Onderzoek naar de oorzaak van mank lopen bij een peuter

Ik was bezorgd toen mevrouw Brandon met haar 21 maanden oude dochter Chloe mijn spreekkamer binnenkwam. Ze loopt al de hele dag mank en nu huilt ze altijd als ze probeert te lopen. De kleine meid zag er heel gelukkig uit, dus ik begon met de voor de hand liggende vraag: ‘Is ze gevallen?’

Mamma vocht plotseling tegen de tranen. ‘Dat is het probleem, dokter. Ze heeft niets gedaan, u moet me geloven.’

Ik dacht even dat ze te veel protesteerde, maar haar angst overtuigde me ervan dat ze de waarheid sprak. ‘Er valt echt niets te vertellen. Gisteren was ze in orde, ze rende overal rond, ze is zo actief. En vanmorgen merkte ik dat ze haar rechterbeen leek te beschermen. Ik dacht dat ze het gewoon had verdraaid of zoiets, ze valt altijd om, maar ze is al de hele dag zo.’

‘Leg haar daar maar neer,’ zei ik, wijzend naar de andere kant van de operatiekamer. Chloe, die de veiligheid van haar moeders armen weer wilde opzoeken, ging staan, hinkte een paar passen en ging toen zitten en jammerde.

Mijn eerste gedachte was een geïrriteerde heup, maar ze bewoog volledig pijnvrij, en haar knieën en enkels waren ook normaal. Er was nergens roodheid of zwelling, en ik voelde aan haar been maar vond geen duidelijke gevoeligheid.

Ze leek niet al te blij toen ik op haar rechterschenen drukte, maar er was niets te zien en er was geen specifieke gevoelige plek. Ondanks het gebrek aan bevindingen was er duidelijk iets mis, en ik vond het gerechtvaardigd om haar naar A&E te sturen met een verzoek om een röntgenfoto te maken, en de spoedeisende hulp te vragen even naar haar te kijken.

De volgende ochtend liet mevrouw Brandon een bericht achter met de vraag of ik terug wilde bellen. Ik voelde me angstig – hadden ze een bottumor gevonden? Wat had ik gemist?

‘Ik wilde u bedanken dat u Chloe voor een röntgenfoto heeft gestuurd. Ze vertelden me dat ze een peuterfractuur had. Ik moest mijn geheugen opfrissen om me te herinneren dat dit een spiraalvormige breuk van het onderste scheenbeen was bij heel jonge kinderen. Ze zeiden dat ik me geen zorgen hoefde te maken. De dokter zei dat het veroorzaakt wordt door een kleine draai of val.’

Een veel voorkomende oorzaak
Na afloop controleerde ik de diagnose. Ik werd eraan herinnerd dat een peuterfractuur een niet verplaatste spiraalvormige fractuur is van het distale derde deel van het scheenbeen, meestal als gevolg van een val die een draaiend koppel op het onderbeen veroorzaakt.

Het is de meest voorkomende fractuur bij kinderen in de peuterleeftijd die zich met een mank been presenteren, vaak wanneer de peuter net leert lopen. De breuk kan echter ook voorkomen bij kinderen vanaf zes jaar. Men denkt dat het letsel kan ontstaan wanneer de peuter ergens op stapt of zijn voet verliest, waardoor de tibia plotseling verdraait.

Soms is er duidelijke gevoeligheid of roodheid in het gebied van de breuk. Intern gedraaide, schuine films kunnen helpen de fractuur te identificeren.

Zorgvuldige bestudering van de beelden is vereist en moet een subtiele, schuine lucency onthullen die de distale tibiale diafyse en metafyse doorkruist. Als de diagnose sterk wordt vermoed, kan een herhaling van de röntgenfoto’s na zeven tot tien dagen de breuk of een periosteale reactie aantonen.

Behandeling kan bestaan uit gips dat wordt aangelegd voor variabele tijdsduur, afhankelijk van de plaatselijke praktijk en de ernst van het letsel. Dit kan variëren van slechts 14 dagen tot zes weken. Er zij op gewezen dat in gemiste gevallen met een late diagnose toch een normaal herstel optreedt. Het belangrijkste voordeel van het gips kan zijn dat de pijn wordt verlicht en het manken wordt geëlimineerd.

Chloe zat drie weken in het gips, waarna ze haar speelse activiteiten zonder nadelige gevolgen heeft hervat.

Dr Barnard is een voormalig huisarts in Fareham, Hampshire

LESSONS LEARNT

  • De breuk van een peuter ontstaat vaak na een kleine verwonding die niet wordt gezien.
  • Een letsel zonder ongeval moet worden overwogen en op de juiste manier worden onderzocht als dit wordt vermoed.
  • De differentiële diagnose omvat heupdysplasie, septische artritis, osteomyelitis en neoplasie.
  • Als na 10-14 dagen nog steeds geen röntgenfoto’s zijn gemaakt van een vermoedelijke peuterfractuur, moet een botscan of MRI worden overwogen.