your toddler’s motor development