Utility
Wat is Utility?
Utility is een term in de economie die verwijst naar de totale voldoening die men krijgt van het consumeren van een goed of dienst. Economische theorieën op basis van rationele keuze gaan er gewoonlijk van uit dat consumenten ernaar zullen streven hun nut te maximaliseren. Het economisch nut van een goed of dienst is belangrijk om te begrijpen, omdat het rechtstreeks van invloed is op de vraag, en dus de prijs, van dat goed of die dienst. In de praktijk is het onmogelijk om het nut van een consument te meten en te kwantificeren. Sommige economen menen echter dat zij indirect kunnen schatten wat het nut is van een economisch goed of dienst, door verschillende modellen te gebruiken.
Gebruik
Gebruik begrijpen
De definitie van nut in de economie is afgeleid van het begrip nut. Een economisch goed levert nut op in de mate waarin het nuttig is voor de bevrediging van de wens of behoefte van een consument. Verschillende denkrichtingen verschillen van mening over de wijze waarop economisch nut moet worden gemodelleerd en het nut van een goed of dienst moet worden gemeten. Nut in de economie werd voor het eerst genoemd door de bekende 18e-eeuwse Zwitserse wiskundige Daniel Bernoulli. Sindsdien heeft de economische theorie zich verder ontwikkeld, wat heeft geleid tot verschillende soorten economisch nut.
Key Takeaways
- Het nut in de economie verwijst naar het nut of plezier dat een consument kan halen uit een dienst of goed.
- Het economisch nut kan afnemen naarmate het aanbod van een dienst of goed toeneemt.
- Marginaal nut is het nut dat wordt verkregen door een extra eenheid van een dienst of goed te consumeren.
Ordinaal nut
Vroegere economen uit de Spaanse Scholastieke traditie van de jaren 1300 en 1400 beschreven de economische waarde van goederen als rechtstreeks afgeleid van deze eigenschap van nut en baseerden hierop hun theorieën over prijzen en monetaire uitwisselingen. Deze opvatting van nut was niet gekwantificeerd, maar een kwalitatieve eigenschap van een economisch goed. Latere economen, met name die van de Oostenrijkse School, ontwikkelden dit idee tot een ordinale theorie van het nut, of het idee dat individuen het nut van verschillende discrete eenheden van economische goederen kunnen ordenen of rangschikken.
De Oostenrijkse econoom Carl Menger, in een ontdekking die bekend staat als de marginale revolutie, gebruikte dit type raamwerk om hem te helpen de diamant-water paradox op te lossen die veel eerdere economen had geplaagd. Omdat de eerste beschikbare eenheden van een economisch goed voor de meest gewaardeerde doeleinden zullen worden gebruikt, en de volgende eenheden voor lager gewaardeerde doeleinden, is deze ordinale nutstheorie nuttig voor het verklaren van de wet van afnemend marginaal nut en fundamentele economische wetten van vraag en aanbod.
Kardinaal Nut
Voor Bernoulli en andere economen wordt het nut gemodelleerd als een kwantificeerbare of kardinale eigenschap van de economische goederen die een persoon consumeert. Om te helpen bij deze kwantitatieve meting van tevredenheid, nemen economen een eenheid aan die bekend staat als een “util” om de hoeveelheid psychologische tevredenheid weer te geven die een specifiek goed of dienst genereert voor een subset van mensen in verschillende situaties. Het concept van een meetbare util maakt het mogelijk om economische theorie en relaties te behandelen met behulp van wiskundige symbolen en berekeningen.
Het scheidt echter de theorie van economisch nut van feitelijke waarneming en ervaring, omdat “utils” niet werkelijk kunnen worden waargenomen, gemeten, of vergeleken tussen verschillende economische goederen of tussen individuen.
Als een individu bijvoorbeeld beoordeelt dat een stuk pizza 10 Nut oplevert en een kom pasta 12 Nut, dan weet dat individu dat het eten van de pasta meer voldoening zal geven. Voor de producenten van pizza en pasta zal de wetenschap dat de gemiddelde kom pasta twee extra utils oplevert, hen helpen de prijs van pasta iets hoger te stellen dan die van pizza.
Extra kunnen utils afnemen naarmate het aantal geconsumeerde producten of diensten toeneemt. Het eerste stuk pizza kan 10 utils opleveren, maar naarmate meer pizza’s worden gegeten, kunnen de utils afnemen omdat de mensen vol zitten. Dit proces zal consumenten helpen te begrijpen hoe ze hun nut kunnen maximaliseren door hun geld te verdelen over meerdere soorten goederen en diensten, en bedrijven helpen te begrijpen hoe ze een gedifferentieerde prijsstelling kunnen opzetten.
Economisch nut kan worden geschat door de keuze van een consument tussen soortgelijke producten te observeren. Het meten van nut wordt echter een uitdaging naarmate er meer variabelen of verschillen tussen de keuzes aanwezig zijn.
De definitie van totaal nut
Als nut in de economie kardinaal en meetbaar is, wordt het totale nut (TU) gedefinieerd als de som van de voldoening die een persoon kan ontvangen uit de consumptie van alle eenheden van een specifiek product of een specifieke dienst. In het bovenstaande voorbeeld, als iemand slechts drie stukken pizza kan eten en het eerste stuk pizza tien keer zoveel oplevert, het tweede stuk pizza acht keer zoveel oplevert en het derde stuk twee keer zoveel, dan is de totale utiliteit van de pizza twintig keer zoveel.
De definitie van marginaal nut
Marginaal nut (MU) wordt gedefinieerd als het extra (kardinale) nut dat wordt verkregen uit de consumptie van één extra eenheid van een goed of dienst of het extra (ordinale) gebruik dat een persoon heeft voor een extra eenheid. In hetzelfde voorbeeld, als het economisch nut van het eerste stuk pizza tien nuts is en het nut van het tweede stuk acht nuts, dan is het nut van het eten van het tweede stuk pizza acht nuts. Als het nut van een derde stuk twee nuts is, is de nutswaarde van het eten van dat derde stuk twee nuts. In ordinale nutstermen zou iemand het eerste stuk pizza kunnen opeten, het tweede stuk met zijn huisgenoot delen, het derde stuk bewaren voor het ontbijt en het vierde stuk als deurstop gebruiken.