Wat is overheidsinterventie?

Definitie: Overheidsinterventie is de opzettelijke inmenging van een overheid in het economisch systeem van een land door middel van regulerend optreden. Het verwijst naar een situatie waarin een overheid actief invloed uitoefent op beslissingen die door individuen of organisaties worden genomen.

Wat betekent overheidsinterventie?

Overheidsinterventie is nodig vanwege de zogenaamde inefficiënties en tekortkomingen van de markt. Om de welvaart te verhogen of bepaalde economische en sociale doelstellingen na te streven, stelt de overheid regels op en ziet zij toe op de naleving ervan, met als doel resultaten te bereiken die op een volledig vrije markt niet mogelijk zouden zijn.

De middelen die voor een interventie worden gebruikt, lopen uiteen, maar zij kunnen in drie grote categorieën worden ingedeeld. Dit zijn subsidies, belastingen en voorschriften. Met subsidies wordt getracht het verbruik van bepaalde goederen of diensten te verhogen ten opzichte van andere. Zo kan een subsidie voor melk bedoeld zijn om de melkconsumptie in minder bevoorrechte delen van de samenleving te verhogen.

Belastingen daarentegen proberen het gebruik of verbruik van iets te verminderen door de relatieve prijs ervan te verhogen. Een voorbeeld hiervan is een belasting op alcoholische dranken. Regelgeving beperkt bepaalde activiteiten of gedragingen die als niet wenselijk worden beschouwd, maar kan ook tot doel hebben goederen en diensten aan te bieden die niet naar behoren door de markt worden geleverd. Een voorbeeld hiervan zijn openbare scholen in arme buurten om het aantal inschrijvingen onder minderbedeelde kinderen te verhogen.

Voorbeeld

Omdat een volkomen vrije markt de meest efficiënte manier is om middelen toe te wijzen, kan buitensporig of ongeschikt overheidsingrijpen de efficiëntie in aanzienlijke mate verstoren. Overheden kunnen bij het nemen van regulerende besluiten politieke belangen hebben in plaats van publieke belangen. De overheid kan ook onvoldoende geïnformeerd zijn of technisch niet in staat om complexe problemen op te lossen.

Een verordening om de consumentenprijzen van ingeblikt voedsel te verlagen klinkt bijvoorbeeld als iets goeds voor arme mensen, maar als de prijzen onvoldoende aantrekkelijk zijn voor voedselleveranciers, wier voornaamste bestaansreden winst is, zullen die producten helemaal niet worden aangeboden. Uiteindelijk zou de gewenste oplossing niet mogelijk zijn en zou de bevolking in plaats daarvan te maken krijgen met schaarste.