Berberomeloe majalis

De roodgestreepte oliekever, (Berberomeloe majalis) is een insect uit het geslacht Berberomeloe, in de familie van de blaarkevers. De kever komt voor in Europa, met een typische lengte rond de 5 cm (2 in.). Zijn grote afmetingen en de felrode banden rond zijn lichaam maken hem onmiskenbaar; zijn kleur is aposematisch, wat wijst op zijn vermogen om, net als andere olie- of blaarkevers van de familie Meloidae, een bijtende vloeistof te spuiten als hij wordt aangevallen. In Spanje varieert deze kever echter sterk in kleur. Populaties van volledig zwarte exemplaren zonder enige rode tekening worden verspreid over een groot deel van het verspreidingsgebied van B. majalis aangetroffen. Deze populaties worden vaak aangetroffen in de nabijheid van populaties bestaande uit roodgestreepte exemplaren, maar beide morfologieën lijken ruimtelijk gescheiden te zijn en er zijn in het veld geen gemengde series aangetroffen. Geheel zwarte en roodgestreepte exemplaren van Berberomeloes majalis zijn even giftig.

Red-striped Oil Beetle
Berberomeloe majalis up.JPG
The red-striped oil beetle, Berberomeloe majalis
Scientific classification
Kingdom:
Phylum:
Class:
Order:
Family:
Tribe:
Genus:
Species:
B. majalis
Binomial name
Berberomeloe majalis

(Linnaeus, 1758)
Synonyms

Meloe majalis

Volledig zwarte exemplaren van Berberomeloe majalis, Portugal

De roodgestreepte oliekever komt voor op droge plaatsen in de mediterrane streken van Spanje, Portugal, en ook in Noord-Afrika, van Marokko tot Tunesië.Ze leven op zonnige, droge plaatsen, hetzij in open grasland, hetzij in bossen met een lichte boombedekking. Ze zijn te vinden van zeeniveau tot op een hoogte van 3000 m in de Sierra Nevada.

Het imago leeft van stuifmeel. De larven zijn uitsluitend parasitair en leven voornamelijk in de nesten van solitaire wilde bijen. Het vrouwtje legt tussen 2000 en 10000 eitjes, maar de meeste daarvan worden niet volwassen, hetzij door gebrek aan voedsel, hetzij door predatie. In tegenstelling tot de volwassen bij zijn de larven slechts ongeveer 3 mm lang, en hun ontwikkeling verloopt via hypermetamorfose. De verschillende larvale stadia zijn dan ook verschillend van vorm. In tegenstelling tot de larven van kevers van het geslacht Meloe, klampt de larve van het eerste stadium zich niet vast aan een potentiële gastheer, maar moet zij actief op zoek gaan naar een gastheer. Zodra de larve het ei en de opgeslagen nectar en stuifmeel uit een bijennest heeft verorberd, verlaat ze het nest. Dan vervellen ze opnieuw, en komen met gevormde achterpoten tevoorschijn. In dit stadium verpoppen ze zich, en komen als volwassen bij uit de pop. Als een larve per ongeluk een honingbij als gastheer kiest, sterft hij in de bijenkorf.