Mary Whiton Calkins

1863-1930
Amerikaans psycholoog en filosoof die de eerste vrouwelijke voorzitter werd van zowel de American Psychological Association (1905) als de American Philosophical Association (1918).

Als oudste van vijf kinderen van dominee Wolcott Calkins, een wilskrachtige, intellectueel begaafde evangelische dominee, en Charlotte Grosvenor Whiton, een dochter van een gevestigde puriteinse familie in New England, groeide Mary Whiton Calkins op in een hecht gezin waar onderwijs hoog in het vaandel stond. Toen de geestelijke en lichamelijke gezondheid van haar moeder achteruit gingen, nam Calkins steeds meer verantwoordelijkheden op zich voor haar jongere broers en zussen en voor haar moeder.

Na het behalen van haar B.A. aan Smith College met een concentratie in de klassieke talen, begon Calkins in 1887 Grieks te doceren aan het Wellesley College. In 1888 werd haar de nieuwe functie van docent psychologie aangeboden, die afhankelijk was van een jaar opleiding in het vakgebied. In overeenstemming met het universiteitsbeleid ten aanzien van vrouwen in 1890 kreeg Calkins speciale toestemming om lessen psychologie en filosofie te volgen aan de Harvard University en laboratoriumpsychologie aan de Clark University in Worcester, maar ze werd niet toegelaten tot hun graduate studieprogramma’s. Ze kreeg ook geen toestemming om reguliere seminars aan Harvard bij te wonen, totdat faculteitsleden William James en Josiah Royce (1855-1916), en ook Calkins vader, voor haar tussenbeide kwamen. Nadat ze was ingeschreven voor James’ seminar, haakten vier mannen die voor de klas stonden uit protest af. Het bijwonen van James’ seminar leidde tot individuele studie met hem, en binnen een jaar had Calkins een artikel gepubliceerd over associatie, waarin ze een wijziging voorstelde op James’ onlangs gepubliceerde Principes van de Psychologie. Haar artikel werd enthousiast ontvangen door haar mentor, die ernaar verwees toen hij later zijn boek herzag.

Teruggekeerd naar Wellesley in de herfst van 1891, richtte Calkins het eerste psychologielaboratorium op in een vrouweninstituut.

Mary Whiton Calkins (Archives of the History of American Psychology. Reproduced with permission.)

college in de Verenigde Staten met hulp van Edmund Sanford, een lid van de faculteit aan Clark, met wie ze samenwerkte aan een experimentele studie van dromen, gepubliceerd in de American Journal of Psychology. In 1893 keerde Calkins terug naar Harvard om samen met James’ beschermeling, Hugo Münsterberg (1863-1916), onderzoek te doen naar de factoren die het geheugen beïnvloeden. In de loop van dit werk ontwikkelde Calkins de “gekoppelde associaties” techniek, een methode om het geheugen te testen door proefpersonen gekoppelde getallen en kleuren voor te leggen. Haar bevindingen toonden aan dat getallen gekoppeld aan heldere kleuren beter werden onthouden dan getallen gekoppeld aan neutrale kleuren. De belangrijkste factor die het geheugen beïnvloedde was echter de frequentie van blootstelling. De resultaten van dit onderzoek werden gepubliceerd als supplement bij Psychological Review in 1896.

In 1895 vroeg en nam Calkins een examen af dat gelijkwaardig was aan het officiële Ph.D. examen. Haar prestaties werden door James geprezen als “het meest briljante examen voor de Ph.D. dat we aan Harvard hebben gehad,” en overtroffen dat van zijn junior collega, George Santayana (1863-1952). Desondanks werd Calkins nog steeds niet toegelaten als kandidaat voor de graad. Bij de oprichting van Rad-cliffe College in april 1902 was Calkins een van de eerste vier vrouwen aan wie de Ph.D. werd aangeboden, maar ze weigerde uit protest.

Calkins doceerde aan Wellesley College tot haar pensionering in 1929, en had vier boeken en meer dan 100 artikelen gepubliceerd op het gebied van psychologie en filosofie. In 1901 publiceerde ze een goed ontvangen Introduction to Psychology en begin 1900 ontwikkelde ze een psychologie van het zelf die vooruitliep op latere theorieën over persoonlijkheid. In 1909 verleende Columbia University Calkins een eredoctoraat in de letteren (Litt.D.) en in 1910 verleende Smith College haar de doctor in de rechten (LL.D.). Calkins overleed in 1930.