Onderzoeker vindt bewijs dat Alexander Hamilton slaven bezat

Hamilton wordt in populaire moderne werken bijna overal afgeschilderd als een abolitionist, onder andere in Ron Chernow’s biografie “Hamilton” uit 2004 en in Lin-Manuel Miranda’s met een Tony Award bekroonde show “Hamilton: An American Musical.”

Maar na bestudering van de grootboeken en correspondentie van Hamilton en zijn vrouw, Eliza Schuyler Hamilton, kwam Serfilippi, die werkt op de Schuyler Mansion State Historic Site in Albany, N.Y.,

“Het is van vitaal belang dat er een einde komt aan de mythe van Hamilton als ‘de Abolitionistische Founding Father’,” schrijft Serfilippi in de paper, getiteld “‘As Odious and Immoral a Thing’: Alexander Hamiltons verborgen geschiedenis als slavenhandelaar.” Haar onderzoek is gepubliceerd op de website van het New York State Park System.

Het artikel voegt toe aan de bezorgdheid van veel academici dat de fictieve Hamilton uit de musical, die de slavernij aanvalt in een rap battle met Thomas Jefferson, precies dat is: fictief.

“Fascinerend artikel,” twitterde Annette Gordon-Reed, hoogleraar Rechten aan Harvard en historica, die de Broadway-show in het verleden heeft bekritiseerd. “Doet denken aan de alomtegenwoordigheid van slavernij in de koloniale periode en de vroege Amerikaanse republiek. Alexander Hamilton als slavenhandelaar verbreedt de discussie.”

Chernow noemde het stuk een “geweldig onderzoekswerk dat ons gevoel van Hamilton’s betrokkenheid bij slavernij op een aantal manieren verbreedt.” Maar hij zette vraagtekens bij haar bewering dat slavernij “essentieel was voor zijn identiteit,” en zei dat Serfilippi informatie wegliet die haar conclusies zou tegenspreken.

Hamiltons werk met de Manumission Society om de slavernij in New York af te schaffen en vrije zwarten te verdedigen wanneer slavenmeesters van buiten de staat hen uit de straten van New York probeerden te rukken, werd bijvoorbeeld door Chernow opgemerkt.

“Als ze had geprobeerd deze belangrijke nieuwe bevindingen te verenigen met een volledige en eerlijke uiteenzetting van Hamiltons anti-slavernij activiteiten, zouden we een groot en complex beeld van de man hebben gekregen en zou haar artikel veel overtuigender zijn geweest,” zei Chernow via e-mail.

Miranda weigerde commentaar te geven via zijn publicist. In eerdere interviews heeft hij gezegd dat hij zowel een discussie over Hamiltons rol in de slavernij als kritiek op de manier waarop zijn show met dat deel van zijn leven omgaat, verwelkomt.

Toen Hamilton in 1780 trouwde met de machtige familie Schuyler, was slavernij heel gewoon onder de elite van de staat New York. Meer dan 40 mensen werden in de loop der jaren tot slaaf gemaakt in het landhuis van de familie Schuyler in Albany en op een ander landgoed. De historische locatie heeft uitgebreid onderzoek gedaan naar de zogenaamde bedienden van de familie en verwerkt dit in haar rondleidingen.

De burgemeester van Albany, Kathy Sheehan, heeft eerder dit jaar opdracht gegeven het standbeeld van generaal-majoor Philip Schuyler te verwijderen, deels omdat hij “naar verluidt de grootste eigenaar van tot slaaf gemaakte mensen in Albany was in zijn tijd”, aldus het kantoor van de burgemeester.

Serfilippi bestrijdt de vaak herhaalde bewering dat Hamilton tijdens zijn jeugd op het eiland St. Croix aan de wreedheden van de slavernij zou zijn blootgesteld en dat hij daardoor een hekel aan slavernij zou hebben gekregen. Ze zei dat er “geen primaire bronnen zijn gevonden die dat idee bevestigen”.

Biografen hebben opgemerkt dat Hamilton juridische cliënten en familieleden hielp met het kopen en verkopen van slaven, maar ze zijn minder duidelijk over de vraag of hij zelf mensen tot slaaf maakte. Serfilippi zei dat notities in zijn kasboeken en in familiebrieven duidelijk aantonen dat hij dat deed.

In Hamiltons kasboeken staat bijvoorbeeld een betaling van $250 aan Philip Schuyler in 1796 voor “2 neger-bedienden die door hem voor mij zijn gekocht”. Een andere boeking vermeldt de ontvangst van $100 voor het uitlenen van een “negerjongen” aan een ander persoon. Serfilippi merkt ook op dat een inventaris van Hamilton’s bezittingen, gemaakt om zijn zaken te regelen na zijn dood in 1804 in een duel met Aaron Burr, “bedienden” bevat ter waarde van 400 pond.

Joanne Freeman, hoogleraar geschiedenis in Yale en redacteur van de uitgave van Hamilton’s geschriften door de Library of America, zei dat “het passend is dat we ons rekenschap geven van Hamilton’s status als slavenhandelaar in een tijd die duidelijk maakt hoe belangrijk het is voor blanke Amerikanen om zich rekenschap te geven – serieus rekenschap te geven – van de structurele erfenissen van de slavernij in Amerika.”

Serfilippi zegt dat haar onderzoeksinteresse verder gaat dan het ontkrachten van mythen over Hamilton.

“De waarheid die in Hamiltons kasboeken en brieven wordt onthuld, moet worden erkend om de mensen die hij tot slaaf maakte te eren,” schrijft ze. “Door Hamilton’s status als slavenhandelaar te begrijpen en te accepteren, kunnen de verhalen van de mensen die hij tot slaaf maakte eindelijk hun rechtmatige plaats in de geschiedenis innemen.”