Aramees alfabet
Omstreeks 500 v.Chr., na de verovering van Mesopotamië door de Achaemeniden onder Darius I, werd het Oud-Aramees door de Perzen overgenomen als “middel voor schriftelijke communicatie tussen de verschillende regio’s van het uitgestrekte Perzische rijk met zijn verschillende volkeren en talen. Aangenomen mag worden dat het gebruik van één enkele officiële taal, die door moderne geleerden officieel Aramees, Keizerlijk Aramees of Achaemenidisch Aramees wordt genoemd, in hoge mate heeft bijgedragen tot het verbazingwekkende succes van de Achaemenidische Perzen om hun verafgelegen rijk zo lang bijeen te houden.”
Het Keizerlijk Aramees was in hoge mate gestandaardiseerd; de orthografie was meer gebaseerd op historische wortels dan op een gesproken dialect en werd onvermijdelijk beïnvloed door het Oudperzisch. De Aramese glyph vormen uit die periode worden vaak verdeeld in twee hoofdstijlen, de “lapidaire” vorm, gewoonlijk gegraveerd op harde oppervlakken zoals stenen monumenten, en een cursieve vorm waarvan de lapidaire vorm de neiging had conservatiever te zijn door meer visueel gelijk te blijven aan Fenicisch en vroeg Aramees. Beide waren in gebruik gedurende de Achaemenidische Perzische periode, maar de cursieve vorm won gestaag terrein op de lapidaire, die tegen de 3e eeuw v. Chr. grotendeels verdwenen was.
Nadat het Achaemenidische Rijk in 331 v. Chr. ten val kwam, zou het keizerlijk Aramees, of iets wat daar dicht genoeg bij in de buurt kwam om herkenbaar te zijn, nog eeuwenlang van invloed blijven op de verschillende inheemse Iraanse talen. Het Aramese schrift zou overleven als de essentiële kenmerken van het Iraanse Pahlavi-schrijfsysteem.
Onlangs zijn 30 Aramese documenten uit Bactrië ontdekt, waarvan in november 2006 een analyse is gepubliceerd. De teksten, die op leer werden weergegeven, weerspiegelen het gebruik van Aramees in de 4e eeuw v.Chr. in het Perzische Achaemenidische bestuur van Bactrië en Sogdiana.
Het wijdverbreide gebruik van Achaemenidisch Aramees in het Midden-Oosten leidde tot de geleidelijke overname van het Aramese alfabet voor het schrijven van Hebreeuws. Voorheen werd Hebreeuws geschreven met een alfabet dat qua vorm dichter bij het Fenicisch lag, het Paleo-Hebreeuwse alfabet.
Schriften afgeleid van het ArameesEdit
Omdat de evolutie van het Aramees alfabet uit het Fenicisch een geleidelijk proces was, is de verdeling van de alfabetten in de wereld in die welke rechtstreeks van het Fenicisch zijn afgeleid en die welke via het Aramees van het Fenicisch zijn afgeleid enigszins kunstmatig. In het algemeen worden de alfabetten van het Middellandse-Zeegebied (Anatolië, Griekenland, Italië) als van het Fenicisch afgeleid beschouwd, aangepast vanaf ongeveer de 8e eeuw v. Chr., en die van het Oosten (de Levant, Perzië, Centraal-Azië en India) als van het Aramees afgeleid, aangepast vanaf ongeveer de 6e eeuw v. Chr. van het keizerlijk Aramees schrift van het Achaemenidische Rijk.
Na de val van het Achaemenidische Rijk ging de eenheid van het Keizerlijk Aramese schrift verloren en diversifieerde het zich in een aantal afstammende cursieven.
Het Hebreeuwse en Nabateeër alfabet, zoals die er in de Romeinse tijd uitzagen, waren in stijl weinig veranderd van het Keizerlijk Aramese alfabet. Ibn Khaldun (1332-1406) beweert dat niet alleen het oude Nabateese schrift was beïnvloed door het “Syrische schrift” (d.w.z. Aramees), maar ook het oude Chaldeeuwse schrift.
Een cursieve Hebreeuwse variant ontwikkelde zich vanaf de eerste eeuwen na Christus, maar het bleef beperkt tot de status van een variant die naast het niet-cursieve werd gebruikt. Het cursief dat in dezelfde periode uit het Nabateeër alfabet werd ontwikkeld, werd daarentegen al snel de standaard voor het schrijven van Arabisch en ontwikkelde zich tot het Arabische alfabet zoals dat bestond ten tijde van de vroege verspreiding van de Islam.
De ontwikkeling van cursieve versies van het Aramees leidde ook tot het ontstaan van de Syrische, Palmyreense en Mandaïsche alfabetten, die de basis vormden voor de historische schriften van Centraal-Azië, zoals het Sogdische en Mongoolse alfabet.
Het Oud-Turkse schrift wordt over het algemeen geacht zijn uiteindelijke oorsprong te hebben in het Aramees, in het bijzonder via het Pahlavi of Sogdische alfabet, zoals V. Thomsen suggereert, of mogelijk via het Kharosthi (vgl, Issyk inscriptie).
Hrahmi schrift was mogelijk ook afgeleid van of geïnspireerd door het Aramees. Tot de Brahmische familie van schriften behoort ook Devanagari.