9. A FBI Organizational Structure And Investigative Jurisdiction

Organizational Structure and Budget: De FBI is een veldgeoriënteerde organisatie waarin negen divisies en drie kantoren op het FBI-hoofdkwartier (FBIHQ) in Washington, D.C., programmaleiding en ondersteunende diensten verlenen aan 56 veldkantoren, ongeveer 400 satellietkantoren die bekend staan als resident agencies, vier gespecialiseerde veldinstallaties, en 23 buitenlandse verbindingsposten. De buitenlandse verbindingskantoren, elk geleid door een Legal Attache of Legal Liaison Officer, werken in het buitenland samen met Amerikaanse en lokale autoriteiten in strafzaken die onder de jurisdictie van de FBI vallen.

De FBI heeft ongeveer 10.100 Special Agents en 13.700 andere werknemers die professionele, administratieve, technische, administratieve, ambachtelijke, handels- of onderhoudswerkzaamheden uitvoeren. Ongeveer 7.300 werknemers zijn werkzaam op het FBIHQ, ongeveer 16.000 zijn werkzaam op veldlocaties.

De totale jaarlijkse financiering van de FBI voor alle operaties, salarissen en onkosten bedraagt ongeveer 2,2 miljard dollar.

Opsporingsbevoegdheid van de FBI: De onderzoeksbevoegdheid van de FBI is de ruimste van alle federale wetshandhavingsinstanties. Daarom heeft zij gekozen voor een strategische aanpak waarbij de nadruk ligt op complexe onderzoeken op lange termijn. De onderzoeksfilosofie van de FBI legt ook de nadruk op nauwe betrekkingen en informatie-uitwisseling met andere federale, staats-, plaatselijke en internationale wetshandhavings- en inlichtingendiensten. Een aanzienlijk aantal FBI-onderzoeken wordt uitgevoerd in samenwerking met andere wetshandhavingsinstanties of als onderdeel van gezamenlijke task forces.

De FBI heeft haar onderzoeken onderverdeeld in zeven programma’s:

  1. Aangelegenheden
  2. Civiele rechten
  3. Counterterrorism
  4. Foreign Counterintelligence
  5. Organized Crime/Drugs
  6. Violent Crimes and Major Offenders
  7. Financial Crime

Deze programma’s vertegenwoordigen de verantwoordelijkheid van de FBI zoals toegewezen door de wet. Afzonderlijke zaken in een bepaald programma kunnen uitgebreide onderzoeksaandacht krijgen vanwege hun omvang, potentiële impact of gevoeligheid.

Onderzoeken worden uitgevoerd binnen de richtlijnen van de procureur-generaal, die betrekking hebben op afpersingsondernemingen, algemene strafrechtelijke onderzoeken, undercoveroperaties, criminele informatiezaken, extraterritoriale onderzoeken en binnenlandse veiligheids-/terrorismezaken. De richtsnoeren bieden een gecentraliseerde aansturing, waardoor een grotere uniformiteit en controle van nationale en internationale rechtshandhavingsinspanningen mogelijk wordt.

Sommige gevoelige onderzoeksmethoden, zoals undercoveractiviteiten en elektronisch toezicht, zijn onderworpen aan specifieke toetsings- en goedkeuringsprocedures.